,

Lezen 2.1, 2.2 en 2.3

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de indeling van een zakelijke brief.
En kijk het na van je buurman/-vrouw.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afzender: eigen naam+adres
Plaats, datum
Geadresseerde
Betreft
Aanhef (Geachte)
Inleiding
Middenstuk
Slot
Afsluiting
Ondertekening
Bijlage

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afzender: eigen naam+adres
Plaats, datum
Geadresseerde
Betreft
Aanhef (Geachte)
Inleiding - Middenstuk - Slot
Afsluiting
Ondertekening
Bijlage

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tegenstelling
Oorzaak - gevolg
Toelichting
Doel - middel
Samenvatting
Conclusie
daarvoor, zodat
hoewel, maar, toch
dus, kortom
doordat, waardoor
kortom, al met al, met andere woorden
bijvoorbeeld, zoals

Slide 6 - Sleepvraag

Verbanden en signaalwoorden
Welke signaalwoorden gebruik je voor
een tegenstelling?

Slide 7 - Woordweb

maar, echter, niettemin, desondanks, hoewel, toch
Welke signaalwoorden gebruik je voor
een opsomming?

Slide 8 - Woordweb

Eerst, vervolgens, bovendien, daarna, ten slotte
Welke signaalwoorden gebruik je voor
een oorzaak-gevolg?

Slide 9 - Woordweb

doordat, waardoor, als gevolg van
Welke signaalwoorden gebruik je voor
een samenvatting?

Slide 10 - Woordweb

kortom, samengevat, met andere woorden, al met al
Welke signaalwoorden gebruik je voor
een conclusie?

Slide 11 - Woordweb

dus, kortom, hieruit volgt

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is een tekst opgebouwd?

Slide 13 - Woordweb

- logisch verband tussen de tekstdelen en heeft elk deel zijn eigen functie. 
- De titel noemt het onderwerp .
- Bij sommige teksten staat onder de titel nog een stukje vetgedrukte tekst met een korte samenvatting van de tekst.
- In het begin van een tekst maakt de schrijver duidelijk wat het onderwerp is. Dat kan op verschillende manieren.
-introduceert het onderwerp. 
- anekdote (= verhaaltje) of voorbeeld bij het onderwerp.

In het middenstuk van de tekst komen de verschillende kanten van het onderwerp aan de orde. 

Het slot van een tekst kan bijvoorbeeld bestaan uit:
een verwijzing naar het voorbeeld of de anekdote uit het begin van de tekst
een samenvatting of conclusie

Slide 14 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je deelonderwerpen?

Slide 15 - Woordweb

Een goede aanpak om de deelonderwerpen snel te vinden:
Lees de titel en het begin van de tekst; stel vast wat het onderwerp is.
Bekijk de lay-out (= opmaak) van de tekst.
Soms geven witregels de scheiding tussen de deelonderwerpen aan.
Soms staan er tussenkopjes boven de deelonderwerpen.
Lees bij twijfel de eerste en/of laatste zin van een alinea om vast te stellen waar een nieuw deelonderwerp begint.

Slide 16 - Link

Deze slide heeft geen instructies


  1. Uitleg opdracht
  2. Opdracht
  3. Lesdoel behaald?
  4. Tips & Tops
  5. Volgende week 
Maak de opdrachten van

Lezen 2.1, 2.2 en 2.3


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies