Mavo 2 les 53

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning
* Lezen + boekpromotie
* Dictee
* Herhaling spelling
* Thema A
* Aan de slag
* Afsluiten / kaHoot

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
15 minuten lezen!
Leesboek niet bij je?
Lezen op nu.nl!
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Boekpromotie

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Link

Boekpromotie
Stukje voorlezen

Slide 7 - Tekstslide

Boekpromotie
Wat vinden anderen ervan?

Ik kwam weer helemaal terug in de brugklassfeer toen ik Littekens las, maar het begin was voor mij nog wat stroef. Er werden veel personages geïntroduceerd, maar ik kon ze eerst niet helemaal goed uit elkaar houden. Ik moest even in het verhaal gestort worden, maar gaandeweg het boek kreeg ik steeds meer een binding met Clara en Paul. Littekens lijkt een dun boekje, maar Anke de Vries zorgt er voor dat je dit boek juist in een lange tijd kan lezen. Het Franse sfeertje wist ze heel goed over te brengen, ik had spontaan zin om croissantjes te eten!


Slide 8 - Tekstslide

Dictee

* automobiliste
* achterbumper
* gevel
* tafereel
* ravage


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

So spelling
Deze dinsdag (16 april)! Paragraaf 1 t/m 8.
Huiswerk nog niet af:
§1 Ties, Sacha, Sofie, Matthew, Maren, Kai, Devon
§2 Xavi, Ties, Sofie, Sacha, Ruben, Matthew, Maren, Lynn, Kai,  Jaylana, Fares, Devon, Ayse
§3 Xavi, Sofie, Matthew, Fares, Devon, Bente, Ayse, Arwa, 


Slide 11 - Tekstslide

So spelling
'Wat een mooi weer', zegt Pieter.

Pieter zei dat het buiten mooi weer is. 

Slide 12 - Tekstslide

Komma ,
  • Wanneer je twee zinnen samenvoegt, gebruik je een komma.
  • Tussen twee persoonsvormen plaats je een komma.
  • Voor verbindingswoorden zoals maar, nadat, omdat, terwijl,  want: Ik heb honger, maar ik mag pas eten in de pauze.
  • Bij een opsomming plaats je komma's.

Slide 13 - Tekstslide

Sleep de uitgangen naar het juiste woord om er een verkleinwoord van te maken. 
scherm
snoep
scooter
pizza
rekening
-atje
-tje
-etje
-pje
-je

Slide 14 - Sleepvraag

6. meervouden

Wat is het meervoud van idee?
A
idees
B
ideen
C
ideeën
D
ideën

Slide 15 - Quizvraag

6. meervouden

Wat is het meervoud van rally?
A
rallys
B
rally's
C
rallies
D
rallyen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?

een ander woord voor kinderopvang is
A
creche
B
crèche
C
crêche
D
créche

Slide 17 - Quizvraag

Een samenstelling van een Engels leenwoord schrijf je
A
als één woord
B
met een koppelteken
C
los van elkaar

Slide 18 - Quizvraag

Thema A
Historisch roman

Fragment lezen: hoe komt 'Nederland waterland' hierin terug?
Is dit fragment fictie of non-fictie?

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Cursus 7 spelling
§1 t/m §10 afmaken!

Thema A water
§3 'Geluk met de vis!'





timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide