In deze les zitten 32 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 6 videos.
Onderdelen in deze les
Mens en Activiteit
Kennis maken
met elkaar + methode
Starten met het boek
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
1e + 2e uur = boek activeren, kennismaken starten met hoofdstuk 1
PAUZE
3e uur =
Slide 2 - Tekstslide
Boek activeren
Ga naar Google Chrome en dan naar uitgeversgroep.nl
Slide 3 - Tekstslide
Boek activeren
Vul het formulier in. Gebruik je OVO-Zaanstad mail.
Wachtwoord = je naam met een hoofdletter, geboortejaar, uitroepteken
Bijvoorbeeld: Amber2004!
Slide 4 - Tekstslide
Boek activeren
Ga naar licentie en vul de code achterop het boek in.
Slide 5 - Tekstslide
Waar gaat deze module over?
Waarom is het handig om te weten hoe je een activiteit moet organiseren?
Voor wie kan je activiteiten organiseren?
Waar moet je rekening mee houden?
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Hoofdstuk 1
Na dit hoofdstuk weet je:
- Welke organisaties activiteiten aanbieden.
- Wat voor soort activiteiten deze organisaties aanbieden.
- Voor welke doelgroepen de organisaties activiteiten aanbieden.
Slide 8 - Tekstslide
Kinderopvang
Kinderdagverblijf:0-4 jaar
Peuterspeelzaal:2-4 jaar
Buitenschoolse opvang 4-13 jaar
Slide 9 - Tekstslide
Brede school en Intergrale kindcentra (IKC)
Brede school: basisschool die samenwerkt met verschillende organisaties zoals kinderopvang-organisaties, peuterspeelzalen, cultuur-, sport- en welzijnsinstellingen.
Bij een IKC werken de verschillende organisaties echt met elkaar samen omdat zij hetzelfde denken over opvang en onderwijs.
Slide 10 - Tekstslide
Buurthuis of wijkcentrum en jongerencentrum
Een buurthuis of wijkcentrum is een activiteitencentrum van en voor bewoners in de buurt.
Een jongerencentrum is een instelling waar jongeren, meestal schoolgaande jeugd, terecht kunnen om zich te spannen of om informatie te verkrijgen over thema’s of onderwerpen die aansluiten bij hun leefwereld.
Slide 11 - Tekstslide
(Crisis)opvangcentra
Crisisopvang
Vrouwenopvang
Azielzoekerscentras
Dak- en thuisloze opvang
Slide 12 - Tekstslide
Dagbesteding
Activiteitencentra zijn bestemd voor mensen die geen baan hebben.
Medische kinderdagverblijf.
Centra voor dagbesteding.
Zorgboederijen.
Slide 13 - Tekstslide
Verpleeghuis, verzorgingshuis en (woon)zorgcentrum
Mensen hebben zorg nodig omdat:
- Herstellen van een ziekte of ongeval
- Ziekte b.v. dementie
- Lichamelijke aandoening
- Niet meer voor zichzelf kunnen zorgen
Slide 14 - Tekstslide
Soorten activiteit
Sociale activiteit = samen zijn met mensen en in contact zijn.
Recreatieve activiteit = om te kunnen ontspannen.
Sportieve activiteit = lichamelijk in beweging zijn.
Educatieve activiteit = waar je van leert.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Sportieve, recreatieve, educatieve of sociale activiteit?
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Video
Welke activiteiten zie je hier?
Benoem bij ieder soort activiteit een voorbeeld
Sportief
Sociaal
Educatief
Recreatief
Slide 19 - Tekstslide
Brainstormen
Slide 20 - Tekstslide
Sociaal wijkteam
Groepsactiviteit
Doelgroep: Ouderen
Locatie: Compaen
14 februari
Thema "Valentijnsdag"
Slide 21 - Tekstslide
Groeps- of individuele activiteit
Groepsactiviteit = met meerdere
Individuele activiteit = alleen
Soms kan het ook beide zijn.
Slide 22 - Tekstslide
Maak de opdrachten:
Bladzijde 83 t/m 95
Daarna samen nakijken
timer
1:00
Slide 23 - Tekstslide
Telefoongesprek
Hoe voer je verschillende soorten telefoongesprekken en waar let je op?
zakelijk/informeel
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Slide 26 - Video
Het maken van een afspraak
Waar moet je opletten?
Bel jij of ben je de persoon die gebeld wordt
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Slide 29 - Video
Wat is het verschil tussen deze twee telefoongesprekken?
Slide 30 - Tekstslide
Telefoonalfabet
A – Anna/Anton
B – Bernard
C – Cornelis
D – Dirk
E – Eduard
F – Ferdinand
G – Gerard
H – Hendrik
I – Izaak
J – Jan/Johannes
K – Karel
L – Lodewijk
M – Marie
N - Nico
O – Otto
P – Pieter
Q – Quontient/Quirinus
R – Rudolf
S – Simon
T – Theodor/Teunis
U – Utrecht
V – Victor
W – Willem
X – Xantippe
IJ – IJmuiden
Y – Ypsilon
Z – Zaandam
Slide 31 - Tekstslide
Bladzijde 20 t/m 24
Je gaat met je rug naar elkaar zitten in plaats van