1.4 Present Simple

Hi 2M!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hi 2M!

Slide 1 - Tekstslide

Present Simple
De Present Simple is een werkwoordstijd. 

Je gebruikt dit wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt, bij een feit of bij een mening.

Slide 2 - Tekstslide

Present Simple
I / You / We / They           WW


He / She / It                       WW + (e)s
I like you.
She likes you.

Slide 3 - Tekstslide


Wat weet je nu over de Present Simple?

Slide 4 - Tekstslide


Hoe maak je de Present Simple in een bevestigende zin?
A
am / is / are + ww + ing
B
ww (+ (e)s)
C
ww + ed
D
am / is / are + ww + (e)s

Slide 5 - Quizvraag


Wanneer gebruik je de Present Simple?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 6 - Quizvraag


Complete the sentence (Present Simple):
"He ... (to borrow) my bike every weekend."
A
borrows
B
is borrowing
C
borrowed
D
borrowes

Slide 7 - Quizvraag


Complete the sentence (Present Simple):
"I ... (to answer) a lot of questions."
A
answering
B
answer
C
answers
D
am answering

Slide 8 - Quizvraag


Complete the sentence (Present Continuous):
"Anne and John ... (to work) on the computer a lot."

Slide 9 - Open vraag

Hoe maak je deze zin negatief?
"Anne and John work on the computer a lot."

Slide 10 - Tekstslide

Hoe maak je deze zin vragend?
"Anne and John work on the computer a lot."

Slide 11 - Tekstslide

Present Simple
+
-
?
I read a lot.
She reads a lot.
I don't read a lot.
She doesn't read a lot.
Do you read a lot?
Does she read a lot?

Slide 12 - Tekstslide


Let's see if you can do this..

Slide 13 - Tekstslide


Complete the sentence (Present Simple):
"... that girl ... (to make) videos?"

Slide 14 - Open vraag


Complete the sentence (Present Simple):
"The girls ... (not / to dance) in front of boys."

Slide 15 - Open vraag


Complete the sentence (Present Simple):
"I often ... (to go) to the circus."

Slide 16 - Open vraag


Complete the sentence (Present Simple):
"... the teacher ... (to help) you with your homework?"

Slide 17 - Open vraag


Complete the sentence (Present Simple):
"The postman ... (to bring) post every day."

Slide 18 - Open vraag

Snap je het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll