-Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen, en hoe bij verbranding die energie weer vrijkomt.
-Je kunt de voedselrelaties tussen organismen beschrijven.
Slide 2 - Tekstslide
Voedselketen
Op een volgend
Het eerste dier wordt gegeten door de volgende
Eerste schakel = altijd een plant
Daarna = Altijd dieren
Slide 3 - Tekstslide
VOEDSELWEB
Alle voedselketens uit een
gebied samen = voedselweb
Slide 4 - Tekstslide
Waarom altijd eerst een plant?
Ze maken hun eigen voedsel
Fotosynthese:
Energie (zon)+koolstofdioxide+water
=
glucose + zuurstof
Slide 5 - Tekstslide
Energie
Energiearm = weinig energie
- Koolstofdioxide en water
Energierijk = veel energie
- Glucose en mineralen maakt de plant energierijke stoffen
Mineralen: zijn energiearme stoffen in de bodem. Planten nemen deze op via hun wortels.
Slide 6 - Tekstslide
Verbranding
brandstof + zuurstof = energie
Bij fotosynthese wordt de energie tijdelijk opgeslagen in de brandstof. Bij de verbranding komt de energie weer vrij
Stofwisseling zijn alle processen in een organisme waarbij stoffen worden omgezet in andere stoffen
brandstof
Slide 7 - Tekstslide
Producenten
Producent:
Een plant is een producent, omdat het zelf zijn voedsel kan maken ( fotosynthese) .
Slide 8 - Tekstslide
reducenten
reducenten - reduceren (verminderen)
Stoffen van planten komen via dieren, afvaleters en reducenten uiteindelijk weer bij planten terecht. - kringloop