Excursie Aquazoo

Dieren
1. Foto van het dier
2. Nederlandse en Latijnse naam van het dier
3. Rijk – afdeling – klasse – orde – familie – geslacht – soort
4. Afbeelding van het skelet van het dier (geen skelet – uitwendig skelet – inwendig skelet)
5. Wist u dat?
6. Bijzonderheden
7. Foto van het dier met daarop de aangegeven symmetrieassen
8. Specifieke kenmerken; - huid - aantal poten - lichaamstemperatuur (vb. warmbloedig en koudbloedig) - ademhaling - voortplanting - lichaamsbouw in relatie tot levenswijze (vb. snavelvormen, manier van voortbewegen, tandsoort, gewicht, etc.) 
- specifieke aanpassingen aan of bij de zintuigen (bv, tastharen; plaats, stand en grootte van neus, oren, ogen)
9. Leefomgeving van het dier (in het wild en in Aqua Zoo)
10. Voedsel (vb. omnivoren, herbivoren, carnivoren, met toelichting)


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Dieren
1. Foto van het dier
2. Nederlandse en Latijnse naam van het dier
3. Rijk – afdeling – klasse – orde – familie – geslacht – soort
4. Afbeelding van het skelet van het dier (geen skelet – uitwendig skelet – inwendig skelet)
5. Wist u dat?
6. Bijzonderheden
7. Foto van het dier met daarop de aangegeven symmetrieassen
8. Specifieke kenmerken; - huid - aantal poten - lichaamstemperatuur (vb. warmbloedig en koudbloedig) - ademhaling - voortplanting - lichaamsbouw in relatie tot levenswijze (vb. snavelvormen, manier van voortbewegen, tandsoort, gewicht, etc.) 
- specifieke aanpassingen aan of bij de zintuigen (bv, tastharen; plaats, stand en grootte van neus, oren, ogen)
9. Leefomgeving van het dier (in het wild en in Aqua Zoo)
10. Voedsel (vb. omnivoren, herbivoren, carnivoren, met toelichting)


Slide 1 - Tekstslide

Ordening
• Rijk
• Afdeling (Stam)
• Klasse
• Orde
• Geslacht
• Famillie
• Soort

Slide 2 - Tekstslide

Het rijk van de dieren
Alle dieren hebben cellen met celkernen en zonder celwanden. 
Toch hebben dieren onderling ook heel veel kenmerken die verschillen. Er zijn op aarde minimaal 3.000.000 verschillende diersoorten. 
Sommige lijken veel op elkaar, anderen helemaal niet.
Een tijger heeft veel overeenkomsten met een leeuw of een panter. 
Het zijn soorten uit hetzelfde geslacht; de panters. Panters lijken veel op jachtluipaarden en civetkatten. 
Panters, jachtluipaarden en panters horen allemaal bij de familie van de katachtigen. 
Katachtigen zijn duidelijk anders dan hondachtigen of marters, toch hebben ze nog een hoop overeenkomstige kenmerken. Bijvoorbeeld het gebit en de spijsvertering. Hondachtigen, marters en katachtigen zijn dan ook allemaal lid van de orde van roofdieren.
Roofdieren hebben heel verschillende kenmerken dan knaagdieren of vleermuizen. Toch hebben ze allemaal haren, zogen ze hun jongen en hebben ze een constante lichaamstemperatuur. 
Ze horen allemaal bij de klasse van de zoogdieren.
Lijkt een zoogdier nog op een vogel of op een reptiel? 
Niet echt, maar in tegenstelling tot het overgrote deel van de dieren hebben ze wel allemaal een wervelkolom. 
Het zijn leden van de afdeling gewervelde dieren.

Slide 3 - Tekstslide

Skelet


Stevige delen in het lichaam.

Stevigheid en bescherming.

Slide 4 - Tekstslide

Uitwendig skelet
inwendig skelet

Slide 5 - Tekstslide

geen skelet

Slide 6 - Tekstslide


A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 7 - Quizvraag


A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 8 - Quizvraag


A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 9 - Quizvraag


A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 10 - Quizvraag

Symmetrie

Het rijk van de dieren wordt onderverdeeld in stammen. Daarvoor wordt gekeken naar de symmetrie van een organisme en of het organisme een skelet heeft.

Een dier kan:
- niet-symmetrisch zijn 
of
- symmetrisch zijn (tweezijdig of veelzijdig)

Slide 11 - Tekstslide

koudbloedig

* wisselende lichaamstemperatuur

* weinig verbranding bij lage temperaturen
warmbloedig

* constante lichaamstemperatuur

* meer verbranding bij lage temperaturen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Planten
1. Afbeelding van de boom
2. Nederlandse en Latijnse naam van de boom
3. Rijk – afdeling – klasse – orde – familie – geslacht – soort
4. Afbeelding bast
5. Tekening bladrand (type bladrand ook vermelden)
6. Bijzonderheden
7. Tekening van het blad (let op de tekenregels)
8. Specifieke kenmerken;
- hoogte boom
- formaat blad
- nervatuur
- type boom (naald- of loofboom)
- vruchten/zaden
- voortplanting
- land van herkomst

Slide 14 - Tekstslide

Bladrand

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide