jullie begrijpen hoe jullie decimale getallen kunnen schatten voor snelle berekeningen.
Slide 1 - Tekstslide
Rekenen de volgende sommen 3,45 - 3,3 3,41 + 3,457 0,5 x 4
Slide 2 - Open vraag
Wat is afronden?
Afronden betekent dat je een getal vervangt door een eenvoudiger getal dat er dichtbij ligt. Dit helpt bij het sneller rekenen en schatten van antwoorden.
Bijvoorbeeld:
4,78 afgerond op één decimaal is 4,8
7,351 afgerond op twee decimalen is 7,35
Slide 3 - Tekstslide
Regels voor afronden:
Kijk naar het cijfer direct achter de afrondingsplek :
0, 1, 2, 3 of 4? → Afronden naar beneden
5, 6, 7, 8 of 9? → Afronden naar boven
Voorbeeld:
Rond 5,376 af op twee decimalen:
De tweede decimaal is 7, kijk naar de derde decimaal: 6 → afronden naar boven.
Antwoord: 5,38
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat betekent een 5 in de afronding?
A
Afronden naar beneden.
B
Vergeten te rekenen.
C
Afronden naar boven.
D
Niets doen.
Slide 6 - Quizvraag
Wat doe je met 7,351 op twee decimalen?
A
7,35
B
7,30
C
7,31
D
7,36
Slide 7 - Quizvraag
Hoe rond je 4,78 af op één decimaal?
A
4,7
B
4,9
C
4,8
D
5,0
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekent afronden?
A
Een getal vervangen door een eenvoudiger getal.
B
Een getal optellen met vijf.
C
Een getal delen door tien.
D
Een getal vermenigvuldigen met twee.
Slide 9 - Quizvraag
Wat is schatten?
Schatten betekent een snelle benadering maken van een berekening. Dit kan handig zijn bij hoofdrekenen.