cellen

Herhaling 2.1 
De zeeanemoon lijkt prachtig te bloeien in het water maar is toch echt een dier.

Hoe kun je bij een onbekend organisme vaststellen of het om een plant of een dier gaat?



 

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling 2.1 
De zeeanemoon lijkt prachtig te bloeien in het water maar is toch echt een dier.

Hoe kun je bij een onbekend organisme vaststellen of het om een plant of een dier gaat?



 

Slide 1 - Tekstslide

Hoe kun je bij een onbekend organisme vaststellen of het om een plant of een dier gaat?

Slide 2 - Open vraag

Wat moet je weten na de les:
* Eigenschappen van cellen van:
 dieren, planten, schimmels en bacteriën
* Celonderdelen
* Functies van de celonderdelen

Slide 3 - Tekstslide

Cel : kleinste bouwsteenje van een organisme.

Alleen te zien met een microscoop


Onderdelen van een cel = organel

Slide 4 - Tekstslide

Wat hebben plantaardige cellen wel dat dierlijke cellen niet hebben?
A
celkern en celwand
B
celwand en cytoplasma
C
bladgroenkorrels en celwand
D
Bladgroenkorrels en cytoplasma

Slide 5 - Quizvraag

Wat hebben plantaardige cellen dat dierlijke cellen niet hebben?
A
celkern
B
celwand
C
bladgroenkorrels
D
cytoplasma

Slide 6 - Quizvraag

Welke celorganellen komen voor in welk soort cellen?
Dierlijk en plantaardig
Alleen plantaardig
Celkern
Chloroplast
Celwand
Celmembraan

Slide 7 - Sleepvraag

bloem
bloem
stengel
stengel
blad
blad
wortel

Slide 8 - Sleepvraag

Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven? 
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Celplasma
Vacuole

Slide 9 - Sleepvraag

Plantencel
Dierlijke cel
Schimmelcel
Bacteriecel

Slide 10 - Sleepvraag

plantencel
dierlijke cel
schimmelcel
bacterie

Slide 11 - Sleepvraag

Fotosynthese is..
A
Water + koolstofdioxide + licht > glucose + zuurstof
B
H20 + CO2 + licht > C6H1206 + 6 O2
C
Glucose + zuurstof > koolstofdioxide + water + warmte

Slide 12 - Quizvraag

Wat is fotosynthese?
A
het maken van voedsel
B
het omzetten van water en koolstofdioxide
C
het omzetten van glucose en zuurstof
D
het omzetten van water + CO2 in glucose en O2

Slide 13 - Quizvraag

Water
+
+
-->
Fotosynthese:
+
.........
........
.........
..........
........

Slide 14 - Sleepvraag

In houtvaten stroomt water met:
A
Glucose en voedingsstoffen
B
Mineralen

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de stroomrichting in bastvaten?
A
Vanuit bladeren naar andere delen van de plant
B
Vanuit de wortels omhoog

Slide 16 - Quizvraag


nr. 2

A
cytoplasma
B
vacuole
C
bladgroenkorrel
D
Kern

Slide 17 - Quizvraag

HAREN
SLIJM
SCHUBBEN MET SLIJM
STEVIGE SCHUBBEN
VEREN

Slide 18 - Sleepvraag


Wat is waar?
A
Cel 1: plantaardige cel Cel 2: dierlijke cel
B
Cel 1: Bacterie Cel 2: dierlijke cel
C
Cel 1: dierlijke cel Cel 2: plantaardige cel
D
Cel 1: Schimmelcel Cel 2: plantaardige cel

Slide 19 - Quizvraag

Welke soort cel is dit?
A
plantaardige cel
B
dierlijke cel
C
schimmel cel
D
bacterie cel

Slide 20 - Quizvraag

Spieren zijn een voorbeeld van ....
A
Orgaan
B
Orgaanstelsel
C
Celorganel
D
Weefsel

Slide 21 - Quizvraag

Een aantal huidcellen bij elkaar is een voorbeeld van ...
A
Celorganel
B
Orgaan
C
Orgaanstelsel
D
Weefsel

Slide 22 - Quizvraag

Rijk van de dieren
Rijk van de planten
Rijk van de bacteriën
Rijk van de schimmels

Slide 23 - Sleepvraag

Alle organismen worden in de biologie ingedeeld in 4 rijken. Tot welk rijk behoren de volgende organismen? Sleep ze naar het juiste vak 
Dieren
Planten
Schimmels
Bacteriën
Vliegenzwam
Melkzuurbacterie
Beuk
Wandelende tak
lieveheersbeestje
Tulp

Slide 24 - Sleepvraag

Als een schaap en een geit paren, kunnen ze nageslacht voortbrengen. Dat kan op twee manieren: als een vrouwtjesschaap (ooi) en een geitenbok paren heet het een gaap, als een vrouwtjesgeit (sik) en een mannetjesschaap (ram) paren een scheit.
Leg uit waarom schapen en geiten toch niet tot dezelfde soort behoren

Slide 25 - Open vraag

Een bacterie deelt zich elke 20 minuten. Hoeveel bacteriën zijn er na 3 uur?
A
9
B
18
C
128
D
512

Slide 26 - Quizvraag