H1.6: Laag Nederland

Leerdoelen:
Je weet welke maatregelen de mens in Laag-Nederland heeft genomen om zich tegen het water te beschermen.
                                Je kan twee voorbeelden noemen van maatregelen.
Je begrijpt hoe Laag-Nederland is opgevuld met veen en klei.
                                Je kan door middel van een serie tekeningen laten zien hoe Laag-Nederland is                                      opgevuld met veen en klei.
Je kunt met behulp van een foto of topografische kaart aanwijzen of een landschap in Hoog- of Laag-Nederland ligt.
                                 Je kunt met behulp van een foto of topografische kaart aanwijzen of een                                                 landschap in Hoog- of Laag-Nederland ligt.

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen:
Je weet welke maatregelen de mens in Laag-Nederland heeft genomen om zich tegen het water te beschermen.
                                Je kan twee voorbeelden noemen van maatregelen.
Je begrijpt hoe Laag-Nederland is opgevuld met veen en klei.
                                Je kan door middel van een serie tekeningen laten zien hoe Laag-Nederland is                                      opgevuld met veen en klei.
Je kunt met behulp van een foto of topografische kaart aanwijzen of een landschap in Hoog- of Laag-Nederland ligt.
                                 Je kunt met behulp van een foto of topografische kaart aanwijzen of een                                                 landschap in Hoog- of Laag-Nederland ligt.

Slide 1 - Tekstslide

De hoogtekaart van Nederland?

Slide 2 - Tekstslide

Waar ligt Laag-Nederland?
A
West
B
Oost

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Welk begrip past er bij letter B rechts in het plaatje?

Slide 5 - Open vraag

Welk begrip past er bij letter A?

Slide 6 - Open vraag

Leerdoel:
Je begrijpt hoe Laag-Nederland
 is opgevuld met veen en klei.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

1. Tussen de zandbank en de duinenrij, beweegt het water amper.
2. Doordat er weinig stroming is, zakken ook de kleine kleideeltjes af naar de bodem.
3. Wanneer de zandbank boven water komt, wordt het water tussen de zandbank en de duinenrij afgesloten van de zee. Met genoeg tijd zal dit water, door bijvoorbeeld de regen, zoet water worden in plaats van zout.
4. Langs een meer met zoet water, groeien veel planten.
5. Deze planten gaan dood en vallen in het water. 
6. De rottende plantenresten hopen op, totdat het meer gevuld is. Dan is het een veenmoeras.

Slide 9 - Tekstslide

Veenmoeras

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoel:
Je weet welke maatregelen de mens in Laag-Nederland heeft genomen om zich tegen het water te beschermen

Slide 11 - Tekstslide

Terp

Slide 12 - Tekstslide

Nog een terp

Slide 13 - Tekstslide

Zeedijk

Slide 14 - Tekstslide

Polders

Slide 15 - Tekstslide