7.3 Bevruchting- BB 7.4

Thema 7 Voortplanting bij planten 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 7 Voortplanting bij planten 

Slide 1 - Tekstslide

Thema 7.3 Bevruchting KGT
7.4 Bevruchting BB

Hw controle
Absenties
7.2 herhalen en 7.3 bespreken
Opdrachten maken
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

HW bespreken en nakijken 

Slide 3 - Tekstslide

herhaling 7.2
Bestuiving = stuifmeelkorrels op stempel zelfde soort

Slide 4 - Tekstslide

BESTUIVING
1
2
3
4
5
6
7
8

Slide 5 - Sleepvraag

7.3 kgt
7.4 bb

Slide 6 - Tekstslide

Na de bestuiving moeten de stuifmeelkorrel en de eicel in het zaadbeginsel bij elkaar zien te komen. 

Als ze versmelten, is stap één van de voortplanting geslaagd.

Slide 7 - Tekstslide

bevruchting
Na bestuiving kan bevruchting plaatsvinden:
Op de stamper liggen stuifmeelkorrels. Uit elke stuifmeelkorrel is een buisje gegroeid. Zo’n buisje heet een stuifmeelbuis.

De stuifmeelbuizen groeien door de stijl naar de zaadbeginsels in het vruchtbeginsel. Aan het eind van elke stuifmeelbuis zit een celkern. Door de stuifmeelbuis gaat de kern van een stuifmeelkorrel naar een zaadbeginsel toe.


Slide 8 - Tekstslide

Bevruchting


Als de buis een zaadbeginsel heeft bereikt, barst de top 
van de stuifmeelbuis open. De kern van de stuifmeelkorrel 
dringt de eicel binnen. 

Bevruchting: samensmelting van  kern van eicel en 
de stuifmeelkorrel 

Slide 9 - Tekstslide

Een stuifmeelkorrel is een mannelijke geslachtscel. De eicel is een vrouwelijke geslachtscel.

De kern van de stuifmeelkorrel versmelt met de kern van de eicel. Dit noem je bevruchting.

 Bevruchting is het versmelten van de kern van een mannelijke geslachtscel met de kern van een vrouwelijke geslachtscel. 
Door bevruchting ontstaat een bevruchte eicel.

Slide 10 - Tekstslide

bevruchte eicel
Na de bevruchting gaat de bevruchte eicel zich delen. 

Uit de bevruchte eicel ontstaat zo een kiem.  Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad

Elk zaad bevat een kiem. 

Als het zaad kiemt, groeit uit de kiem een kiemplantje.

Slide 11 - Tekstslide

Kiem

na bevruchting
uit bevruchte eicel
ontstaat kiem
Zaad

na bevruchting
zaadbeginsel groeit
hieruit onstaat zaad

elk zaad bevat een kiem
na kiemen van zaad:
uit kiem: kiemplantje

Slide 12 - Tekstslide

zaadlob
worteltje, stengeltje en blaadjes = kiem

Slide 13 - Tekstslide

meerdere zaden
  • Meerdere stuifmeelbuizen tegelijk door de stijl groeien. groeien naar verschillende zaadbeginsels. 
  • In elk van deze zaadbeginsels kan de eicel worden bevrucht.
  • dan ontstaat er een zaad. Er kunnen dus meerdere zaden ontstaan in een vruchtbeginsel. 
  • geen bevruchting = geen kiem en geen zaad

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?
En bevruchting?
A
wel bestuiving, geen bevruchting
B
zowel bestuiving als bevruchting
C
wel bevruchting, geen bestuiving
D
geen bestuiving, geen bevruchting

Slide 16 - Quizvraag

In welke volgorde verloopt de voortplanting bij planten?
A
bestuiving, bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis
B
bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis, bevruchting
C
bevruchting, bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis
D
bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis, bestuiving

Slide 17 - Quizvraag

https://schooltv.nl/video-item/bio-bits-vmbo-planten-bloemen-en-vruchten 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

Aan de slag

Thema 7.3 
BB= 7.3 lezen!!!!! en  7.4 Opdrachten 1 tm 5 maken
KGT=7.3 opdrachten  1 tm 8 ( 4 overslaan)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video