Elektriciteit herhaling

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2,3

Vandaag:

- Kort over PO volgende week

- Oefenen met vragen over elektriciteit

Volgende week PO

- Per les de helft van de klas, in magister staat wie ik verwacht

- PO is voor cijfer dus een toets; in stilte

- Je gaat werken met PO elektriciteit

- Donderdag gaan we nog een keer oefenen

- Er zit ook rekenwerk in, kijk naar berekeningen met P = U x I

- Je moet een grafiek kunnen maken. 

Vragen over elektriciteit!

Een materiaal dat elektriciteit kan vervoeren noem je een...

Hiernaast zie je het typeplaatje van een apparaat.
Bereken het vermogen.
Formule: P = U x I

Spanning meet je in....

1. Ampère
2. Volt
3. Watt
4. Joule

Meet de stroomsterkte bij het tweede lampje.

V

A

Sleep je elementen naar de juiste begrippen.

Serieschakeling

Parallelschakeling

Spanning is gelijk

Spanning wordt verdeeld

Wat betekent dit symbool?

Energie =

X

......................

........................

Tijd

Vermogen

Stroomsterkte

Spanning

Loopt er een elektrische stroom door een open schakeling?

1. Ja
2. Nee

Wat voor stroomsterkte geeft de ampèremeter nr 1 aan?

Meet de spanning bij het eerste lampje.

V

A

Is de spanning voor en na de lamp hetzelfde?

1. Ja
2. Nee

Hoeveel spanning loopt er naar een lampje als er 3 batterijen op aangesloten zijn?

1. 1,5 Volt
2. 3 Volt
3. 4,5 Volt
4. 6 Volt

Hoe noemen we deze schakeling?

Hoe noem je een stof die geen stroom kan geleiden?

Teken een serieschakeling en maak hier een foto van

Is dit een goede schakeling, en waarom?

Spanning is een...

1. Grootheid
2. Eenheid

Wat is het vermogen van een boormachine met een spanning van 230V en een stroomsterkte van 3,9A?

Spanning meet je in....

1. Ampère
2. Volt
3. Watt
4. Joule

Een wasmachine verbruikt voor één wasbeurt 1,2 kWh. 1kWh kost €0,25.
- Hoeveel kost twee wasbeurten?

Welke twee gegevens heb je nodig om vermogen te berekenen?

1. Spanning
2. Capaciteit
3. Stroom
4. Tijd

Teken een parallelschakeling en maak er een foto van:

In een parallelschakeling is de spanning?

1. Gelijk
2. Verdeeld

Benoem twee gevaren die kunnen ontstaan bij het gebruik van elektriciteit.

De totale energie die een apparaat verbruikt bereken je door...

1. E=P⋅t
2. P=U⋅I
3. E=I⋅t
4. P=U⋅t

Meet de stroomsterkte bij het tweede lampje en de spanning van het eerste lampje.

V

A

Omschrijf in eigen woorden wat er wordt bedoelt met kortsluiting.

Een keukenmachine heeft een vermogen van 750 W. Deze staat 3,5 minuut aan om beslag te mixen.
Bereken de energie die nodig is om te mixen.