Paragraaf 1.4: Gelijke rechten voor iedereen?

Wat is een verschil tussen openbaar en bijzonder onderwijs?
A
Bijzonder onderwijs heeft hogere onderwijskwaliteit
B
Bijzonder onderwijs heeft meer vrije dagen
C
Openbaar onderwijs is niet gebaseerd op religie of levensovertuiging
D
Openbaar onderwijs vereist hogere ouderbijdrage
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is een verschil tussen openbaar en bijzonder onderwijs?
A
Bijzonder onderwijs heeft hogere onderwijskwaliteit
B
Bijzonder onderwijs heeft meer vrije dagen
C
Openbaar onderwijs is niet gebaseerd op religie of levensovertuiging
D
Openbaar onderwijs vereist hogere ouderbijdrage

Slide 1 - Quizvraag

Wat is de betekenis van het begrip verzuiling?
A
Een vorm van economische verdeling in de samenleving
B
Eenheid en gelijkheid in de Nederlandse maatschappij
C
Sociale en religieuze segregatie in de Nederlandse samenleving
D
Een politiek systeem in Nederland

Slide 2 - Quizvraag

Wie was de belangrijkste leider van de socialisten in Nederland aan het einde van de 19e eeuw?
A
Pieter Jelles Troelstra
B
Karl Marx
C
Herman Schaepmann
D
Abraham Kuyper

Slide 3 - Quizvraag

Hoe heette de eerste politieke partij van Nederland?
A
RKSP
B
SDAP
C
Liberale Unie
D
ARP

Slide 4 - Quizvraag

Voor welke bevolkingsgroep zetten feministen zich in?
A
Ouderen
B
Vrouwen
C
Kinderen
D
Mannen

Slide 5 - Quizvraag

Paragraaf 1.4: Gelijke rechten voor iedereen?
Er wordt door een aantal groepen in de samenleving gestreden voor (politieke) emancipatie. De belangrijkste discussiepunten hierbij zijn het algemeen kiesrecht, de gelijkstelling van bijzonder onderwijs en de politieke rechten van de vrouw. De Pacificatie van 1917 zou uiteindelijk leiden tot een oplossing voor de politieke impasse. 

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen 1.4
1.4A: Je kunt het begrip feminisme uitleggen aan de hand van Wilhelmina Drucker en Aletta Jacobs.
1.4B: Je kunt uitleggen hoe de veranderingen in de grondwet van 1917 een einde maakte aan de schoolstrijd en de strijd om het algemeen kiesrecht.
1.4C: Je kunt uitleggen waarom Nederland een nieuw kiesstelsel kreeg.

Slide 7 - Tekstslide

Weinig rechten voor vrouwen
  • Geen recht in huwelijk, kinderen, geld, scheiding, geen onderwijs, kiesrecht etc.
  • Vrouwen uit hogere burgerij willen verandering = Feministen
  • Focus op gelijke politieke rechten
1.4A

Slide 8 - Tekstslide

Drucker en Jacobs
  • Wilhelmina Drucker: Strijd voor dezelfde rechten
  • Vrije Vrouwenvereniging (VVV) en Vereniging voor Vrouwenkiesrecht (VvVK)
  • Aletta Jacobs: Eerste vrouw aan Universiteit én vrouwelijke arts.
  • Strijd voor kiesrecht en onderwijs voor vrouwen.

1.4A

Slide 9 - Tekstslide

Pacificatie van 1917
  • Samenwerking socialisten en confessionelen
  • Actief kiesrecht voor mannen (stemmen) en passief kiesrecht voor vrouwen (gekozen worden)
  • In 1919 actief kiesrecht vrouwen
  • Bijzonder onderwijs betaald door overheid = einde schoolstrijd
  • Deal gesloten tijdens WO1!
1.4B

Slide 10 - Tekstslide

Nieuw kiesstelsel in 1917
  • Districtenstelsel: Land in districten verdeeld, je kon alleen op iemand uit je district stemmen. Winnaar district gaat naar Tweede Kamer. Winner takes all.
  • Evenredige vertegenwoordiger: Landelijke lijst met kandidaten.
  • Welk stelsel is eerlijker? En waarom?
1.4C

Slide 11 - Tekstslide

Waarom was er juist tijdens de Eerste Wereldoorlog een politiek compromis mogelijk?

Slide 12 - Open vraag

Wat zou de reden zijn dat de liberalen niet meededen aan de Pacificatie van 1917?

Slide 13 - Open vraag

Bekijk de afbeelding. Gaat het hier om een verkiezing uit het districtenstelsel of uit het stelsel van evenredige vertegenwoordiging?

Slide 14 - Open vraag

Suze Groeneweg was het eerste vrouwelijke tweede kamerlid. Dit had ze bereikt terwijl ze nog nooit zelf had mogen stemmen. Hoe kan dit?

Slide 15 - Open vraag

Aan de slag!
  • Invullen leerdoelen 
  • Maken opdrachten op laptop

  • Afsluiten met controlevragen

Slide 16 - Tekstslide

Tot welke activistische stroming behoorde Aletta Jacobs?
A
Communisme
B
Nationalisme
C
Socialisme
D
Feminisme

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekende de term 'pacificatie' in de context van 1917?
A
Het uitbreiden van militaire operaties
B
Het onderdrukken van sociale bewegingen
C
Het bereiken van politieke vrede en consensus
D
Het bevorderen van internationale handel

Slide 18 - Quizvraag

Welke twee zuilen werken samen om de Pacificatie van 1917 voor elkaar te krijgen?
A
Socialisten en confessionelen
B
Confessionelen en liberalen
C
Liberalen en socialisten
D
Katholieken en protestanten

Slide 19 - Quizvraag