In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Paragraaf 6.3 Spiegelbeelden
Paragraaf 6.3 Spiegelbeelden
Planning:
- Terugblik Paragraaf 6.2
- Nakijken 6.1 + 6.2
- Uitleg paragraaf 6.3
- Opdrachten 6.3 maken
Slide 1 - Tekstslide
Schaduw tekenen
Puntlichtbron
Slide 2 - Tekstslide
Schaduw (kern en half): fout
Twee lichtbronnen
Slide 3 - Tekstslide
Direct licht
Het licht komt rechtstreeks (direct) van de lichtbron.
Slide 4 - Tekstslide
Indirect licht
Indirect licht is licht dat ergens tegenaan schijnt, bijvoorbeeld een lamp die tegen de muur schijnt. Het licht komt via een mat oppervlak dat het licht in allerlei richtingen weerkaatst (reflecteert).
Slide 5 - Tekstslide
Diffuus licht
Diffuus licht is licht dat eerst ergens doorheen gaat. Denk aan een doorschijnende lampenkap die om een lamp heen zit. Het licht van de lichtbron gaat door een doorschijnend voorwerp en wordt door dat voorwerp verstrooit.
Slide 6 - Tekstslide
Verschil indirect en diffuus licht
Indirect licht is licht dat ergens tegenaan schijnt, bijvoorbeeld een lamp die tegen de muur schijnt. (reflectie)
Diffuus licht is licht dat eerst ergens doorheen gaat. Denk aan een doorschijnende lampenkap die om een lamp heen zit. (verstrooiing)
Beide lichten zorgen wel voor zacht licht.
Slide 7 - Tekstslide
hoe heet het lichtere gedeelte van een schaduw?
A
kernschaduw
B
halfschaduw
Slide 8 - Quizvraag
Dit is een voorbeeld
A
Direct licht
B
Indirect licht
C
Diffuus licht
D
Schaduwvorming
Slide 9 - Quizvraag
Dit is een voorbeeld
A
Direct licht
B
Indirect licht
C
Diffuus licht
D
Schaduwvorming
Slide 10 - Quizvraag
Welk(e) gebied(en) geven de halfschaduw(en) en welk(e) de kernschaduw(en) aan?
A
Rood is halfschaduw, blauw is kernschaduw
B
Blauw is geen schaduw en rood is kernschaduw
C
Rood is kernschaduw en blauw is halfschaduw
D
Rood is geen schaduw en blauw halfschaduw
Slide 11 - Quizvraag
Wat voor licht ontstaat er door verstrooiing?
A
Indirect licht
B
Convergent licht
C
Direct licht
D
Diffuus licht
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen diffuus en indirect licht?
Slide 13 - Open vraag
Waar is het licht het felst?
A
Bij het blauwgemarkeerde
B
Het licht is overal even fel
C
Bij het geelgemarkeerde
D
Bij het geel gemarkeerde
Slide 14 - Quizvraag
Wie is er wel eens in de Efteling geweest en is daarbij in het Spookslot, Sprookjesbos, Fata Morgana en/of de Droomvlucht geweest?
A
Ik ben niet in de Efteling geweest
B
Ik ben wel in de Efteling geweest, maar niet in een van deze attracties
C
Ik ben in de Efteling geweest en wel in een van deze attracties geweest
Slide 15 - Quizvraag
Pepper's Ghost
Bij deze attracties wordt er gebruik gemaakt van de illusietechniek Pepper's Ghost. Doormiddel van spiegels die op een bepaalde manier zijn geplaatst, ontstaan er spiegelbeelden. Die spiegelbeeld is half-doorzichtig en dat zien wij.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Video
Hoofdstuk 6. Licht
§6.3 Spiegelbeelden
Slide 19 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kan ik:
de spiegelwet beschrijven
de teruggekaatste lichtstraal in een spiegel tekenen m.b.v. de spiegelwet
de teruggekaatste lichtstraal tekenen m.b.v. het spiegelbeeld
Hoofdstuk 6.
§6.3 Spiegelbeelden
Slide 20 - Tekstslide
Spiegelwet
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
timer
3:00
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Spiegelbeeld construeren
Slide 25 - Tekstslide
Spiegelbeeld van een lichtstraal
Slide 26 - Tekstslide
De Spiegelwet
Bij terugkaatsing door een spiegel geldt altijd:
hoek van inval = hoek van terugkaatsing
of in symbolen: ∠i = ∠t
Hoofdstuk 6.
§6.3 Spiegelbeelden
Slide 27 - Tekstslide
Spiegelwet
Stel hoek i is 35°, hoe groot is dan hoek t?
Spiegelwet is dus:
Slide 28 - Tekstslide
Stappenplan
Leg je geodriehoek met de loodlijn op de spiegel en de nulpunt op het snijpunt met de lichtstraal.
Teken de normaal
Lees de hoek van inval af
Leg je geodriehoek nu langs de andere kant van de normaal geef aan wat de hoek van terugkaatsing is
Trek de terugkaatsende lichtstraal
Slide 29 - Tekstslide
Opdracht 4
Opdracht 4d
Slide 30 - Tekstslide
Spiegelbeeld tekenen
Kies een willekeurig punt L van het voorwerp
Leg je geodriehoek met de loodlijn en de nulpunt op de spiegel
Teken het beeldpunt B zo dat de afstand B-Spiegel even groot is als de afstand L-Spiegel