Havo 5 herhaling aarde paragraaf 5.2

Hoe een landschap eruit ziet wordt bepaald door acht geofactoren.
Welke hoort er niet bij?
A
ondergrond en klimaat
B
de mens en de bodem
C
water en lucht
D
zeestromen en reliëf
1 / 33
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoe een landschap eruit ziet wordt bepaald door acht geofactoren.
Welke hoort er niet bij?
A
ondergrond en klimaat
B
de mens en de bodem
C
water en lucht
D
zeestromen en reliëf

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee geofactoren ontbreken bij de vorige vraag?
A
wind en zeestromen
B
planten- en dieren wereld
C
temperatuur en ITCZ
D
hoge en lage luchtdruk

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De meest dominante geofactor op dit moment is:
A
bodem
B
water
C
klimaat
D
mens

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn vijf klimaatgebieden/klimaatzones en zes landschapszones.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Landschapszones liggen globaal...
A
van oost naar west
B
van noord naar zuid
C
willekeurig
D
van hoog naar laag

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6 Landschapszones
Tropische zone
Subtropische zone
Gematigde zone
Boreale zone
Polaire zone
Aride zone

Slide 8 - Tekstslide

Benadruk de aride zone:
- ook koude woestenen
- ook door hogedrukgebieden bij de keerkringen droogte

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De tropische zone bestaat .......
A
tropisch regenwoud en savanne
B
tropisch regenwoud en steppe

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bodem in de tropen vaak onvruchtbaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor zijn de bodems in de tropen vaak onvruchtbaar?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van het tropische regenwoud
  • Heel warm en nat
  • Etage bossen
  • Onvruchtbare bodems 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken  van de Savanne (Aw/As)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aride zone
Steppe en woestijn

  • Neerslag is bepalend (<250mm is woestijn)
  • Zand- en rotswoestijnen 
  • steppe -> voornamelijk grassen, geen bomen
  • Ook koude woestijnen (Gobi) > midden op continent en regenschaduw 
  • Landbouw: nomaden en irrigatie

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk klimaat hoort niet bij de subtropische zone?
A
Cs-klimaat
B
Cw-klimaat
C
Cf-klimaat

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Subtropische zone
Overgang naar gematigde zone

  • Droge zomers, milde winters 
  • Middellandse zeegebied > irrigatielandbouw
  • droogtetolerante vegetatie




Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gematigde zone
  • Loofbomengordel
  • Overgangsgebied naar naaldbomengordel
  • Cultivering door de mens
  • Bodem redelijk vruchtbaar > behoorlijk humuslaag 
  • grootschalige graanverbouw op de koelere steppegebieden

    Waarom voornamelijk op het Noordelijk Halfrond?


    Slide 23 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 24 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Boreale zone
    • Naaldbos / taiga
    • Nauwelijks op het Zuidelijk Halfrond 
    • Te koud voor landbouw, dus houtkap. 

    Slide 25 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Waarom komt de boreale zone niet voor op het ZH?

    Slide 26 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 27 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Polaire zone

    • Toendra, land- en zeeijs
    • Permafrost 
    • Toendra moerassen (zomers)
    • Nomaden, jacht op rendieren en visserij

    Slide 28 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Welke geofactor bepaalt de overgang tussen steppe en woestijn?
    A
    Temperatuur
    B
    Neerslag
    C
    De bodem
    D
    Reliëf

    Slide 29 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    1. Bekijk de landschapszones op de wereldkaart bij deze vraag. In Afrika liggen de verschillende landschapszones over het algemeen parallel aan de evenaar. In Noord- en Zuid-Amerika is dit patroon minder herkenbaar. Welke klimaatfactor veroorzaakt dit afwijkende patroon in Noord- en Zuid Amerika?
    A
    Breedteligging
    B
    Gebergte- en hoogteligging
    C
    Type oppervlak
    D
    Oceanische circulatie

    Slide 30 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies


    Welke combinatie van landschapszone en plantengroei is juist?

    A
    Naaldbossen = Boreale zone
    B
    Savanne en regenwouden = Aride zone
    C
    Loofbossen = Subtropische zone
    D
    Grassen en struiken = Tropische zone

    Slide 31 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Door welke landschapszones kom je achtereenvolgens als je van de Noordpool naar Zuid-Europa reist?
    1. taiga
    2. loofbossen
    3. landijs, drijfijs, pakijs
    4. toendra
    A
    3 - 4 - 1 - 2
    B
    4 - 3 - 1 - 2
    C
    3 - 4 - 2 - 1
    D
    4 - 3 - 2 - 1

    Slide 32 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Welke twee landschapszones kennen C-klimaten?
    A
    subtropische en gematigde zone
    B
    tropische en aride zone
    C
    boreale en polaire zone
    D
    subtropische en boreale zone

    Slide 33 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies