H3 Getallen Herhaling

Herhaling H3 Getallen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H3 Getallen

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling
  • Waarde van getallen 
  • getallen vergelijken (kleiner dan en groter dan)
  • Som, product, verschil en quotient
  • Volgorde van berekeningen 
  • Begrippen teller en noemer 
  • Bij een figuur aangeven welk deel gekleurd is 
  • Decimale getallen 
  • Breuk omzetten naar een decimaal getal 
  • Afronden op éen of twee decimalen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de waarde van het getal vijf in het volgende getal?
45726
A
5
B
50
C
500
D
5000

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de waarde van 5 in het getal:
4567,98
A
5
B
50
C
500
D
5000

Slide 4 - Quizvraag

Groter dan
Kleiner dan

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is de juiste volgorde van berekenen?
A
vermenigvuldigen/delen, optellen/aftrekken, haakjes
B
Haakjes Vermenigvuldigen/delen Optellen/aftrekken
C
Optellen/aftrekken Vermenigvuldigen/delen Haakjes
D
Haakjes Optellen/aftrekken Vermenigvuldigen/delen

Slide 6 - Quizvraag

Welk getal is in deze afbeelding de teller en welke de noemer?
A
4 is de teller 1 is de noemer
B
1 is de teller en 4 is de noemer
C
1 is de teller en 4 is de teller
D
1 is de noemer en 4 is de noemer

Slide 7 - Quizvraag

Welke deel van de afbeelding is gekleurd?
Schrijf het antwoord als volgt:
9/11

Slide 8 - Open vraag

Welk deel van
de rechthoek
is gekleurd?
A
2/5
B
3/10
C
4/10
D
3/5

Slide 9 - Quizvraag

+
-
X
÷
Quotiënt
Som
Verschil
Product

Slide 10 - Sleepvraag

Wat is de som van 12 en 4?
A
8
B
16
C
48
D
3

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het product van 16 en 2?
A
8
B
14
C
32
D
18

Slide 12 - Quizvraag

Maak van een breuk een decimaal getal.

104
A
0,04
B
4,0
C
0,4
D
4,4

Slide 13 - Quizvraag

Maak van een breuk een decimaal getal.
10056
A
0,056
B
0,00056
C
5,6
D
0,56

Slide 14 - Quizvraag

Maak van deze breuk een decimaal getal
1000189

Slide 15 - Open vraag

Maak van deze breuk een decimaal getal
10043

Slide 16 - Open vraag

afronden op één decimaal
4,8497
A
4
B
4,9
C
4,85
D
4,8

Slide 17 - Quizvraag

afronden op 2 decimalen
4,8497

Slide 18 - Open vraag

afronden op 2 decimalen:
4,56734
A
4,56
B
4,6
C
4,567
D
4,57

Slide 19 - Quizvraag

Rond het getal af op 2 decimalen.
456,79642

Slide 20 - Open vraag

Wat is de rekenvolgorde?

eerst


dan
laatst
 ( )
  x
 +
  :
  -

Slide 21 - Sleepvraag

Wat bereken je als eerste?

20 : 4 x 8 - 4
A
20 : 4
B
4 x 8
C
8 - 4
D
4 x 4

Slide 22 - Quizvraag

20 : 2 x 8 - 4 =
A
2,5
B
5
C
1
D
76

Slide 23 - Quizvraag

Schrijf 4150000 met het woord miljoen
A
4 miljoen
B
4,1 miljoen
C
4,15 miljoen
D
415 miljoen

Slide 24 - Quizvraag

Rond het getal 10,79864 af op 1 decimaal
A
10,7
B
10,8

Slide 25 - Quizvraag

Rond het getal 10,79864 af op 2 decimalen
A
11
B
10,79
C
10,8
D
10,80

Slide 26 - Quizvraag

Rond het getal 10,79864 af op 3 decimalen
A
10,798
B
10,79
C
10,799
D
10,79964

Slide 27 - Quizvraag

Rond het getal 10,79864 af op een heel getal
A
10
B
11

Slide 28 - Quizvraag

Er wachten 50 mensen op de lift.
Per keer kunnen er 7 mensen mee.
Hoeveel keer moet de ligt omhoog?
A
7
B
8
C
6
D
9

Slide 29 - Quizvraag

Piet koopt twee zakken pepernoten van €1,49. Hij betaalt contant.
Hoeveel moet hij betalen?
A
€1,50
B
€2,95
C
€3,00
D
€2,98

Slide 30 - Quizvraag

Vragen/ Huiswerk
Maken opgave 36 - 43 (blz. 108)
O39 (blz. 111)
E1, E2, E3, E5, E6


Slide 31 - Tekstslide