1. Tussen de zandbank en de duinenrij, beweegt het water amper.
2. Doordat er weinig stroming is, zakken ook de kleine kleideeltjes af naar de bodem.
3. Wanneer de zandbank boven water komt, wordt het water tussen de zandbank en de duinenrij afgesloten van de zee. Met genoeg tijd zal dit water, door bijvoorbeeld de regen, zoet water worden in plaats van zout.
4. Langs een meer met zoet water, groeien veel planten.
5. Deze planten gaan dood en vallen in het water.
6. De rottende plantenresten hopen op, totdat het meer gevuld is. Dan is het een veenmoeras.