Les 5 Vakleer Verkoop/Logistiek : Etaleren

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

 Etaleren

Slide 2 - Tekstslide

           Terugkijken: Opdracht Den Bosch

Welke kerstdecoraties worden gebruikt?
 Hoe zorgt de winkel voor kerstsfeer?
Welke producten krijgen extra aandacht?
Aanbiedingen?

Hoe waren jullie ervaringen met het interview?

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel:
Leren hoe je een winkel moet inrichten.
Wat winkelexterieur is.
Opdracht: Open en gesloten etalages
Wat winkel interieur is
Opdracht: je eigen winkel inrichting

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

            Praktijkopdracht:
            Winkelinterieur

Nodig:
Knutselmateriaal. per persoon 1 vel

Doel: 
Richt je eigen winkel in: Hoe ziet deze eruit?

Slide 6 - Tekstslide

            Praktijkopdracht

Stap 1:
Maak 4.21 op blz 125.



Slide 7 - Tekstslide

            Praktijkopdracht

Stap 2:



Slide 8 - Tekstslide

            Praktijkopdracht

Stap 2: Brainstorm


Wie en wat?
Hoe heet je winkel? 
Welke producten verkoop je?
Voor welke klanten is dit gericht? Dus wat spreekt de klant aan? Lees pagina 108, 109 en 110 om iets te leren over een doelgroep. Maak je winkel herkenbaar voor hen.

Hoe?
Past de stijl van de inrichting bij de producten? Lees voorbeeld Yana op blz 121.
Past de stijl van de inrichting bij de verwachtingen van de klant? goedkope of dure kleuren?
Kan je hier gemakkelijk winkelen? Denk aan overzichtelijke, logische plaatsen.
Is er een duidelijke  route?
Denk er verder aan dat bepaalde zaken nooit ontbreken: Denk eerst na wat er altijd in een winkel aanwezig moet zijn. Denk daarbij bijvoorbeeld ook aan de weg naar het magazijn, de personeelskamer en toegang tot andere ruimtes.

Sfeer en ruimte
Lees blz 122 t/m 125
Hoe gebruik je de ruimte (Is het ruim ingericht of zijn paden kort en smal? Vaste route of niet?
Waar is de verkoopruimte, serviceruimte en kassaruimte?
Maak 4.21 op blz 125.

Slide 9 - Tekstslide

Soorten etalages 
Lees blz 116

Slide 10 - Tekstslide

Van welke etalage is hier sprake?
A
Gesloten etalage
B
Open etalage

Slide 11 - Quizvraag

Van welke etalage is hier sprake?
A
Open etalage
B
Gesloten etalage

Slide 12 - Quizvraag

            Praktijkopdracht individueel (deel 2)





Opdracht in centrum Oss

Zoek 5 etalages die jou aanspreken.
Vraag om toestemming, maak foto's. Zorg dat je kunt uitleggen waarom je dit een goede inrichting vindt.


Slide 13 - Tekstslide

            Praktijkopdracht individueel (deel 2)





Opdracht in centrum Oss

Zoek 5 etalages die jou niet aanspreken.
Vraag om toestemming, maak foto's. Zorg dat je kunt uitleggen waarom je dit geen goede inrichting vindt.


Slide 14 - Tekstslide

Zet in een overzicht: 
Open etalage 
Gesloten etalage
Bij iedere foto: goede of slechte etalage?

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een etalage?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Video

Een goede etalage:
  • Trekt de aandacht;
  • Maakt nieuwsgierig
  • Laat de laatste mode of niewste artikelen zien
  • Straalt sfeer uit
  • Nodigt uit om naar binnen te gaan

Slide 18 - Tekstslide

Een goede etalage:
  • Thema
  • Licht
  • Kleur
  • Compositie

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Op welke afbeelding
zie je een open etalage?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 21 - Quizvraag

De blikvanger
Een klant neemt ongeveer twee seconden de tijd om naar een etalage te kijken. Je moet dus snel de aandacht krijgen van een klant. Dit doe je met een blikvanger.

De plek van de blikvanger:

  • Op ooghoogte
  • In het middelpunt

Slide 22 - Tekstslide

Wat is in deze etalage de blikvanger?

Slide 23 - Open vraag

wat is in deze etalage de blikvanger?

Slide 24 - Open vraag

Etaleerdriehoek
Het deel van de etalage wat de meeste aandacht trekt is een driehoek: De etaleer driehoek.

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeelden etalagevormen
Open etalage                             Bovenetalage
Eiland etalage                            Etaleerdriehoek
Half open etalage

Zoek verder:                              Hierna: filmpje

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Kleur
Het gebruik van kleur kan enorm de aandacht trekken.

Zwart, zilver, rood, goud = duur

Geel, blauw, wit  =  goedkoop

Slide 28 - Tekstslide

Verlichting
Met verlichting geef je accenten in je etalage.

Slide 29 - Tekstslide

Wat gaan we deze week doen?

                                        We gaan een etalage inrichten, met een thema.
 We maken daarvoor een etaleerplan. 

Er wordt samengewerkt in 3 of 4 tallen. 
Geef vandaag groepjes van 3 personen door.

Slide 30 - Tekstslide

Etaleerplan- stap voor stap
  1. Soort etalage (blikvanger?, vorm) 
  2. Doel van de etalage
  3. Welke artikelen
  4. Thema
  5. Decoratiemateriaal verzamelen
  6. Welke kleuren?

Slide 31 - Tekstslide

Voorbereiden - uitvoeren - afsluiten
                                        Voorbereiden:
Kies thema, materialen, thema, licht.
Hoe ga je samenwerken?
Uitvoeren:
Volgorde: wat eerst > wat daarna?
Afsluiten:
Mening geven over de andere etalages
Opruimen

Slide 32 - Tekstslide

Afsluiten: beoordelen
Iedere groep gaat de andere groepen  beoordelen.
Gebruik het formulier en bespreek
hoe je de score als groep gaat uitleggen.


Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Welk thema heeft jullie groepje gekozen?
Maak een ontwerp schets, knip of plak je idee op papier! 

Slide 41 - Tekstslide

Volgende week aan de slag!
Jullie gaan spullen verzamelen voor jullie etalage. 

Maak gebruik van spullen uit het winkellokaal of magazijntjes op school.

Elk groepje mag met een klein budget wat halen bij de kringloop. 

Neem volgende week spullen mee vanuit huis. We gaan dan de etalage spullen verzamelen en de etalage inrichten.
Dit wordt een bewijslast in Profijt!

Slide 42 - Tekstslide

            Tijd over? Opdrachten uit het boek


Maak 4.02  4.11   4.12    4.13     4.14     4.15     4.17   4.19



Slide 43 - Tekstslide

Welk product ga je verkopen?
Welk product gaan jullie verkopen? 
Maak een keuze. (Hebben jullie een ander idee? Overleg dit dan met mij).  
1. Schoenen
2. Kleding 
3. Geuren
4. Telefoons

Slide 44 - Tekstslide