Nieren en urineonderzoek_laatste dia

Goedemorgen!
This is the place to 
Bio
NIEREN
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!
This is the place to 
Bio
NIEREN

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De leerdoelen

Je kunt de bouw, werking en functies van de nieren en de urinewegen beschrijven.

Je kunt uitleggen hoe het interne milieu min of meer constant wordt gehouden door de nieren. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De nier is een uitscheidingsorgaan. Ken je nog meer uitscheidingsorganen?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ligging van de nieren

Slide 4 - Tekstslide

Nieren liggen in de lendestreek aan weerszijden van de wervelkolom achterin de buikholte (retroperitoneaal)
Nierader
De nierader voert gezuiverd zuurstofarm bloed weg uit de nieren weer terug naar het hart via de holle ader
Nierslagader
De nierslagader brengt zuurstofrijk bloed met veel afvalsstoffen in de nieren vanuit de aorta
Urineleider
Vervoert urine van de nierbekkens naar de urineblaas.
Urineblaas
Tijdelijke opslag van urine.
Urinebuis
De urinebuis vervoert urine van de urineblaas het lichaam uit.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doorbloeding nieren

Per minuut stroomt er ruim 1 liter bloed door de nieren via deze weg:


hart  -> aorta  -> nierslagader  -> kleinere nierslagadertjes  -> Glomerulus  (= haarvaten in de functionele niereenheden) -> kleinere nieradertjes  -> nierader  

-> onderste holle  -> hart




Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de functies van de nieren?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Functies van de nieren
  1. Urinevorming 
    -> uitscheiding van afvalstoffen (ureum, kreatinine, urinezuur)                    
  2. Homeostase 
    -> Regulatie bloeddruk (oiv renine = hormoon) 
    -> Water-zout balans
       -> Zuur-base evenwicht bloed (pH)
       -> Endocrien = afgifte hormonen (renine, EPO) en vitamine (vit D)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw van de nier

Nier is opgebouwd uit vier duidelijk te onderscheiden onderdelen:

  • nierkapsel
  • nierschors 
  • niermerg 
  • nierbekken

Bijnier = hormoonklier die bovenop elke nier ligt

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functionele niereenheden
  • nierschors - niermerg     nierbekken 
  • nierslagader en nierader
  • urineleider
  • 1 miljoen functionele niereenheden = NEFRONEN


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

nierschors (verwijderen afvalstoffen)
niermerg ( verwijderen afvalstoffen)
nierbekken( urine wordt verzameld)
nierslagader ( vol afvalstoffen!)
nierader (gezuiverd bloed)
urineleider (urine afvoeren)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
4
Blaas
Nieren
Urinebuis
Urineleider

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Nierader
Nierslagader

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vervoert de urine vanuit de nieren naar de (urine)blaas
Slaat de urine tijdelijk op
Via deze buis verlaat urine het lichaam
Hier worden afvalstoffen uit het bloed gehaald
Niermerg en nierschors
Urineleider
Urineblaas
Urinebuis

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nieren
  • In nierschors en niermerg liggen nefronen
  • Nefronen bestaan uit nierbuisjes
  • Nierbuisjes monden uit in verzamelbuisjes en die weer in nierbekken
  • Nierbuisje start met nierkapseltje (kapsel van Bowman), heeft twee gekronkelde delen en een lus (lis van Henle)
  • Haarvaten uit nierslagader: glomerulus
  • Diameter afvoerende arteriolen klein, zorgt voor hoge bloeddruk glomerulus
  • Veroorzaakt ultrafiltratie naar nierkapsel

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nefronen
Elke nier bevat  1,3 miljoen
nefronen
Nefron begint in de schors  -
lus naar het merg  - terug naar
de schors  -  dan richting 
nierbekken




Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Glomerulus (bundel haarvaten) binnen een kapsel van Bowman
Hierin ontstaat zo'n 180 L voorurine per dag, waarvan 99% weer terug naar het bloed gaat

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Urinevorming

In het nefron wordt urine gevormd


1. Ultrafiltratie in glomerulus

 = zuivering van het bloed -> vorming van voorurine (180 L)


2. Terugresorptie van bruikbare stoffen terug naar het bloed in tubulus




Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Glomeruli

Oiv bloeddruk wordt het bloed uit glomerulus in het kapsel van Bowman geperst = Ultrafiltratie


Vocht in kapsel van Bogwman  

voorurine

Bevat: water - glucose - aminozuren - opgeloste zouten - afvalstoffen

Bevat geengrote bloedeiwitten - bloedcellen - bloedplaatjes

Kapsel van Bowman + glomerulus = lichaampje van Malpighi

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitfiltratie 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Terugresorptie
Terugresorptie vindt plaats in:
  • tubulus (proximaal en distaal)
  • Lis van Henle
  • verzamelbuis

oiv osmotische waarde van de tubulus en bloedvaten!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lis van Henle
Met name in Lis van Henle vindt terugresorptie plaats

In dalende deel vooral water
In stijgende deel vooral zouten

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SV - Filtratie & Terugresorptie
Van de voorurine wordt geleidelijk de uiteindelijke urine gemaakt
  • Bloedplasma wordt door de glomerulus geperst naar het kapsel van    Bowman = ULTRAFILTRATIE

  • Voorurine gaat via de proximale tubulus naar de Lis van Henle 
      Glucose, zouten en water worden vanuit het nefron heropgenomen
      in het bloed, vnl in proximale en distale tubulus en Lis van Henle
  • Ten slotte gaat de urine via de distale tubulus naar de verzamelbuis

 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weetje..

Elke dag produceer je ± 180 L voorurine

Na terugresorptie blijft er maar 1% voorurine over = 1,5 - 2 L urine

Dat is ongeveer:

  •  178 L water
  • 1,5 kg keukenzout
  • 270 g glucose 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Antidiuretisch hormoon (ADH)
Opgeslagen in de hypofyse
De osmotische waarde wordt waargenomen door de zintuigcellen in de hypothalamus
ADH regelt de doorlaatbaarheid van de celmembranen, hiermee kan het de osmotische waarde van het intern milieu regelen.

Weinig water -> veel ADH geproduceerd

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waterhuishouding & hormonen
  • ADH: Antidiuretisch hormoon -> Anti-plashormoon
  • Te hoge osmotische waarde bloed gemeten in hypothalamus -> ADH -> wand verzamelbuisje meer permeabel voor water -> water vanuit voorurine naar niermerg/bloed -> minder urineproductie -> osmotische waarde daalt
  • Alleen bij een te hoge osmotische waarde

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies