Mondzorg en zindelijkheid

Mondzorg bij kinderen en zindelijkheid
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Mondzorg bij kinderen en zindelijkheid

Slide 1 - Tekstslide

0-2 jaar
  • Vaak weten we niet dat  kinderen worden geboren met al hun tanden, deze zitten verstopt onder het tandvlees
  • Van een baby moet je de mondholte 2 keer per dag schoon maken met een zachte hydrofiel doekje of een gaasje
  • Als de tandjes zijn doorgekomen maak je het schoon met een zachte tandenborstel
  • Voor de tandverzorging van een baby moet je een tandenborstel die speciaal voor baby’s is bedoeld, gebruiken. Deze is uitgerust met zachte borstelharen en past in het mondje van de baby. Tegen de tijd dat je baby 1 jaar wordt, neem je hem mee voor zijn eerste bezoek aan de tandarts.

Slide 2 - Tekstslide

2 jaar en ouder
  • Wanneer het kind 2 jaar is mag je gebruik maken van tandpasta met fluoride
  •  Breng een kleine hoeveelheid, zorg ervoor dat het kind alles eruit spuugt na het poetsen en veeg de mond schoon met een vochtig gaasje
  • Tussen de 3 en de 4 jaar kunnen kinderen leren hun eigen tanden te poetsen. Het is heel belangrijk de juiste tandenborstel te kiezen
  • Voor het kind 3 is moet het kind beginnen met het stoppen van duimen en het gebruiken van een speentje. Dit zorgt voor een gezonde ontwikkeling van de mondholte
  • Tussen de 3 en de 5 jaar oud zouden kinderen elk half jaar een bezoek aan de tandarts moeten brengen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

6 jaar en ouder
  • Nadat het kind kind 6 jaar is geworden belandt het in een cruciale fase: de melktandjes beginnen uit te vallen en de volwassen tanden komen te voorschijn
  • Door het uitkomen van de permanente tanden ontstaat er een gemengd tandstelsel en raken de naast gelegen melkkiezen vatbaarder voor tandbederf
  • Hierdoor is het belangrijk dat er wordt begonnen met het flossen
  • Er moet extra aandacht besteden worden aan de hoektanden, daar kan tandplak zich ophopen
  • Een kind moet na zijn zesde een tandpasta gebruiken die 1500 ppm fluoride bevat

Slide 5 - Tekstslide

8 jaar en ouder
  • De kinderen moeten op hun 10e leeftijd al zelfstandig hun tanden poetsen
  •  Het is de taak van de ouder/verzorgers om de juiste tandenborstel en tandpasta te kiezen
  •  Ook is het belangrijk de kinderen eraan te helpen herinneren om ‘s morgens en ‘s avonds en na het nuttigen/eten van zoetigheden of gesuikerde dranken hun tanden te poetsen 
  • Zodra het kind 12 is moet hij/zij ook zelfstandig flossen en tussen de tanden reinigen
  • Bovendien beperkt een goede gebitsverzorging vervelende bezoekjes aan de tandarts en hoeven ze er alleen heen voor een pijnloze controle

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Zindelijkheid

Slide 8 - Tekstslide

  • De meeste kinderen beginnen tussen de 2 en 3 jaar met zindelijk worden. Rond 3 jaar zijn de meeste kinderen overdag zindelijk. 
  • Als het kind naar de basisschool gaat, wordt verwacht dat het op school zindelijk is. 
  • Soms gebeurt er nog na 3 jaar een ongelukje, dat komt doordat het kind is afgeleid of heel graag door wilt spelen.
  • Sommige kinderen vinden het minder leuk om naar de wc te gaan 

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer begin je met zindelijkheidstraining? 
  • Als het kind interesse krijgt in diens eigen plas of poep kun je een wc met een brilverkleiner gebruiken
  • Op een gegeven moment heeft het kind zelf in de gaten dat hij/zij kan poepen en plassen. Hierdoor gaat het kind opletten hoe anderen dat doen
  • Als het kind geen interesse heeft, heeft het geen zin om er ook aan te beginnen.
  • Als kinderen iets moeten doen wat ze eigenlijk niet leuk vinden gaan ze zich verzetten.

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn de signalen?
  • Het kind kan zelf aangeven dat het een natte luier heeft door het je te vertellen of bijvoorbeeld naar diens broek wijzen.
  • Het kind voelt dat het een volle blaas heeft. Meestal gebeurt dit tussen de 1 en 2 jaar.
  • Het kind kan nee zeggen. Dat is een teken van onafhankelijkheid: het kind doet graag dingen zelf. 
  • Het kind kan eenvoudige uitleg begrijpen, bijvoorbeeld: 'Ga maar op het potje zitten'.
  • Het kind heeft langere tijd een droge luier.
  • Het kind wil geen luier meer om, maar een onderbroek aan.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Hoe moet het?
Vertel nu in eigen woorden hoe je het moet aanpakken. Maak een werkplanning.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht  nabespreken
Tekst

Slide 14 - Tekstslide

lesevaluatie. Wat vonden jullie van de les?

Slide 15 - Open vraag