Voor welke klanten is dit gericht? Dus wat spreekt de klant aan? Lees pagina 108, 109 en 110 om iets te leren over een doelgroep. Maak je winkel herkenbaar voor hen.
Hoe?
Past de stijl van de inrichting bij de producten? Lees voorbeeld Yana op blz 121.
Past de stijl van de inrichting bij de verwachtingen van de klant? goedkope of dure kleuren?
Kan je hier gemakkelijk winkelen? Denk aan overzichtelijke, logische plaatsen.
Is er een duidelijke route?
Denk er verder aan dat bepaalde zaken nooit ontbreken: Denk eerst na wat er altijd in een winkel aanwezig moet zijn. Denk daarbij bijvoorbeeld ook aan de weg naar het magazijn, de personeelskamer en toegang tot andere ruimtes.
Sfeer en ruimte
Lees blz 122 t/m 125
Hoe gebruik je de ruimte (Is het ruim ingericht of zijn paden kort en smal? Vaste route of niet?
Waar is de verkoopruimte, serviceruimte en kassaruimte?
Maak 4.21 op blz 125.
Slide 9 - Tekstslide
Soorten etalages
Lees blz 116
Slide 10 - Tekstslide
Van welke etalage is hier sprake?
A
Gesloten etalage
B
Open etalage
Slide 11 - Quizvraag
Van welke etalage is hier sprake?
A
Open etalage
B
Gesloten etalage
Slide 12 - Quizvraag
Praktijkopdracht individueel (deel 2)
Opdracht in centrum Oss
Zoek 5 etalages die jou aanspreken.
Vraag om toestemming, maak foto's. Zorg dat je kunt uitleggen waarom je dit een goede inrichting vindt.
Slide 13 - Tekstslide
Praktijkopdracht individueel (deel 2)
Opdracht in centrum Oss
Zoek 5 etalages die jou niet aanspreken.
Vraag om toestemming, maak foto's. Zorg dat je kunt uitleggen waarom je dit geen goede inrichting vindt.
Slide 14 - Tekstslide
Zet in een overzicht:
Open etalage
Gesloten etalage
Bij iedere foto: goede of slechte etalage?
Slide 15 - Tekstslide
Wat is een etalage?
Slide 16 - Woordweb
Slide 17 - Video
Een goede etalage:
Trekt de aandacht;
Maakt nieuwsgierig
Laat de laatste mode of niewste artikelen zien
Straalt sfeer uit
Nodigt uit om naar binnen te gaan
Slide 18 - Tekstslide
Een goede etalage:
Thema
Licht
Kleur
Compositie
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Op welke afbeelding zie je een open etalage?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 21 - Quizvraag
De blikvanger
Een klant neemt ongeveer twee seconden de tijd om naar een etalage te kijken. Je moet dus snel de aandacht krijgen van een klant. Dit doe je met een blikvanger.
De plek van de blikvanger:
Op ooghoogte
In het middelpunt
Slide 22 - Tekstslide
Wat is in deze etalage de blikvanger?
Slide 23 - Open vraag
wat is in deze etalage de blikvanger?
Slide 24 - Open vraag
Etaleerdriehoek
Het deel van de etalage wat de meeste aandacht trekt is een driehoek: De etaleer driehoek.
Slide 25 - Tekstslide
Voorbeelden etalagevormen
Open etalage Bovenetalage
Eiland etalage Etaleerdriehoek
Half open etalage
Zoek verder: Hierna: filmpje
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Kleur
Het gebruik van kleur kan enorm de aandacht trekken.
Zwart, zilver, rood, goud = duur
Geel, blauw, wit = goedkoop
Slide 28 - Tekstslide
Verlichting
Met verlichting geef je accenten in je etalage.
Slide 29 - Tekstslide
Wat gaan we deze week doen?
We gaan een etalage inrichten, met een thema.
We maken daarvoor een etaleerplan.
Er wordt samengewerkt in 3 of 4 tallen.
Geef vandaag groepjes van 3 personen door.
Slide 30 - Tekstslide
Etaleerplan- stap voor stap
Soort etalage (blikvanger?, vorm)
Doel van de etalage
Welke artikelen
Thema
Decoratiemateriaal verzamelen
Welke kleuren?
Slide 31 - Tekstslide
Voorbereiden - uitvoeren - afsluiten
Voorbereiden:
Kies thema, materialen, thema, licht.
Hoe ga je samenwerken?
Uitvoeren:
Volgorde: wat eerst > wat daarna?
Afsluiten:
Mening geven over de andere etalages
Opruimen
Slide 32 - Tekstslide
Afsluiten: beoordelen
Iedere groep gaat de andere groepen beoordelen.
Gebruik het formulier en bespreek
hoe je de score als groep gaat uitleggen.
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
Welk thema heeft jullie groepje gekozen?
Maak een ontwerp schets, knip of plak je idee op papier!
Slide 41 - Tekstslide
Volgende week aan de slag!
Jullie gaan spullen verzamelen voor jullie etalage.
Maak gebruik van spullen uit het winkellokaal of magazijntjes op school.
Elk groepje mag met een klein budget wat halen bij de kringloop.
Neem volgende week spullen mee vanuit huis. We gaan dan de etalage spullen verzamelen en de etalage inrichten.
Dit wordt een bewijslast in Profijt!
Slide 42 - Tekstslide
Tijd over? Opdrachten uit het boek
Maak 4.02 4.11 4.12 4.13 4.14 4.15 4.17 4.19
Slide 43 - Tekstslide
Welk product ga je verkopen?
Welk product gaan jullie verkopen?
Maak een keuze. (Hebben jullie een ander idee? Overleg dit dan met mij).