flex v2 unité 2

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

check check : in aantekeningenschrift??






je peux                  - ik kan
tu peux                 - jij kunt
il/elle/on peut     - hij /zij/men kan
nous pouvons   - wij kunnen 
vous pouvez       - jullie kunnen
vous pouvez         - u kunt
ils peuvent           - zij kunnen
elles peuvent       - zij kunnen

PC
j'ai pu                                 ik heb gekund
tu as pu                            jij hebt gekund
il/elle/on a pu                hij / zij/ men heeft gekund
nous avons pu             wij hebben gekund
vous avez pu                u heeft gekund
vous avez pu                jullie hebben gekund
ils ont pu                        zij hebben gekund
elles ont pu                   zij hebben gekund

Slide 2 - Tekstslide

 het bezittelijk voornaamwoord 







Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is
De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.  
BV: Max is mijn broer - Max est mon frère (m.ev)

Slide 3 - Tekstslide

let op!!
Als een zelfstandig  naamwoord met een klinker begint zetten we er een mannelijk bezittelijk voornaamwoord voor. 
mon ami - mijn vriend
mon amie - mijn vriendin (omdat amie met een klinker begint)
mon adresse - mijn adres (vev)
MAAR!!!! als er een bijvoeglijk naamwoord tussenkomt gaat deze regel niet meer op : 
mijn beste vriendin : ma meilleure amie
mijn mooie vriendin : ma belle amie
mijn nieuwe adres ; ma nouvelle adresse

Slide 4 - Tekstslide

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord

Slide 5 - Tekstslide

passion
adversaires
exposé
but
coude
mon
ma
mes

Slide 6 - Sleepvraag

C'est (zijn )père.
A
son
B
sa
C
ses

Slide 7 - Quizvraag

C'est (mijn)père.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 8 - Quizvraag

C'est (haar)père.
A
son
B
sa
C
ses

Slide 9 - Quizvraag

(hun) ... chats ne sont pas très mignons.
A
vos
B
nos
C
leur
D
leurs

Slide 10 - Quizvraag

onze clown
A
vos clown
B
ses clown
C
leurs clown
D
notre clown

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

(hun) ... chats sont très mignons.
A
vos
B
nos
C
leur
D
leurs

Slide 13 - Quizvraag

onze ouders
A
vos parents
B
ses parents
C
leurs parents
D
nos parents

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Il est midi
A
Het is middag
B
Het is 12 uur 's middags
C
Het is tijd
D
Het is 12 uur 's nachts

Slide 16 - Quizvraag

Il est sept heures et quart
A
Het is 7 uur
B
Het is kwart voor 7
C
Het is kwart over 7
D
Het is kwart voor 8

Slide 17 - Quizvraag

Il est cinq heures et demie
A
Het is half 5
B
Het is 5 uur
C
Het is kwart over 5
D
Het is half 6

Slide 18 - Quizvraag

Il est trois heures moins le quart
A
Het is half 3
B
Het is kwart voor drie
C
Het is kwart over 3
D
Het is half 4

Slide 19 - Quizvraag

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
Il est sept heures et demie.

Slide 20 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
Il est quatre heures dix.

Slide 21 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
Il est midi et demi

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

tante
parents
père
mon
ma
mes

Slide 24 - Sleepvraag

C'est ... père.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 25 - Quizvraag

(hun) ... plage (vev)
A
leurs
B
notre
C
votre
D
leur

Slide 26 - Quizvraag

Quelle heure est-il?
a) Il est dix heures et quart
b) il est trois heures moins dix
c) Il est dix minutes devant trois heures 

Slide 27 - Tekstslide

les heures
Quelle heure est-il? ->Il est ... heure(s)
-> Il est une heure
     Il est deux heures
     Il est trois heures

Il est midi - 12 uur 's middags
Il est minuit - 12 uur 's nachts

Slide 28 - Tekstslide

Les heures - half

il est une heure et demie
il est deux heures et demie
il est trois heures et demie
! il est midi et demi
! il est minuit et demi

Slide 29 - Tekstslide

Les heures - kwart over

il est une heure  et quart
il est deux heures et quart
il est neuf heures et quart
il est midi et quaart 
il est minuit et quart

Slide 30 - Tekstslide

Les heures - kwart voor

il est une heure moins le quart
il est deux heures moins le quart        
il est trois heures moins le quart
il est midi moins le quart

LET OP : bij kloktijden vertaal je IL EST niet als hij is!

Slide 31 - Tekstslide

Quelle heure est-il?
Om te zeggen hoe laat het is gebruik je: Il est .... heures.
het is kwart over ......      = il est ........ heures et quart
het is half........                   = il est ........ heures et demie
het is kwart voor ........    = il est ........ heures moins le quart
het is twaalf uur 's middags = il est midi
het is twaalf uur 's nachts     = il est minuit

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide


il est cinq heures
il est cinq heures cinq
il est cinq heures dix
il est cinq heures et quart
il est cinq heures vingt
il est cinq heures vingt-cinq
il est cinq heures et demie

il est six heures moins vingt-cinq
il est six heures moins vingt
il est six heures moins le quart
il est six heures moins dix
il est six heures moins cinq
il est six heures

Slide 34 - Tekstslide

Il est midi
A
Het is middag
B
Het is 12 uur 's middags
C
Het is tijd
D
Het is 12 uur 's nachts

Slide 35 - Quizvraag

Il est huit heures et quart
A
Het is 8 uur
B
Het is half 8
C
Het is kwart over 8
D
Het is kwart voor 8

Slide 36 - Quizvraag

Il est cinq heures et demie
A
Het is half 5
B
Het is 5 uur
C
Het is kwart over 5
D
Het is half 6

Slide 37 - Quizvraag

Il est trois heures moins le quart
A
Het is half 3
B
Het is kwart voor drie
C
Het is kwart over 3
D
Het is half 4

Slide 38 - Quizvraag

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
Il est sept heures et demie.

Slide 39 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
Il est quatre heures dix.

Slide 40 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
Il est midi et demi

Slide 41 - Open vraag

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Quelle heure est-il?
Geef antwoord op de vraag hoe laat het is,
begin je zin altijd met  
[ Il est ]
en sluit af met een 
[  .  ]

Slide 44 - Tekstslide

Quelle heure est-il?

Slide 45 - Open vraag

Quelle heure est-il?

Slide 46 - Open vraag

Quelle heure est-il?

Slide 47 - Open vraag

Quelle heure est-il?

Slide 48 - Open vraag

Quelle heure est-il?

Slide 49 - Open vraag

Slide 50 - Video