7.1 Het zonnestelsel basis

NASK

Welkom toppers


Binnen = Beginnen
  • Zoek je plek op
  • pak je boek en lees H7.1 op blz. 118 t/m 121
H.7 Het Heelal
§1 Het zonnestelsel
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

NASK

Welkom toppers


Binnen = Beginnen
  • Zoek je plek op
  • pak je boek en lees H7.1 op blz. 118 t/m 121
H.7 Het Heelal
§1 Het zonnestelsel

Slide 1 - Tekstslide

 Lees paragraaf 7.1 blz. 118 t/m 121.
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Zonnestelsel

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Het heelal is ...........
A
hetzelfde als ons zonnestelsel.
B
iets anders dan ons zonnestelsel, maar even groot.
C
iets anders dan ons zonnestelsel, maar kleiner.
D
iets anders dan ons zonnestelsel, en wel groter.

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen H7.1
7.1.1 Je kunt kenmerken van de zon noemen.
7.1.2 Je kunt beschrijven wat een planeet is.
7.1.3 Je kunt uitleggen dat elke planeet zijn eigen omlooptijd heeft.
7.1.4 Je kunt uitleggen wat de astronomische eenheid is.
7.1.5 Je kunt beschrijven wat een dwergplaneet is.
7.1.6 Je kunt beschrijven wat een planetoïde is.
7.1.7 Je kunt beschrijven wat een maan is.

Slide 7 - Tekstslide

De zon

Slide 8 - Tekstslide

maak opdr 1 t/m 3

opdr 3 bespreken we klassikaal
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

De planeten

Slide 10 - Tekstslide

Omlooptijd
Elke planeet zijn eigen omlooptijd.
Dat is de tijd nodig voor één rondje om de zon.


Slide 11 - Tekstslide

De omlooptijd van de aarde is ......?

Slide 12 - Open vraag

maak de opdrachten 4 t/m 8
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Welke planeet staat het
meest ver van de zon?

Slide 14 - Open vraag

Welke planeet staat het
dichtst bij de aarde?

Slide 15 - Open vraag

Waarom heeft Uranus een grotere omlooptijd dan Mars?

Slide 16 - Open vraag

Astronomische eenheid   AE
De afstanden in het heelal zijn onvoorstelbaar groot.
Daarom is werken met kilometer niet meer te doen.

Wetenschappers kiezen daarom voor het volgende.

1 AE = 150 000 000 km       150 miljoen kilometer
                                                                                                           proef 1 volgende keer (als het redelijk weer is)

Slide 17 - Tekstslide

1AE is .....
A
de afstand van de zon tot Neptunes.
B
de afstand van de aarde tot de Zon.
C
de afstand van aarde tot Mars.
D
afstand van de Zon tot Mercurius.

Slide 18 - Quizvraag

Dwergplaneten, Planetoïden en Manen
Dwergplaneten
Dwergplaneten draaien in een baan rond de zon.
Een dwergplaneet is rond, net als een planeet, maar dan kleiner.

Planetoïden
Naast planeten en dwergplaneten draaien er nog miljarden planetoïden rond de zon. Planetoïden zijn kleine en grote rotsblokken met een onregelmatige vorm.

Manen
Een maan is een hemellichaam dat draait rond een planeet of een dwergplaneet.

Slide 19 - Tekstslide

Dwergplaneet

Slide 20 - Tekstslide

Planetoïden

Slide 21 - Tekstslide

Manen

Slide 22 - Tekstslide

maak opdracht 12 t/m 17 + 19


! opdr 17 in jouw boek maken !



timer
8:00

Slide 23 - Tekstslide

De volgende opdrachten uit de methode bespreken we klassikaal.

9 - 10 - 11 - 17

Slide 24 - Tekstslide

opdr. 9a
A
1500
B
150
C
15
D
1,5

Slide 25 - Quizvraag

opdr 9b
A
een rondje om de aarde
B
afstand van de maan naar de aarde
C
doorsnede van de aarde
D
afstand van aarde naar de zon

Slide 26 - Quizvraag

opdr 10
A
30 keer
B
3 keer
C
0,3 keer

Slide 27 - Quizvraag

Opdr. 11a
A
Saturnus op 30 AE Neptunus op 9,6 AE
B
Saturnus op 19 AE Neptunus op 9,6 AE
C
Saturnus op 9,6 AE Neptunus op 30 AE
D
Saturnus op 9,6 AE Neptunus op 19 AE

Slide 28 - Quizvraag

opdr 11b
A
30 x 9,6 = 288 keer
B
30 / 9,6 = 3,125 keer
C
9,6 / 30 = 0,32 keer

Slide 29 - Quizvraag

Opdracht 17 was er één met een werkblad...
Maak een foto van je gemaakte werk..

Slide 30 - Open vraag

Onthoud
Een ster is een bolvormig hemellichaam. Een ster geeft licht. De zon is ook een ster.
De ster die het dichtst bij de zon staat is Proxima Centauri.
Sterren verschillen in grootte. Sterren verschillen ook in kleur.
Aan de sterrenhemel staan 88 sterrenbeelden.
Dit zijn groepen sterren waarin je een herkenbare figuur kunt zien, bijvoorbeeld een dier.
Bekende sterrenbeelden zijn Orion en de Grote Beer.
De Melkweg is een sterrenstelsel. De Melkweg bestaat uit ongeveer 400 miljard sterren.
De zon is een van de sterren van de Melkweg.
In het heelal zijn veel meer sterrenstelsels. Sterrenonderzoekers denken dat er meer dan 2000 miljard sterrenstelsels zijn. Ieder sterrenstelsel bestaat uit vele miljarden sterren.
Het heelal is onvoorstelbaar groot.



Slide 31 - Tekstslide