NED_2.1 Informatieve teksten schrijven (2F) ROC Flevoland

Programma
  1. eerst even kennismaken
  2. instructie schrijven informatieve teksten
  3. zelfstandig aan de slag met de opdrachten
  4. gezamenlijke afsluiting


Nodig: 
  • je boek
  • je laptop
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programma
  1. eerst even kennismaken
  2. instructie schrijven informatieve teksten
  3. zelfstandig aan de slag met de opdrachten
  4. gezamenlijke afsluiting


Nodig: 
  • je boek
  • je laptop

Slide 1 - Tekstslide

Schrijven 2F
2.1 Informatieve teksten

Slide 2 - Tekstslide

Doel: aan het eind van de les kun je een informatieve tekst schrijven
  • je weet wat de kenmerken zijn van een informatieve tekst
  • je kunt een goede titel bedenken voor informatieve tekst
  • je weet welke informatie in welk onderdeel van een informatieve tekst hoort
  • je kunt verbanden duidelijk maken tussen zinnen en alinea's met gebruik van signaalwoorden.
  • je kunt a.d.h.v een schrijfplan een informatieve tekst schrijven

Slide 3 - Tekstslide

Je hebt bij lezen al kennisgemaakt met informatieve teksten wat weet je daar nog over te vertellen?
Informatieve teksten

Slide 4 - Woordweb

We lezen eerst de uitleg op bladzijde 162
Markeer of onderstreep belangrijke onderdelen.

Slide 5 - Tekstslide

Informatieve teksten
Wat is een informatieve tekst:
  • uitleggen, beschrijven of verduidelijken
  • vooral feiten
  • objectief en zonder eigen mening



Slide 6 - Tekstslide

Informatieve teksten
Hoe schrijf je een informatieve tekst:
  • gebruik een schrijfplan bij langere teksten
  • vaste tekststructuren 

Slide 7 - Tekstslide

Een informatieve tekst is altijd subjectief.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Een voorbeeld van een informatieve tekst is:
A
Een reclame
B
Een sprookjesverhaal
C
Een recensie van een film
D
Een nieuwsbericht

Slide 9 - Quizvraag

In een informatieve tekst beschrijf je jouw mening.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Informatieve teksten
Een vaste structuur:
  • Inleiding - aanleiding/introductie
  • Middenstuk - deelonderwerpen
  • Slot - conclusie/samenvatting

Slide 11 - Tekstslide

In de inleiding introduceer je het onderwerp en probeer je lezers te interesseren, dit doe je ....

A
...door te vertellen wat de aanleiding is waarom je schrijft.
B
...door een anekdote te vertellen
C
...door vragen te stellen die je gaat beantwoorden.
D
...door een voorbeeld te geven van het antwoord.

Slide 12 - Quizvraag

Opsomming
Tijd
Oorzaak-gevolg
Tegenstelling
maar
aan de andere kant
doordat
ook
verder
tenslotte
toen
daardoor

Slide 13 - Sleepvraag

Schrijfplan*
  • Voordat je begint met schrijven maak je een schrijfplan
  • Hiervoor gebruik je de 5W + H vragen
  • Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe
  • en bedenk je een logische volgorde om jouw informatie in de tekst te verwerken




*Lees voor meer informatie nog even de uitleg bij Basiscursus Schrijven blz. 148
 1.1 Voorbereiden

Slide 14 - Tekstslide

Bekijk de affiche:

Slide 15 - Tekstslide

Op welke 5W+H vragen
geeft dit affiche geen antwoord?
A
Wie
B
Wat
C
Wanneer
D
Hoe

Slide 16 - Quizvraag

Aan de slag (wwhhtuk)
Wat: Maak in Nu Nederlands paragraaf 2.1 : Informatieve teksten
  • Opdracht 1 Klik hier
    blz 163
  • Opdracht 2 Dat klinkt goed
    blz 163+164
  • Opdracht 3 De geschiedenis van de spijkerbroek
    165 (niet af? =huiswerk voor vrijdag)
Waarom: theorie toepassen
Hoe: In je boek of online, alleen
Hulp: de uitleg/klasgenoot/ mw. Sanichar
Tijd: 20-30 min
Uitkomst: tenminste opdracht 1 en 2 af en een beginnetje opdracht 3
Klaar: heb je alles af binnen de tijd (1,2, en 3) vraag feedback mw. Sanichar - ga iets voor jezelf doen





Slide 17 - Tekstslide

Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?
010

Slide 18 - Poll

Ik vond deze les leerzaam.
(0 = helemaal niet, 100 = heel erg)
0100

Slide 19 - Poll

Je weet wat de kenmerken zijn van een informatieve tekst
Je kunt een goede titel bedenken voor informatieve tekst
Je weet welke informatie in welk onderdeel van een informatieve tekst hoort
Je kunt verbanden duidelijk maken tussen zinnen en alinea's met gebruik van signaalwoorden.
Je kunt a.d.h.v een schrijfplan een informatieve tekst schrijven
Heb je de lesdoelen gehaald?
Helemaal
Oneens
Gedeeltelijk
Eens
Helemaal niet

Slide 20 - Poll