Hoofdstuk 3.4 Verslag schrijven (les 1 ma)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui en je schrift;
  • je leerwerkboek op pagina 161;
  • laptop (dicht).
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui en je schrift;
  • je leerwerkboek op pagina 161;
  • laptop (dicht).

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Leerdoelen 3.4 schrijven van een verslag
  • Uitleg
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 3.4 schrijven en formuleren
Aan het eind van deze paragraaf heb je een verslag geschreven voor je coach. 
  • Je leert welke onderdelen een verslag heeft.
  • Je leert een goede titel te bedenken.
  • Je leert een goede inleiding te schrijven.
  • Je leert verwijswoorden te gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerken verslag (p. 161)
  1. In een verslag schrijf je feiten / meningen.
  2. Het doel van een verslag is informeren / overtuigen.
  3. Wat gebruik je om de inhoud van je verslag te bepalen?
  4. Welke signaalwoorden passen goed bij een chronologisch verslag?
  5. In een verslag schrijf je alle / interessante zaken op.
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Hoe bepaal je de inhoud van een verslag?

  • De inhoud bepaal je met de 5W1H-vragen.
  • Vertel de feiten in chronologische volgorde.
  • Gebruik signaalwoorden van tijdsvolgorde: toen, daarna, vervolgens, uiteindelijk.

Slide 5 - Tekstslide

Driedeling in de tekstopbouw van een verslag
Inleiding: In meestal één alinea trek je de aandacht van de lezer door een vraag, grapje of reden te vertellen . Maar ook noem je het onderwerp. 

Kern: Feitelijke informatie over wat je hebt meegemaakt of onderzocht in meerdere alinea's.

Slot: In meestal één alinea geef je een korte samenvatting, je mening, conclusie, advies. Maar NOOIT nieuwe informatie.
Gebruik witregels tussen de alinea's (dus: sla een regel over).

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 1 op pagina 161
1a. Wedstrijdverloop

1b. Kijkoperatie na sportblessure

1c. Verschil mondeling verslag en schriftelijk verslag

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 1 op pagina 161
1a. Wedstrijdverloop: hoe verliep de wedstrijd, hoogtepunten.

1b. Kijkoperatie na sportblessure: welke blessure heb je, wat is een kijkoperatie en hoe gaat het verder na deze operatie.

1c. Verschil mondeling verslag en schriftelijk verslag
  • Je kunt jezelf corrigeren.
  • Je kunt gebruik maken van verbale en non-verbale communicatie.
  • De luisteraar kan vragen stellen.

Slide 8 - Tekstslide

Werkmoment
  • Je mag digitaal of in je schrift werken. 
  • Je maakt opdracht 2a zelf. Vraag 2b t/m 2e doe je samen.
  • Je maakt vraag 3 weer zelf.
  • Opdracht 3d hoeft niet.
  • Terugkoppeling einde les.

Slide 9 - Tekstslide

Welke dingen heb je tijdens de voorjaarsvakantie gedaan?

Slide 10 - Woordweb

Afsluiting
  • Zorg dat je opdrachten 2 en 3 (d dus niet) afhebt vóór de les van morgen. 

Slide 11 - Tekstslide