A3 H4.4 Europa

Het ontstaan van de Europese Unie.



1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het ontstaan van de Europese Unie.



Slide 1 - Tekstslide

Hoe het begon.
Na de Tweede Wereldoorlog drong de VS er op aan om meer samen te gaan werken. 

Ook moest oorlog in de toekomst  worden 
voorkomen.

Periode van de wederopbouw. 

Robert Schuman kwam met het Schumanplan. 




Slide 2 - Tekstslide

Om te starten moesten de Europese erfvijanden echter bij elkaar worden gebracht.
Nederland, België, Luxemburg, West - Duitsland, Italië en Frankrijk.
1951 : Oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. (EGKS).

Slide 3 - Tekstslide

1957 Europese Economische Gemeenschap. 

De landen van de EEG wilden met elkaar samenwerken op het gebied van handel en industrie. Dit vergrootte de markt en versterkte de concurrentiepositie met de V.S. en Japan.
 

Slide 4 - Tekstslide

Verdrag van Maastricht. (1992)



Hier werd besloten over nog verdergaande samenwerking in de EU. 
Naast de uitbreiding van de samenwerking op het gebied van handel. Gaan ze o.a. ook op het gebied van milieu samenwerken. 

Slide 5 - Tekstslide


De Europese Unie. 

In 1992 werd besloten tot de oprichting van de Europese Unie (EU). 

Slide 6 - Tekstslide

voordelen EU
Binnen de unie is er één markt. 
Burgers  van de lidstaten kunnen binnen de EU  vrij reizen. 
Burgers kunnen vrij wonen, studeren en werken in de lidstaten. 
Bedrijven uit lidstaten kunnen zich overal vestigen en hoeven geen invoerrechten te betalen.  

Een aantal landen wilde zelfs zo ver gaan om een gezamenlijke munt in te voeren.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Verdrag van Lissabon (1992)

Inmiddels behoren 28 landen tot de Europese Unie. 

Europa moest democratischer worden.

In het laatste verdrag is ook vastgelegd hoe landen de EU kunnen verlaten. (Brexit)

Slide 9 - Tekstslide

         Aantal nadelen EU:
  • Weinig bereidheid om samen te werken bv tijdens  vluchtelingencrisis 
  • Democratische tekort
  • Te veel wetten en regels
  • Te veel nadelen voor NL
  • Het kost veel geld

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Welke 4 landen deden met het Schumanplan mee
A
Frankrijk, Duitsland, Spanje Griekenland.
B
Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Nederland,
C
Duitsland, Nederland, Belgie en Engeland.
D
Frankrijk, Duitsland, Rusland, , Nederland.

Slide 12 - Quizvraag

Welke volgorde is juist?
A
EGKS, EU, EG, euro
B
Euro, EU, EG, EGKS
C
EGKS, EG, EU, euro
D
EGKS, EG, euro, EU

Slide 13 - Quizvraag

Er zijn 28 landen lid van de EU.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Met de euro kun je in de hele EU betalen .
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

De EU bestaat sinds....
A
1951
B
2002
C
1993
D
1989

Slide 16 - Quizvraag

In 1992 werd de Europese Unie opgericht. In welke Nederlandse plaats?
A
Maastricht
B
Rotterdam
C
Den Haag
D
Amsterdam

Slide 17 - Quizvraag

De Europese Unie heeft ervoor gezorgd dat dierproeven voor het maken van cosmetica verboden zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Om als land toe te treden tot de EU moet je de mensenrechten beschermen.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

De EU heeft meer inwoners dan de Verenigde Staten.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Hoe werkt de Europese Unie?

Slide 21 - Tekstslide



Regeringsleiders en staatshoofden van alle lidstaten samen bepalen de beleidslijnen.

4 keer per jaar een Europese Top.

Extra 'toppen' 
bootvluchtelingen. millieu 
 
       Charles Michel voorzitter
Europese Raad

Slide 22 - Tekstslide

Europese Commissie

  • Dagelijks bestuur. Europese Commisie maakt voorstellen voor wetten.  De Europese commissie  controleert ook of alle EU - landen die wetten invoeren. 
  • Bestaat uit 28 commissarissen (vergelijkbaar met onze ministers).  Uit elke lidstaat komt  een Eurocommissaris. 
  • Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor een beleidsterrein. (een thema)

Slide 23 - Tekstslide

Raad van Ministers
  • Bestaat uit ministers van alle lidstaten.
  • De samenstelling van de Raad is afhankelijk van het onderwerp dat besproken wordt. 
  • Is het thema onderwijs , komen de ministers van onderwijs uit alle EU-landen bijelkaar. 
  • Zo behartigen de ministers hun landsbelang.
  • Bepalen het beleid van de Europese Commissie.

Slide 24 - Tekstslide

Europees Parlement


  • Het Europees Parlement bestaat uit 751 leden. Ze worden iedere vijf jaar door de burgers van de lidstaten gekozen. Hoe meer inwoners een lidstaat heeft, hoe meer zetels dat land heeft in het Europees Parlement. 
  • Het Parlement beslist over de wetsvoorstellen van de Europese Commissie.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video