H3 Water (VE) (24-25) paragraaf 1

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

H3 Water (VE) (24-25)

• Neem altijd je spullen mee (boeken, aantekeningenschrift, etui, rekenmachine).
  
• Leren voor het proefwerk begint in de les.
  
• Neem de aantekeningen over van de docent.
  
• Besteed aandacht aan de opdrachten en maak ze in je aantekeningenschrift.
  
• Beantwoord de vraag in hele zinnen!
  
• Schrijf bij berekeningen op: wat is gegeven, wat is gevraagd, formule, uitwerking en eenheid!
  
• Kijk alles goed na en verbeter je fouten.
  
• Maak een begrippenlijst, samenvatting of Mindmap.
  

Leerdoelen 3.1: ijs water waterdamp

Leerdoelen

• Ik kan de drie fasen van water herkennen in de praktijk.
  
• Ik kan de drie fasen waarin water kan voorkomen beschrijven met het deeltjesmodel.
  
• Ik kan met het deeltjesmodel verklaren waarom ijs en veel andere vaste stoffen een kenmerkende kristalstructuur hebben.
  
• Ik kan uitleggen wat cohesie en adhesie zijn.
  

Welke algemene fasen ken je?

1. ijs, vloeibaar en waterdamp
2. ijs, water en gas
3. vast, water en gas
4. vast, vloeibaar en gas

Welke fasen van water ken je?

1. ijs, water en waterdamp
2. ijs, waterdamp en gas
3. vast, waterdamp en gas
4. vast, water en gas

Fasen

De fasen van alle stoffen noemen we:

Vast

Vloeibaar 

Gas

Fasen

Fasen van water:

ijs

water

waterdamp

Let op: verschil tussen waterdamp en nevel.

ijs

water

waterdamp

Wat is het kleinste deeltje van een stof dat nog de stofeigenschappen van die stof heeft?

1. Atoom
2. Molecuul
3. ion

Fasen onder de loep

Om fasen te kunnen verklaren, moeten we naar de kleinste deeltjes van een stof kijken.

Wanneer je een waterdruppel alsmaar door midden deelt, kom je een keer uit bij het kleinste deel van de waterdruppel: een molecuul.

Een molecuul heeft nog dezelfde eigenschappen als de stof zelf.

Een molecuul is weer opgebouwd uit atomen.

Een watermolecuul is opgebouwd uit 

2 waterstofatomen (H) en 1 zuurstofatoom (O).

Molecuulformule van water is H₂O.

Deeltjesmodel

Aantekening 

Deeltjesmodel

• Iedere stof is uit hele kleine deeltjes opgebouwd, moleculen genoemd
  
• Iedere stof heeft zijn eigen molecuulsoort
  
• Moleculen bewegen voortdurend
  
• Moleculen trekken elkaar aan

Bij welke fase bewegen de moleculen het hardst?

1. vaste fase
2. vloeibare fase
3. gasfase

Bij welke fase oefenen de moleculen de grootste aantrekkingskracht op elkaar uit?

1. Vaste fase
2. vloeibare fase
3. gasfase

• In een vaste stof trillen moleculen op hun plaats. Ze trekken elkaar stevig aan en houden elkaar op hun plaats. Vaste vorm en vast volume
  
• In een vloeistof bewegen de moleculen langs elkaar heen. Ze houden elkaar nog wel bijeen, maar er is geen vaste plaats meer. Geen vaste vorm maar wel vast volume.
  
• In een gas bewegen moleculen op grote afstand van elkaar. Geen vaste plaatsen meer, geen vaste vorm en geen vast volume.
  

Bij welke fase heb je geen vaste vorm, maar wel een vast volume?

1. vaste fase
2. vloeibare fase
3. gasfase

Vloeibaar

Vast

Gas

vast volume en vaste vorm

vast volume en geen vaste vorm

geen vast volume en geen vaste vorm

Hoe heet de aantrekkingskracht tussen keukenpapier en water?

1. Adhesie
2. Cohesie

Cohesie en adhesie

Moleculen trekken elkaar dus aan. Ene keer wat meer dan andere keer.

Aantekening

Cohesie: Moleculen van dezelfde stof trekken elkaar aan.

Adhesie: Moleculen van verschillende stoffen trekken elkaar aan.

Welke aantrekkingskracht zie je bij een waterdruppel op vet oppervlak?

1. Adhesie
2. Cohesie

In een kristalrooster heeft elk molecuul een vaste plaats.

Doordat de moleculen van de stof zijn allemaal gelijk zijn, kunnen ze op een regelmatige manier gestapeld worden

In een kristalrooster heeft elk molecuul een vaste plaats.

Doordat de moleculen van de stof zijn allemaal gelijk zijn, kunnen ze op een regelmatige manier gestapeld worden