Als plastic in de natuur terechtkomt, vergaat het nooit. Het breekt net zo vaak af tot er veel kleine stukjes ontstaan, die je met het blote oog niet kunt zien. Die stukjes kunnen vijf millimeter groot zijn, maar ze kunnen ook afbreken tot stukjes van een duizendste van een millimeter. De stukjes kunnen afslijten van bijvoorbeeld kunststof kleren of (etens-)verpakkingen. Maar ze zitten ook als kleine bolletjes in bijvoorbeeld tandpasta en douchegel, liggen op straat, drijven in de zee en zweven door de lucht. En deels komt het ook in ons drinkwater terecht.