WKJ oefenen H2 Ontwikkelingsfasen

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

In welke situatie wordt de fijne motoriek gestimuleerd?

1. Fietsen met zijwieltjes
2. Figuren knippen
3. Paardrijden
4. Touwtje springen

In welke situatie wordt de grove motoriek gestimuleerd?

1. Schrijven
2. Kralen rijgen
3. binnen de lijntjes kleuren
4. Paardrijden

Lichamelijke ontwikkeling

Geestelijke ontwikkeling

Sociale ontwikkeling

Skelter rijden

Eerste woordjes zeggen

Vormen knippen

Vader en moedertje spelen

Bij welke ontwikkeling hoor het als een baby z'n eerste woordje zegt?

1. Sociale ontwikkeling
2. Motorische ontwikkeling
3. Lichamelijke ontwikkeling
4. Geestelijke ontwikkeling

Bij welke ontwikkeling hoort het spelen van een rollenspel?

1. Lichamelijke ontwikkeling
2. Sociale ontwikkeling
3. Motorische ontwikkeling
4. Geestelijke ontwikkeling

Met 3 maanden kan een baby zitten zonder ondersteuning

1. Ja
2. Nee

Een baby kan met 8 maanden kruipen

1. Waar
2. Niet waar

Met 10 maanden kan een baby goed lopen

1. Waar
2. Niet waar

In welke fase wordt een kind eenkennig?

1. Baby
2. Peuter
3. Kleuter
4. Schoolkind

Noem een voorbeeld van egocentrisch gedrag van een peuter.

Bij welke ontwikkeling hoort het zindelijk worden van een kind?

1. Motorische ontwikkeling
2. Sociale ontwikkeling
3. Cognitieve ontwikkeling
4. Lichamelijke ontwikkeling

In welke leeftijdsfase wordt een kind zindelijk?

1. Baby
2. Peuter
3. Kleuter
4. Schoolkind

Wat is een sociaal kenmerk van een puber?

1. Een puber heeft bijna nooit ruzie met z'n ouders
2. Een puber komt in een groeispurt
3. Een puber wil graag bij een bepaalde groep horen
4. Pubers vinden in de puberteit de mening van hun ouders het meest belangrijk

Sociale binding is belangrijk voor de ontwikkeling van jongeren. Bedenk 2 manieren waarop pubers sociale verbindingen kunnen maken.

Welke zaken kunnen een negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van een persoon? (bijvoorbeeld binnen het gezin of binnen de omgeving)

Bij een autoritaire stijl

1. zijn er geen regels
2. is er veel begrip
3. is er veel controle
4. ouder en kind zijn gelijkwaardig

Bij deze opvoedstijl krijgt het kind veel zelfvertrouwen

1. autoritaire
2. democratisch
3. laissez- fair
4. verwaarlozend

bij welke stijl is er geen betrokkenheid en veiligheid

1. Autoritaire stijl
2. Democratisch
3. Laissez-fair
4. Verwaarlozend

bij welke gedrag en ontwikkelstoornis
is het kind druk en impulsief

1. ADD
2. ADHD
3. Autisme
4. PDD NOS

Als je veel last hebt van prikkels

1. hoogbegaafd
3. ADH