Drogredenen

Welkom

Argumenteren


Drogredenen
Nederlands
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Argumenteren


Drogredenen
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesprogramma
  1. Voorkennis argumentatiestructuren
  2. Uitleg drogredenen

  3. Zelf oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ken je de belangrijkste drogredenen.

  • kun je  ze herkennen.

  • kun beoordelen of een argument sterk of zwak is. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogreden
  • Een drogreden is een reden of redenering die niet klopt, maar wel aannemelijk lijkt.

  • Drogredenen worden vaak in discussies gebruikt, maar ook wel in andere situatie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen
  1. Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
  2. Verkeerde vergelijking
  3. Generalisatie
  4. Verkeerd autoriteitsargument
  5. Cirkelredenering
  6. Ontduiken van de bewijslast
  7. Persoonlijke aanval
  8. Bespelen van het publiek

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De onjuiste oorzaak-gevolgrelatie (1)


Er wordt tussen twee zaken een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet is.

 
Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie


'Sinds de jaren tachtig worden er computers gebruikt in het basisonderwijs. En sinds de jaren tachtig hebben kinderen minder parate kennis. Door het gebruik van computers op school hebben kinderen dus minder parate kennis.'

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verkeerde vergelijking (3)

Je vergelijkt onterecht twee zaken met elkaar.

Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Verkeerde vergelijking


'Het geschiedenisonderwijs kan beter worden afgeschaft. Wat gebeurd is, is gebeurd. Een versleten jas gooi je toch ook weg!'

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
Dat meisje draagt altijd zwarte kleren. Ze zal totaal niet creatief zijn. 
Kun je op basis van haar kleding een conclusie trekken over haar creativiteit?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De overhaaste generalisatie (4)
Op grond van een of een enkel voorbeeld of kenmerk wordt er een conclusie getrokken die voor alle gevallen geldt.

Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Overhaaste generalisatie


'Hardlopen is helemaal niet gezond. Bij de marathon van vorige week is een man in elkaar gezakt en ter plekke overleden aan een hartaanval.'

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onjuiste argumentatie obv voordelen / nadelen
We hebben nog maar heel weinig les in het nieuwe rooster op het Amadeus Lyceum.

Maar je kunt altijd nog Amadeusblokken inroosteren of thuis aan het werk gaan.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vals dilemma
Of je schrijft een geweldig betoog of je betoog is belabberd.
Oh, maar er zit toch ook nog wel wat tussen? 

Koop nu of nooit een e-bike - goedkoper dan ooit!
Als ik hem nu niet koop, kan ik dat later toch nog wel doen? Wie weet is hij dan nog goedkoper ...

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werklozen zijn te beroerd om te werken, dat zie je wel aan mijn buurman.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
overhaaste generalisatie

Slide 16 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Supermarktmedewerkers moeten niet klagen als ze overuren maken, want in de horeca werk je ook op koopavonden en zaterdag
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredening
D
overhaaste generalisatie

Slide 17 - Quizvraag

er worden dingen met elkaar vergeleken die eigenlijk niet te vergelijken zijn
Iemand die niet vooraf een D-toets maakt, haalt een slecht resultaat. Jim heeft een onvoldoende, dus hij heeft de D-toets niet gemaakt.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
onjuist beroep op kenmerk / voorbeeld
D
overhaaste generalisatie

Slide 18 - Quizvraag

Een foute conclusie trekken; een verkeerde voorstelling van oorzaak en gevolg.
 Cirkelredenering
Bij een cirkelredenering herhaal je je standpunt, alleen anders geformuleerd.


Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Cirkelredenering


'Dit kabinet maakt er echt een puinhoop van, want het kabinet doet helemaal niets goed!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontduiken van bewijslast (5)
Je formuleert je argument zo dat je je tegenstanders ervan weerhoudt het standpunt tegen te spreken.

'Ik ben tegen de doodstraf. Ieder weldenkend mens is daar toch tegen!'

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Ontduiken van bewijslast


'Als jij geen tegenargumenten kunt bedenken, dan is het dus waar.'



Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkeerd autoriteitsargument (6)

Je voert iemand op die helemaal geen autoriteit is op het gebied van het onderwerp van de discussie. Of diegene heeft er belang bij.

''Wij van WC-eend adviseren WC-eend.''

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies



Verkeerd autoriteitsargument


'Ik weet zeker dat deze maaltijd gezond is, want dat heeft mijn fitnesstrainer gezegd.'

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke aanval (8)
Bij een persoonlijke aanval wordt er niet op de bal, maar op de persoon gespeeld. 

 'Als je tegen Zwarte Piet bent, dan ben je geen echte Nederlander'. 

Dit argument valt iemand aan op zijn mening 


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Persoonlijke aanval


'Wat weet hij van nu gezondheid, hij weegt zelf 105 kilo!'

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dat hoef ik niet te bewijzen, dat is gewoon zo!
A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Overhaaste generalisatie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

“Ik ben geen kleptomaan, want ik steel niet.”
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
overhaaste generalisatie

Slide 29 - Quizvraag

Een spreker of schrijver gebruikt bij een cirkelredenering de bewering als het argument zelf. Vaak geeft de spreker of schrijver een definitie of omschrijving van de bewering in zijn argument, zoals in onderstaand voorbeeld een niet-kleptomaan per definitie niet steelt.
Condooms verergeren de verspreiding van aids. Dat zei de paus.
A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Overhaaste generalisatie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland stelt niets voor, want het is maar een klein kikkerlandje.

A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Overhaaste generalisatie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Link

Deze slide heeft geen instructies