Voortplanting stelsel vrouw

Biologie
Onderwerp: Vrouwelijk geslachtsorgaan
Naam: Meneer de Vries


1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Biologie
Onderwerp: Vrouwelijk geslachtsorgaan
Naam: Meneer de Vries


Slide 1 - Tekstslide

Start klaar
Telefoon ingeleverd in de zak
Jas in de kast
Petjes af
Oortjes uit
Inloggen lessonup
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Les planning
Les doelen
Leerdoelen
Herhaling vorige les
Nieuwe theorie
Les evalueren
Vooruitblik volgende les
Les afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Les doelen
Aan het einde van deze les weet jij uit welke onderdelen het vrouwelijke geslachtsorgaan bestaat;
Aan het einde van deze les weet jij wat het maagdenvlies is;
Aan het einde van deze les weet jij wat de ovulatie is; 
Aan het einde van deze les weet jij wat bevruchting is;


Slide 4 - Tekstslide

Zet de juiste namen achter de nummers uit de afbeelding

Slide 5 - Open vraag

Baardhaar in de keel is een ...........
geslachtskenmerk.
A
Primair
B
Secundair

Slide 6 - Quizvraag

Penis is een ...........
geslachtskenmerk.
A
Primair
B
Secundair

Slide 7 - Quizvraag

Balzak is een ...........
geslachtskenmerk.
A
Primair
B
Secundair

Slide 8 - Quizvraag

Vul de namen in van de delen achter de nummers

Slide 9 - Open vraag

orgaan dat vocht toevoegt aan zaadcellen
A
Prostaat
B
Zaadleider
C
Bijbal
D
Teelbal

Slide 10 - Quizvraag

geslachtscellen die in de teelballen worden gemaakt
A
Zweepstaartjes
B
Zaadcellen
C
DNA

Slide 11 - Quizvraag

organen die vocht met voedingsstoffen toevoegen aan de zaadcellen
A
Prostaat
B
Zaadblaasjes
C
Teelbal
D
Bijbal

Slide 12 - Quizvraag

Voortplanting stelsel vrouw
Baarmoeder
Eileider
Eierstok
Urineblaas
Urinebuis
Vagina (is rekbaar)

Slide 13 - Tekstslide

Buitenaanzicht vrouwelijke geslachtsorgaan 
Grote schaamlippen
Kleine schaamlippen
Clitoris (masturbatie --> orgasme)

Slide 14 - Tekstslide

Eicellen 
  • Vrouwen worden geboren met eitjes, dit is anders dan bij mannen want die gaan pas zaad produceren vanaf de pubertijd

  • In de eierstokken vindt de ontwikkeling plaats van het eicel

  • Dit gebeurt tijdens de adolescentie

  • vanaf 50 jaar heeft een vrouw minder eitjes, die tot ontwikkeling komen

  • Na de overgang is de ontwikkeling van de eicel gestopt

Slide 15 - Tekstslide

Ovulatie 
  • Eicellen die vrijkomen uit de eierstok noemen we ovulatie.
  • Meestal geeft de eierstok om de beurt een eicel vrij
  • Gemiddeld komt 1 x per 4 weken  een eicel vrij
  • De eileiders voeren de eicellen naar de baarmoeder.
  • In de baarmoeder kan het eitje bevrucht worden door het mannelijke zaad.
  • Soms wordt het eitje van de vrouw bevrucht in de eileider.

Slide 16 - Tekstslide

deel 1 Bevruchting 
De man krijgt bij geslachtsgemeenschap een zaadlozing (ejaculatie), Hierbij komt sperma in de vagina terecht

De zaadcellen zwemmen dan daar het eitje, zodat deze bevrucht kan worden. 

Slide 17 - Tekstslide

deel 2 Bevruchting 
  • De bevruchte eicel gaat zichzelf direct delen 
  • Na een tijdje is er een klompje cellen
  • Dit klompje cellen wordt door de eileider vervoert naar de baarmoeder
  • In de baarmoeder ontwikkeld dit klopje cellen tot een mens (baby)

Slide 18 - Tekstslide

Innesteling 
  • Wand van de baarmoeder bestaat uit een dikke laag spieren
  •  Aan de binnen kant van de baarmoeder zit een laag slijmvlies
  • Hieraan kan het klompje cellen vastplakken (innesteling) en zo groeien
  • Dit klompje cellen groeit uit in 9 maanden tot een baby
  • Een ongeboren kind heet een embryo

Slide 19 - Tekstslide

Zet de juiste namen achter de nummers. De urineblaas is al gegeven.

Slide 20 - Open vraag

Op welke twee manieren kan een vrouw een orgasme krijgen?

Slide 21 - Open vraag

Welke voortplantingsorganen zie je aan de buitenkant van een vrouw?

Slide 22 - Open vraag

Bij geslachtsgemeenschap komen de zaadcellen eerst in de ...... en gaan via de naar de eileiders.
A
Vagina en baarmoeder
B
Baarmoeder en eileider
C
Eileider en baarmoeder
D
Vagina en eileider

Slide 23 - Quizvraag

in een ....... kan een eicel worden bevrucht door een ...........
A
Zaadcel en baarmoeder
B
Eileider en zaadcel
C
Eileider en eitje
D
Eileider en baarmoeder

Slide 24 - Quizvraag

Bij bevruchting ........ de kern van zaadcel met de kern van een ...... eicel

Slide 25 - Open vraag

Er ontstaat dan een bevruchte eicel. Als de eicel niet wordt bevrucht, gaat hij binnen een dag

Slide 26 - Open vraag

Wat gebeurt er met een eicel die wordt bevrucht?

Slide 27 - Open vraag

Hoe noem je het vastgroeien van een klompje cellen in het slijmvlies van de baarmoederwand?
A
Innesteling
B
Bevruchting

Slide 28 - Quizvraag

Hoe noem je een ongeboren kindje?

Slide 29 - Open vraag

zelfstandig werken
Maak het hoofdstuk menstruatie 
timer
30:00

Slide 30 - Tekstslide

Einde les
Voorbereiding op de toets

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht maken
timer
1:00

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht evalueren met de klas

Slide 33 - Tekstslide

Vooruitblik volgende les

Slide 34 - Tekstslide

Einde les

Slide 35 - Tekstslide