Indeling in de gezondheidszorg week 3

Indeling in de gezondheidszorg 
week 3
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Indeling in de gezondheidszorg 
week 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zorgverlening beroep en organisatie 4


module 3 paragraaf 1.1 
 module 6 paragraaf 1.2, 1.2 en 1.3

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

waar gaan we het over hebben vandaag


indelingen in de gezondheidszorg
verpleegsystemen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat hebben we vorige week behandeld?

Slide 4 - Open vraag


niveaus in de zorgsector

paramedische beroepen
kunnen jullie er nog een paar opnoemen?

overleg vormen

Mindmap!


Pen en post-it
Zet in steekwoorden neer wat is:
Gezondheidszorg

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf op een zijvak van het bord het woord gezondheidzorg.
Geef elke student een post-it.
Laat de studenten opschrijven in steekwoorden wat gezondheidszorg is.
De studenten moeten dit op het bord rondom het bord plakken als een mindmap. 5 minuten
Volgende dia: antwoord vanuit het boek
Gezondheidszorg

Het geheel van zorgverleners (en ondersteunend personeel), instellingen, middelen en activiteiten dat direct gericht is op instandhouding en verbetering van de gezondheidstoestand en/of zelfredzaamheid en op het reduceren, opheffen, compenseren en voorkomen van tekorten daarin.

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg begrip gezondheidszorg vanuit de theorie: 
ThiemeMeulenhoff
Zorgverlening, beroep en organisatie
Module 3, hoofdstuk 1 
Indeling van de gezondheidszorg
Op basis van zorgbehoefte: 
  • Curatieve zorg
  • Preventieve zorg
  • Langdurige zorg
  • Palliatieve zorg

Slide 7 - Tekstslide

Gebruik de theorie van Module 3, hoofdstuk 1. 
Boek: p. 110 t/m 114

ThiemeMeulenhoff
Zorgverlening, beroep en organisatie N4

Curatieve: beter te worden, in combinatie met een ingreep of behandeling.
Preventieve : ziekte te voorkomen en gezond te blijven.
Langdurige zorg is vaak gericht op zorgvragers met een beperking of chronische aandoening.
Palliatieve: menswaardig afscheid van het leven.
Welke zorg?
Toch maar beter niet thuis bevallen
Mevrouw Klassers is twee dagen geleden in het ziekenhuis bevallen van een gezonde zoon. Het was de bedoeling om thuis te bevallen, maar in overleg met de gynaecoloog werd besloten de bevalling in het ziekenhuis te laten plaatsvinden omdat het kind in stuit lag.

Slide 8 - Tekstslide

In deze situatie is er zowel sprake van curatieve als preventieve zorg.
Welke zorg?
Voorkomen is beter dan genezen
Meneer Draaisma heeft diabetes mellitus type 2 en COPD. Hij krijgt weinig lichaamsbeweging en heeft overgewicht, en komt regelmatig in het ziekenhuis omdat zijn bloedsuikers te veel schommelen. Zowel medicamenteuze behandeling (curatief) als aandacht voor een gezonde leefstijl (ter preventie) zijn bij meneer Draaisma aan de orde. 

Slide 9 - Tekstslide

Hij heeft dus met de curatieve, maar ook met de preventieve sector te maken.
Indeling van de gezondheidszorg
Naar de locatie van behandeling:
  • Intramurale zorg
  • Extramurale zorg
  • Woonvormen
  • Semimurale zorg 
  • Transmurale zorg

Slide 10 - Tekstslide

Gebruik de theorie van Module 3, hoofdstuk 1.
Boek: p. 110 t/m 114
ThiemeMeulenhoff
Zorgverlening, beroep en organisatie N4
Intramuraal ziekenhuizen;
verpleeghuizen;
zorgcentra;
geestelijke gezondheidszorgorganisaties;
zorgorganisaties voor mensen met een beperking;
revalidatiecentra.
Intramurale organisaties bieden ook vaak een woonfunctie vanwege het langdurige karakter van de geboden zorg.

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

opdracht maken
module 3.
nummer 1, opdracht 1 t/m 3

Slide 12 - Tekstslide

eerst eigen opdracht
Indeling van de gezondheidszorg
Naar het behandelniveau: 
  • Nuldelijnszorg
  • Eerstelijnstzorg
  • Tweedelijnszorg
  • Derdelijnszorg

Slide 13 - Tekstslide

Gebruik de theorie van Module 3, hoofdstuk 1.
Boek: p. 110 t/m 114
ThiemeMeulenhoff
Zorgverlening, beroep en organisatie N4
Indeling van de gezondheidszorg
                 Naar de doelgroepen (branche)
  • Ziekenhuizen
  • Verpleeghuizen
  • Gehandicaptenzorg
  • Geestelijke gezondheidszorg
  • Thuiszorg
  • Welzijn

Slide 14 - Tekstslide

Gebruik de theorie van Module 3, hoofdstuk 1.
Boek: p. 110 t/m 114
ThiemeMeulenhoff
Zorgverlening, beroep en organisatie N4
Aan de slag!
Maak de verwerkingsopdrachten van module 3, hoofstuk 1
1 t/m 5

ThiemeMeulenhoff
Zorgverlening, beroep en organisatie N4

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verpleegsystemen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kahoot!




Nummer 1 mag een prijsje kiezen 
Link Kahoot: https://create.kahoot.it/details/56bdc46f-0104-426a-96d5-736f6e25c39d 

Slide 17 - Tekstslide

Link kopiëren en openen in een apart tabblad.
https://create.kahoot.it/details/56bdc46f-0104-426a-96d5-736f6e25c39d  
Het zijn de vragen vanuit de theorie: 'Begrijp je de theorie?'

Module 3, hoofdstuk 1
ThiemeMeulenhoff
Zorgverlening, beroep en organisatie N4


welke soorten zijn er
  1. Taakgericht verpleegsysteem: Zorgsysteem waarin het werk en de organisatie centraal staan, en het werk is opgedeeld in te verrichten taken. O.b.v. werkervaring, kennis of voorkeur
  2. Vraaggericht verpleegsysteem: Zorg waarbij de behoefte en wens van de zorgvrager bepalen welke zorg daadwerkelijk wordt verleend.

Slide 18 - Tekstslide

er zijn 2 soorten
taakgericht
Verschillende verpleegkundigen met verschillende taken,
Zoals op mijn afdeling, werken we met kraamverzorgster
Leerlingen
Leerlingen in opleiding
Verpleegkundigen met een specialisatie voor zwangeren en gynaecologie
Verpleegkundigen met een specialisatie voor bovenstaande en high care zwangeren
Wanneer een zwangere dame ontspoort, moet een high care vpk extra zorg gaan geven waar de gespecialiseerde vpk dat niet mag

vraaggericht
zorgvrager staat centraal
Bij deze manier van organiseren van de zorgverlening staat de zorgvrager centraal, en niet de uit te voeren taak. De zorg wordt georganiseerd rond de zorgvrager.
Je kunt de meest uiteenlopende taken verrichten en wordt niet alleen ingezet voor specifieke taken.

Kamertoewijzing, zorgvrager toewijzing

in het ziekenhuis werken wij met allebei

Wat is een nadeel van specialisatie voor 1 taak?

Slide 19 - Woordweb

dat je verder af komt te staan van de andere taken die een vpk heeft.
stel je wordt alleen opgeroepen voor het prikken van een infuus, dan kun je andere taken sneller muit het oog verliezen

zorgvrager ziet veel verschillende gezichten
dit is dus vooral vaak in de thuiszorg het geval
Wat is een voordeel van specialisatie voor 1 taak?

Slide 20 - Woordweb

je kunt kwaliteit leveren aan een patiënt, omdat je iets doet waar je goed in bent 
welke verpleegsystemen worden er op je stage plek gebruikt?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Binnen vraaggericht systeem
  • Zorgvragers worden toegewezen aan verpleegkundigen die, gedurende een bepaalde periode, de verantwoordelijkheid dragen voor de organisatie van de zorg aan deze zorgvrager. 
  • eerstverantwoordelijke zorgverlener
Zorgverlener die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de totale zorgverlening en het coördineren en navolgen van de gemaakte afspraken in het zorgdossier van de zorgvrager
  • Opdracht: zoek in 1.2 de voor en nadelen op van dit systeem.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld casus
Joop wil Jopie genoemd worden
Jopie heet eigenlijk Joop. Hij heeft aangegeven dat hij liever niet aangesproken wordt met meneer, ook al ligt hij in het ziekenhuis. Jopie werd opgenomen met Covid-19 en heeft kort aan de beademing gelegen. Hij ligt nu op de verpleegafdeling voor longpatiënten. Naast hem ligt meneer Simons, die ernstige klachten heeft van zijn COPD. Jopie vertelt jou als verpleegkundige dat hij blij is dat hij er zo goed vanaf gekomen is. Hij is pas 65, zegt hij zelf, maar hij heeft jongere mensen gezien die er slechter aan toe waren.
Jopie heeft aangegeven dat hij deze ochtend weer wat meer zelf wil doen bij zijn persoonlijke verzorging. Jij vindt het nog wat vroeg, je ziet dat hij nog steeds erg snel moe is, maar Jopie wil het toch. Je stelt voor om dan wel dichtbij te blijven, voor het geval dat … Daar stemt Jopie mee in. Hij zegt wel: 'Ik moet het toch ook weer zelf doen als ik straks naar huis wil?' Jij zegt dat het klopt en dat je naar zijn wens luistert, maar vanuit je kennis en ervaring weet dat je niet zomaar weg kan blijven.

Slide 23 - Tekstslide

dit is vraaggericht maar niet altijd het beste

of juist andersom, iemand wil juist niet zichzelf verzorgen, maar kan dit wel prima
Mengvormen zorgsysteem
Kamertoewijzing            verantwoordelijk voor alle voorkomende werkzaamheden op de aan jou toegewezen kamers, liefst een aantal dagen achter elkaar
Unitverpleging           lijkt op kamertoewijzing maar eenheden zijn groter

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht
module 6 nummer 1, alleen verwerkingsopdracht 1 maken, 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

filmpje
jullie zien een filmpje, wat valt hierin op, als je kijkt naar zorgvrager gericht verpleegsysteem

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

EVV
Eerst verantwoordelijke verzorgende/ verpleegkundige
past helemaal bij vraaggerichte zorg

Slide 28 - Tekstslide

dit hebben we vorige week ook al kort benoemd
een EVV  zorgt ervoor dat alles om een zorgvrager goed is afgestemd, hij/zij heeft korte lijntjes met de familie
opdracht
maak opdracht "begrijp je de theorie" 

Slide 29 - Tekstslide

dit zijn stellingen
digibib opdracht
B1K1W6 V1 en B1K2W2 V1
mee aan de slag ook nodig voor je eindopdracht

• Leeromgeving eDition: Zorgverlening, beroep en organisatie n4, module 3 Organisatie van de gezondheidszorg en H1 Organisatie van de gezondheidszorg in Nederland verwerkingsopdrachten:
Opdracht 1: Gezondheidszorg.
Opdracht 2: Indeling op basis van zorgbehoefte .
Opdracht 3: Transmurale zorg.
Opdracht 4: Behandelingsniveau.
Opdracht 5: Branches.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies