KAS

KAS
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

KAS

Slide 1 - Tekstslide

Is het verplicht om via het HACCP-systeem te werken in de horeca?
A
Nee
B
Ja
C
Alleen voor restaurants
D
Alleen als de kok het wil

Slide 2 - Quizvraag

Wat doe je als je volgens HACCP werkt?
A
onderzoeken en voorkomen van gevaren voor voedsel
B
je houdt de temperatuur van elk gerecht bij
C
je wast heel vaak je handen
D
je houdt schoonmaaklijsten bij

Slide 3 - Quizvraag

De horeca moet ook werken volgens HACCP-normen. Waarin staan deze HACCP-regels voor de horeca uitgewerkt?
A
CBL-Hygiënecode
B
HACCP
C
Hygiënecode
D
Hygiënehandboek voor de horeca

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn de 6 p's om een horeca bedrijf te starten?
A
Product, prijs, plaats, promotie, personeel, presentatie
B
Product, prijs, plaats, promotie, personeel, project
C
Product, prijs, plaats, promotie, personeel, programma
D
Product, prijs, plaats, promotie, personeel, planning

Slide 5 - Quizvraag

beroepen in de horeca

Slide 6 - Woordweb

In het restaurant waren ze erg gastvrij.
Wat betekent gastvrij?
A
dat veel mensen mogen komen
B
als je weinig doet voor je gasten
C
vriendelijk
D
als je veel doet voor je gasten

Slide 7 - Quizvraag

Snijtechnieken:
Wat houdt de snijtechniek Brunoise in?
A
Reepjes
B
Blokjes
C
Ruitjes

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heet deze snijtechniek?
A
Snipperen
B
Julienne
C
Brunoise
D
Chinoise

Slide 9 - Quizvraag

Welke snijtechniek is dit?
A
Julienne
B
Carre
C
Brunoise
D
Chinoise

Slide 10 - Quizvraag

Snijtechnieken:
Wat is de snijtechniek Julienne?
A
Reepjes
B
Blokjes
C
Ruitjes
D
Schijfjes

Slide 11 - Quizvraag

Bij ontkoppeld koken worden de gerechten direct doorgegeven?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Bij ontkoppeld koken maakt iedere kok 1 onderdeel van het gerecht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Bij ontkoppeld koken gaat het gerecht na bereiding in de koeling.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Ontkoppeld koken zie je vaak in grote hotels en ziekenhuizen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Wat is ontkoppeld koken?

Slide 16 - Open vraag

Bij het partie-systeem maakt iedere kok 1 onderdeel van het gerecht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een manier om veilig om te gaan met schoonmaak middelen?
A
Buiten bereik van kinderen houden
B
Bewaren op het aanrecht
C
Inademen of inslikken
D
Door de schoonmaak middelen te mengen

Slide 18 - Quizvraag

Waarom zijn pleisters in de horeca blauw?
A
ze zijn watervast
B
ze dan makkelijk terug te vinden zijn in het eten, mocht die per ongeluk loslaten.
C
de blauwe kleur is bacteriedodend

Slide 19 - Quizvraag

Op welke manier ben jij verantwoordelijk voor de voedselveiligheid?
A
voedsel niet in gevaar te brengen bij het kopen
B
voedsel niet in gevaar te brengen bij het bereiden
C
voedsel niet in gevaar te brengen bij het bewaren
D
bij alle drie de manieren

Slide 20 - Quizvraag

Bacteriën zijn in alle gevallen een bedreiging voor de voedselveiligheid
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Wat is kruisbesmetting?
A
Besmetting van het ene product op het andere
B
Een vieze snijplank
C
Een vies mes
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 22 - Quizvraag

kort houdbare producten

Slide 23 - Woordweb

lang houdbare producten

Slide 24 - Woordweb

Welke kleur snijplank gebruik je voor groenten?
A
Blauw
B
Geel
C
Rood
D
Groen

Slide 25 - Quizvraag

Er zijn verschillende kleuren snijplanken omdat..
A
Dat gezellig staat in de keuken
B
je altijd meer dan 1 ding moet snijden
C
Het volgens de hygiënecode HACCP verplicht is
D
niet iedereen dezelfde kleur leuk vind

Slide 26 - Quizvraag

Op welke kleur snijplank snijd je dit product?
A
Geel
B
Blauw
C
Rood
D
Groen

Slide 27 - Quizvraag

8.) Kleur snijplank?
A
Rood
B
Geel
C
Groen
D
Blauw

Slide 28 - Quizvraag

Welke kleur snijplank gebruik je?
A
rode snijplank
B
groene snijplank

Slide 29 - Quizvraag

9.) Kleur snijplank?
A
Groen
B
Paars
C
Blauw
D
Wit

Slide 30 - Quizvraag

TGT of THT?
A
TGT
B
THT

Slide 31 - Quizvraag

TGT of THT
A
TGT
B
THT

Slide 32 - Quizvraag

TGT of THT?
A
TGT
B
THT

Slide 33 - Quizvraag

TGT of THT
A
TGT
B
THT

Slide 34 - Quizvraag

TGT
A
Te gebruiken Tijd
B
Tegen Gebruiken Tot
C
Tot Gebruikt
D
Te Gebruiken Tot

Slide 35 - Quizvraag

TGT of THT?
A
TGT
B
THT

Slide 36 - Quizvraag

Wat is THT?
A
Te hard rijden
B
Te Hard Tennissen
C
Tenminste houdbaar tot
D
Te Houdbaar Tot

Slide 37 - Quizvraag

TGT of THT?
A
TGT
B
THT

Slide 38 - Quizvraag

TGT of THT?
A
TGT
B
THT

Slide 39 - Quizvraag

gasten zijn allergisch voor

Slide 40 - Woordweb