11.2 Tien zintuigen van de mens

Planning
  • Terugblik vrijdag (10 minuten)
  • Lezen basisstof 11.2 (15 minuten)
  • Begrippen van basisstof 11.1 en 11.2 (10 minuten)
  • Uitleg basisstof 11.2 (20 minuten)
  • Oefenen voor oefentoets (20 minuten)
  • Afsluiting (5 minuten)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Planning
  • Terugblik vrijdag (10 minuten)
  • Lezen basisstof 11.2 (15 minuten)
  • Begrippen van basisstof 11.1 en 11.2 (10 minuten)
  • Uitleg basisstof 11.2 (20 minuten)
  • Oefenen voor oefentoets (20 minuten)
  • Afsluiting (5 minuten)

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik 

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen 11.1
  • Zintuigcellen
  • Prikkel
  • Impuls (elektrisch signaal)
  • Drempelwaarde: Niet elke prikkel neem je waar.
  • Gewenning
  • Motivatie

Slide 3 - Tekstslide

Hoe heet het orgaanstelsel waartoe de zintuigen behoren?

Slide 4 - Open vraag

Hoe noemen we een invloed waarvoor een zintuig gevoelig is?
A
impuls
B
zenuw
C
prikkel

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een adequate prikkel
A
De prikkel waar een zintuig gevoelig voor is
B
De kleinste prikkel die een zintuig kan waarnemen
C
Een prikkel waar het zintuig ongevoelig voor is
D
Een signaal dat via de zenuwen naar de hersenen gaat

Slide 6 - Quizvraag

Je loopt langs een pizzatent, maar je ruikt het niet, want je hebt geen honger. Je bent...
A
gemotiveerd, drempelwaarde is hoog
B
gemotiveerd, drempelwaarde is laag
C
niet gemotiveerd, drempelwaarde is hoog
D
niet gemotiveerd, drempelwaarde is laag

Slide 7 - Quizvraag

De zwakste prikkel die een impuls veroorzaakt heet de ...
A
Adequate prikkel
B
Gewenning
C
Drempelwaarde
D
Zintuig

Slide 8 - Quizvraag

Een zintuig met een hoge drempelwaarde
zal eerder reageren op een prikkel dan
een zintuig met een lage drempelwaarde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

de 10 zintuigen van de mens

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen
11.2.1 Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig, het gehoorzintuig en het evenwichtszintuig liggen en wat hun adequate prikkels zijn.
11.2.2 Je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze werken en wat hun adequate prikkels zijn.

Een geluid kun je horen. Dove mensen ‘horen’ door trillingen. De prikkels uit de omgeving neem je met je zintuigen waar.

Slide 11 - Tekstslide

Het gezichtszintuig bestaat uit een vlies van lichtgevoelige cellen. Dit noemen we het netvlies.

Het netvlies bevindt zich helemaal achterin de oogbol 

In bs 11.3, 11.4 en 11.5 zullen we verder ingaan op het gezichtszintuig (het oog) en de werking daarvan. 

Slide 12 - Tekstslide

Gehoorzintuig 
Dit zintuig reageert op geluiden/trillingen

De zintuigcellen in het slakkenhuis sturen impulsen naar de hersenen, waardoor je kunt horen.

Adequate prikkel: Geluid/trilling

Slide 13 - Tekstslide

Evenwichtszintuig
Het maakt gebruik van de zwaartekracht om de stand van je hoofd te meten zodat je rechtop blijft staan

Ook meet deze of je snel of langzaam gaat.
bs 11.5 - de oren

Slide 14 - Tekstslide

In de huid bevinden zich vijf verschillende typen zintuigen

Slide 15 - Tekstslide

Zintuigen in de huid 
* Koudezintuig: Reageert op lagere
   temperaturen, kou dus.
Warmtezintuig: Reageert op hoge 
   temperaturen, warmte dus
* Pijnpunten : Reageren op pijn en 
   schadelijke prikkels. Pijnpunten 
   zien er iets anders uit dan de  
   andere zintuigen in de huid.  
   Ze zitten ze niet alleen in de huid, maar  
   overal in het lichaam.

