LJ1 4.8 Voltooid deelwoord / LJ2 4.9 t/m 4.12

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: LJ1 4.8  - LJ2 4.9 t/m 4.12
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: LJ1 4.8  - LJ2 4.9 t/m 4.12
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
LJ1: Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz 178.

LJ2: Pak je leesboek en ga in stilte lezen

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
- kun je het voltooid deelwoord herkennen in een zin
- Kun je het voltooid deelwoord goed schrijven


Leergebiedoverstijgende doelen:
Denkvermogen
- Realiseert een oplossing volgens plan.
- Formuleert criteria voor de oplossing. 

Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen + Mini-check
Verdiept (een 8 of hoger): Jessica, Gijs, Jochem & Jamie
Jullie maken zelfstandig opdracht 19 t/m 21 op blz. 178/179


Krystian en Jaysen doen mee met de mini-check.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het voltooid deelwoord (vdw) van het woord:

kaarten

Slide 5 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord (vdw) van het woord:

spelen

Slide 6 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord (vdw) van het woord:

huilen

Slide 7 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord (vdw) van het woord:

trouwen

Slide 8 - Open vraag

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 19 t/m 21 op blz 178/179.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Tekstslide

4.8 Voltooid deelwoord (vdw)

  • begint vaak met ge-, ver- of be-
  • Staat nooit alleen in een zin, 
    altijd samen met een pv van hebben, worden of zijn

  • Bijvoorbeeld:
  • Zij is gevonden                          De jongen is verdwaald
  • De muur wordt geverfd         Het heeft de hele dag geregend   
  • Hij heeft gefietst                      Ik heb die film al gekeken

Slide 10 - Tekstslide

4.8 Hoe spel je het voltooid deelwoord (vdw)?

  • Meestal kan je dat wel goed horen.
  • Bijvoorbeeld bij:
  • Ik heb die film al gekeken                     - (kijken)
  • Zij is gevonden                                          - (vinden)
  • De heeft in zijn mand gelegen           - (liggen)

  • Maar bij sommige voltooid deelwoorden is dat niet zo makkelijk te horen.

Slide 11 - Tekstslide

4.8 Hoe spel je het voltooid deelwoord (vdw)?

  • Maar soms kan je het niet goed horen.
  • Vooral wanneer het voltooid deelwoord eindigt met een  't'-klank.
  • Je hoort dan niet of je 't' of een 'd' schrijft
  • Bijvoorbeeld bij: 
  • De muur wordt geverfd.                              - (verven)
  • Hij heeft gefietst.                                            - (fietsen)
  • De man is  getrouwd.                                    - (trouwen)

  • Daar zijn 2 oplossingen voor!

Slide 12 - Tekstslide

4.8 Hoe spel je het voltooid deelwoord (vdw)?

  • Oplossing 1:   Maak het voltooid deelwoord langer
  • - verdwaald      ->  wordt:   verdwaalde      ->   je hoort duidelijk een 'd'
  • - getrouwd       ->  wordt:   getrouwde        ->   je hoort duidelijk een 'd'
  • - gewerkt          ->  wordt:   gewerkte           ->   je hoort duidelijk een 't'

  • Oplossing 2: gebruik 't Kofschip X

Slide 13 - Tekstslide

Hoe werkt 't kofschip X
bij het voltooid deelwoord

De stappen
Voorbeeld
1. Je hebt een werkwoord
missen
2. je neemt de 'stam'
dat is het hele ww -en
dus 'miss' 
3. Wat is de laatste letter van de stam?
de laatste letter van miss = s
4. Zit deze letter in 't kofschip X?
ja     dan t
5. Voltooid deelwoord (vdw) is dan 
Hij heeft gemist.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe werkt 't kofschip X
bij het voltooid deelwoord
De stappen
Voorbeeld
1. Je hebt een werkwoord
verhuizen
2. je neemt de 'stam'
dat is het hele ww -en
dus 'verhuiz' 
3. Wat is de laatste letter van de stam?
de laatste letter van verhuiz = z
4. Zit deze letter in 't kofschip X?
nee    dan d
5. Voltooid deelwoord (vdw) is dan 
Ik ben verhuisd.

Slide 15 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Intensief --> Had je alle vragen van de mini-check fout?
Wij maken samen opdracht 19

Slide 16 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig opdracht 19 t/m 21 op blz 178/179



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdracht na.
Daarna ga je in stilte lezen.
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

1. Lesopening
LJ2: Pak je boek van Nederlands en open deze op blz 175

Slide 18 - Tekstslide

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
- Kun je werkwoorden in verschillende vormen spellen;
- Kun je het meervoud van zelfstandige naamwoorden spellen;
- Kun je de apostrof, het weglatingsstreepje en het afbreekteken gebruiken

Leergebiedoverstijgende doelen:
Denkvermogen
- Realiseert een oplossing volgens plan.
- Formuleert criteria voor de oplossing. 

Slide 19 - Tekstslide

3. Arrangementen + Mini-check
Verdiept (een 8 of hoger): Niemand


Iedereen doet mee met de mini-check.

Slide 20 - Tekstslide

Hoe schrijf je het meervoud van ' pony'?

Slide 21 - Open vraag

Hoe schrijf je het meervoud van 'wedstrijd'?

Slide 22 - Open vraag

Hoe schrijf je het meervoud van ' stad'?

Slide 23 - Open vraag

Hoe schrijf je het meervoud van ' slee'?

Slide 24 - Open vraag

Hoe schrijf je het meervoud van ' wolf'?

Slide 25 - Open vraag

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 1 t/m 5 op blz 175 t/m 179.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 26 - Tekstslide

4. Instructie
Hoe je het meervoud van een zelfstandig naamwoord moet schrijven, kun je horen als je het uitspreekt.

voorbeeld:
winter - winters
sneeuwvlokje - sneeuwvlokjes
wolk - wolken
muts - mutsen

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
LJ1: Je maakt nu zelfstandig opdracht 19 t/m 21 op blz 178/179
LJ2: Je maakt nu zelfstandig opdracht 1 t/m 5 op blz 175 t/m 179



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na
Daarna ga je in stilte lezen
timer
1:00

Slide 32 - Tekstslide

7. Evaluatie LJ1
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

- kun je het voltooid deelwoord herkennen in een zin?
- Kun je het voltooid deelwoord goed schrijven?
                       

Slide 33 - Tekstslide

7. Evaluatie LJ2
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

- Kun je werkwoorden in verschillende vormen spellen?
- Kun je het meervoud van zelfstandige naamwoorden spellen?
- Kun je de apostrof, het weglatingsstreepje en het afbreekteken gebruiken?

                    

Slide 34 - Tekstslide

Huiswerk
Huiswerk LJ1:                                           Huiswerk LJ2:             
Vrijdag 11 februari                                  Vrijdag 11 februari
4.8 opdracht 19 t/m 21.                        4.9 t/m 4.12 opdracht 1 t/m 5

Slide 35 - Tekstslide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Donderdag 9 maart
4.8 opdracht 19 t/m 21

Huiswerk LJ2: 
Donderdag 9 maart
4.9 t/m 4.12 opdracht 1 t/m 5
Toetsen LJ1: 
Geen



Toetsen LJ2: 
Geen

Slide 36 - Tekstslide