HNE Duits les 3 mavo 3 herhaling persoonlijke voornaamwoorden

Dienstag, den 13. September 2022
Mavo 3
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Dienstag, den 13. September 2022
Mavo 3

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een persoonlijk
voornaamwoord?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

persoonlijke voornaamwoorden

ik = ich                                 wij = wir

jij = du                                  jullie = ihr

hij = er                                  zij = sie

zij = sie                                 u = Sie

het = es                                                      Wat valt je op?

Slide 4 - Tekstslide

Zoek de kloppende persoonlijke voornaamwoorden.
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Ik
Jij
Hij
Zij
Het
Wij
Jullie
Zij (mv)

Slide 5 - Sleepvraag

De volgende vragen moet je beantwoorden in het Duits. De helft van het antwoord staat er al.
Gebruik persoonlijke voornaamwoorden!!

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
Was hat Tante Lena gekauft?
_______________ ein Buch gekauft.
Antwoord: Sie hat 
(denk ook aan hoofdletters!!)
Tante Lena = zij!!

Slide 7 - Tekstslide

Wann kommen die Kinder zurück?
_____________ morgen zurück.

Slide 8 - Open vraag

Wo arbeitet ihr?
_________ bei Albert Heijn

Slide 9 - Open vraag

Was malst (schilder) du?
______________ ein Porträt

Slide 10 - Open vraag

Warum reden Franz und Lena so laut?
__________ durch einander.

Slide 11 - Open vraag

Was verstehst du nicht?
____________ die Grammatik nicht

Slide 12 - Open vraag

............... Sie dieses Produkt bei uns?
A
Kauft
B
Kaufen
C
kaufen
D
kauft

Slide 13 - Quizvraag

Ich ..................... in Kleve.
A
wohne
B
wohnst
C
wohnen
D
wohnt

Slide 14 - Quizvraag

Sie ....... lange mit der Kundin .............
A
hat gered
B
haben geredt
C
hat geredet
D
habt redet

Slide 15 - Quizvraag

Du .......... oft Fußball.

A
spielst
B
spielt
C
spiele
D
spielen

Slide 16 - Quizvraag

..... er gestern ........
A
Hat gearbeit
B
Habt gearbeiten
C
Hast arbeitet
D
Hat gearbeitet

Slide 17 - Quizvraag

Hausaufgaben
Brückenschlag afmaken!!!
Doel les: eind van de les ken je de persoonlijke voornaamwoorden
lesdoel behaald?

Slide 18 - Tekstslide