Slide 16 - Tekstslide

Reactie van de zintuigcellen na temperatuurverandering.

Slide 17 - Tekstslide

Het reukzintuig bevindt zich hoog achterin de neusholte

Slide 18 - Tekstslide

Er bevinden zich vijf verschillende typen smaakzintuigcellen op de tong.
We hebben 5 verschillende smaakknopjes (smaakpapillen).
zoet - zuur - zout - bitter - umami

Slide 19 - Tekstslide

Tien zintuigen van de mens
ZINTUIG
LIGGING
ADEQUATE PRIKKEL
Gezichtszintuig
in de ogen
licht
Gehoorzintuig
in de oren
geluid
Evenwichtszintuig
in de oren
zwaartekracht
Tastzintuig
in de lederhuid
lichte aanraking
Drukzintuig
in de lederhuid
druk
Koude zintuig
in de lederhuid
temperaturen lager dan 37°C
Warmte zintuig
in de lederhuid
temperaturen hoger dan 35°C
Reukzintuig
in de neus
geur
Smaakzintuig
in de tong
smaak

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht
  • Lezen en maken bs 11.2



eerder klaar?

  • Maak online de Test Jezelf van basisstof 2
  • Maak een samenvatting van b2
timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 22 - Tekstslide

Begrippen BS 11.2
Gezichtszintuig - Ligt in de ogen; zintuigcellen liggen op het netvlies en reageren op licht.

Gehoorzintuig - Ligt in de oren; zintuigcellen reageren op geluid.
Evenwichtszintuig - Ligt in de oren en reageert op zwaartekracht.
Tastzintuig - Tastknopjes liggen in de huid; reageren op lichte aanraking van de huid.
Drukzintuig - Ligt in de huid; zintuigcellen reageren op druk op de huid.
Koudezintuig - Zintuigcellen liggen in de huid; reageren op temperaturen lager dan 37°C.
Warmtezintuig - Zintuigcellen liggen in de huid; reageren op temperaturen hoger dan 35°C.
Pijnpunt / pijnzenuw - Vrije uitende van gevoelszenuw.
Reukzintuig - Zintuigcellen liggen in de neus; reageren op geur.
Smaakzintuig - Smaakknopjes liggen op de tong; rangeren op zoet, zuur, zout, bitter en umami. 



Slide 23 - Tekstslide

Vier leerlingen doen een uitspraak over de afbeelding.
- Anja zegt dat in die afbeelding een deel van de tong is getekend.
- Boris zegt dat in die afbeelding een deel van de huid is getekend.
- Caspar zegt dat P een smaakknopje aangeeft.
- Diane zegt dat P een tastknopje aangeeft.

Welke leerlingen hebben gelijk?
A
Boris en Caspar
B
Boris en Casper
C
Anja en Diane
D
Anja en Caspar

Slide 24 - Quizvraag

Waar bevindt zich het evenwichtszintuig?
A
in je neusholte
B
in je oog
C
achter je oor
D
in de mond

Slide 25 - Quizvraag

Waar bevinden de reukzintuigcellen en de reukharen zich?
A
Onderin de neusholte in het neusslijmvlies
B
Bovenin de neusholte in het neusslijmvlies

Slide 26 - Quizvraag

Oefenen deeltoets (H2)
Deeltoets oefenen voortplanting
Wat? > Ga naar biologielessen.nl > mavo bovenbouw > voortplanting
Hoe? > Je gaat aan de slag met de oefentoets. Je houdt je aantekeningenschrift erbij en hierin schrijf je alle antwoorden die je geeft. Aan het einde geef je door hoe ver je bent. 
Hoe lang? > 20 minuten, zelfstandig
Hulp? > Leerstof van thema 2 voortplanting
Klaar? > Je geeft je voortgang aan mij door. Volgende les weer verder. 

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk maandag 2-12
Opdracht 1 t/m 3, 5, 6, 10 en 11
Begrippenlijst basisstof 11.2 (heb je al af)

Slide 28 - Tekstslide