Vakleer met de hele klas

De werkelijke voorraad bestaat uit alle goederen die in het bedrijf aanwezig zijn.
A
Waar
B
Niet waar
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
RetailMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

De werkelijke voorraad bestaat uit alle goederen die in het bedrijf aanwezig zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quizvraag

Noem de 5 stappen in het 5S-systeem?

Slide 2 - Open vraag

Welke beroepen zijn er binnen Transport en Logistiek?

Slide 3 - Woordweb


A
100 cm x 100 cm
B
80 cm x 120 cm
C
80 cm x 100 cm
D
80 cm x 80 cm

Slide 4 - Quizvraag

Wat voor soort stelling zien we hier?
A
Doorrolstelling
B
Draagarmstelling
C
Palletstelling
D
Legbordstelling

Slide 5 - Quizvraag

Welke definitie over logistiek is het meest correct??
A
Logistiek gaat enkel over het opslaan van goederen.
B
Logistiek gaat enkel over het vervoeren van goederen.
C
Logistiek gaat over alle activiteiten om een product tot bij de consument te krijgen.

Slide 6 - Quizvraag

Welke activiteit voert een distributiecentrum niet uit?
A
Opslag van goederen.
B
Vervoeren van goederen.
C
Produceren van goederen.
D
Aan- en verkopen van goederen.

Slide 7 - Quizvraag

Selecteer het juiste woord voor het begrip ''Warehouse"
A
Distributiecentrum
B
Kleinhandel
C
Grootwarenhuis
D
Opslag magazijn

Slide 8 - Quizvraag

Alle goederen worden willekeurig opgeslagen in het magazijn.
A
Juist
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Wat hoort er niet tot het takenpakket van een orderpicker?
A
Scannen van goederen.
B
Kleine aantallen goederen uit het magazijn halen.
C
Goederen lossen op de juiste locatie voor de juiste vrachtwagen.
D
Goederen lossen uit de vrachtwagen.

Slide 10 - Quizvraag