Pincode 3gt Rekenmodule 2.1

Rekenmodule hoofdstuk 2
Deze berekeningen moet je kunnen maken bij de toets over hoofdstuk 2.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Rekenmodule hoofdstuk 2
Deze berekeningen moet je kunnen maken bij de toets over hoofdstuk 2.

Slide 1 - Tekstslide

LET OP!
Noteer bij alle opgaven je berekening en let op je afronding (geld 2 decimalen, procenten 1 decimaal).

Slide 2 - Tekstslide

Bekijk het vergelijkend warenonderzoek hiernaast. Bereken welke reep per 100 gram het goedkoopst is.

Slide 3 - Open vraag

Timo koopt in de supermarkt een pakje kipfilet. Op de verpakking staan twee prijzen: de prijs per kilo € 8,00, en het bedrag dat Timo moet betalen.
In het pakje zit 165 gram kipfilet.
Reken uit hoeveel Timo moet betalen.

Slide 4 - Open vraag

Kijkshop heeft een Miele stofzuiger in de aanbieding voor € 180. Mediamarkt heeft dezelfde stofzuiger voor € 169,95 in de aanbieding.
Reken uit hoeveel procent de stofzuiger van Mediamarkt goedkoper is dan bij Kijkshop. Rond af op één decimaal.

Slide 5 - Open vraag

Volkswagen heeft een actie. De goedkoopste Golf waar je normaal € 18.491 voor betaalt, kost nu € 17.500.
Bereken met hoeveel procent de Golf tijdens deze actie is afgeprijsd.
A
5,4%
B
5,6%
C
5,7%
D
5,8%

Slide 6 - Quizvraag

Twee reisbureaus, Siena Tours en Sole Reizen stunten met reizen naar de Italiaanse zon. Siena Tours heeft een all-in vakantie in de aanbieding: een week voor € 549 per persoon. Sole Reizen heeft een vergelijkbare reis voor slechts € 520 per persoon. Reken uit hoeveel procent Sole Reizen goedkoper is dan Siena reizen. Rond af op één decimaal.

Slide 7 - Open vraag

Maarten betaalt € 650 euro huur per maand. De huur wordt verhoogd met € 19,50. Hoeveel procent is de huurverhoging?

Slide 8 - Open vraag

Voor de huur van woningen is 2010 het basisjaar. In dat jaar was de huur van
een rijtjeshuis gemiddeld € 525. In 2016 is de huur gestegen naar € 620.
Bereken voor 2016 het indexcijfer van de huur.

Slide 9 - Open vraag

Gebruik de tabel. Azadeh (24 jaar) woont met haar vriend op een driekamerflat. De huur bedraagt € 315 per maand. Azadeh verdient € 16.000 per jaar, haar vriend € 8.000 per jaar.

Komt Azadeh in aanmerking voor huurtoeslag? Leg je antwoord uit.

Slide 10 - Open vraag

Mhemmed wil zelfstandig gaan wonen en vraagt een huurwoning aan.
Na enige tijd krijgt hij een huurwoning aangeboden. Hij accepteert
de woning en tekent het huurcontract. Bekijk de tabel.
Bereken hoeveel Mhemmed maximaal per maand mag
verdienen om in aanmerking te komen voor huurtoeslag.
Laat je berekening zien.

Slide 11 - Open vraag

De WOZ-waarde van een woning is €280.000. De OZB-belasting bedraagt 0,14 %.
Bereken de OZB-belasting.

Slide 12 - Open vraag

Marcel heeft een huis met een WOZ-waarde van € 230.000. De ozb is in zijn gemeente 0,185% van de WOZ-waarde.
Daarnaast betaalt hij €115 afvalstoffenheffing en €133 rioolheffing.
Hoeveel ozb betaalt Marcel per jaar?

Slide 13 - Open vraag

In de gemeente Hunzevallei steeg de ozb (onroerendezaakbelasting) per woning van € 308,10 naar € 422,30.

Bereken met hoeveel procent de ozb in Hunzevallei is gestegen.

Slide 14 - Open vraag

Jay woont in een eigen huis met een waarde van € 210.000. Het tarief van de onroerendezaakbelasting is 0,12% per jaar.

Bereken hoeveel ozb Jay per jaar betaalt. Geef de berekening.

Slide 15 - Open vraag

Bekijk het overzicht met gemeentelijke belastingen voor Middelo en Reestmond. De familie Hamming woont in Middelo, de familie Kingma in Reestmond. Beide families hebben een hond en wonen in een huis met een WOZ-waarde van € 270.000. Welke familie betaalt de laagste gemeentelijke belastingen per jaar en hoeveel goedkoper zijn de uit?

Slide 16 - Open vraag

Bekijk de grafiek.
Hoeveel procent is de CO2-uitstoot van een hybride auto lager dan die van een gewone auto?
Rond je antwoord af op één decimaal.

Slide 17 - Open vraag

Een huis kost €320.000 en de kosten koper zijn 5 %.
Bereken hoeveel de kosten koper zijn.

Slide 18 - Open vraag


Jeffrey en Manon zien op de huizenwebsite Funda een appartement met een
vraagprijs van € 269.500 k.k. Na stevig onderhandelen krijgen ze € 25.000 van de vraagprijs af.
Bereken welk bedrag ze in totaal voor het appartement betalen, als je ook rekening houdt met 5% kosten koper.

Slide 19 - Open vraag

Gebruik de bron hiernaast.
Reken uit hoeveel ton CO2 Nederland in 2010 uitstootte. Rond af op een heel getal.

Slide 20 - Open vraag

Hoeveel is 15% van 250?
A
30
B
32,50
C
35
D
37,50

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel is 30% van 25.800?
A
7.740
B
77.400
C
774
D
7744

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel maanden zitten
er in kwartaal ?
A
3
B
4
C
6
D
12

Slide 23 - Quizvraag

Hoeveel % is €19 van €42?
A
45,2%
B
45,3%
C
45%
D
45,1%

Slide 24 - Quizvraag

En: hoeveel 82% van 250?
A
305
B
205
C
232
D
168

Slide 25 - Quizvraag

Bekijk het diagram hiernaast
Tussen 1990 en 2006 is de uitstoot
van broeikasgassen toegenomen.
Bereken hoeveel kilo deze
uitstoot is toegenomen.
Schrijf de berekening op.

Slide 26 - Open vraag

Bekijk het diagram hiernaast. In 1995 was de uitstoot van broeikasgassen in Nederland het hoogst.
Bereken met hoeveel kilo de uitstoot van broeikasgassen gemiddeld PER JAAR is gedaald tussen 1995 en 2015.

Slide 27 - Open vraag

Dit waren de rekenoefeningen.
Veel succes met het maken van de toets.
En vergeet niet je rekenmachine mee te nemen!!!

Slide 28 - Tekstslide