Unit 2 - Used to

Today's lesson
1. Past activities
2. Practice
3. Game

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Today's lesson
1. Past activities
2. Practice
3. Game

Slide 1 - Tekstslide

Grammar
What did you use to do when you were younger?

Slide 2 - Tekstslide

I used to dance when I was younger.

Slide 3 - Tekstslide

Used to
Used to gebruik je om te zeggen dat dingen eerst zo waren, maar nu niet meer. In het Nederlands zeg je dan ‘Vroeger…’



I used to work at the Albert Heijn. 
 There used to be a pool near my home.

Slide 4 - Tekstslide

Used to
Hoe maak je deze vorm?
Used to + werkwoord

I used to be small.
She used to have braces.
We used to play football.



Slide 5 - Tekstslide

Create a sentence 
Use 'used to' & a verb

Slide 6 - Tekstslide

I used to have an office job.
I didn't use to have short hair. 

Slide 7 - Tekstslide

Ontkenningen 'use to'
Hoe maak je een ontkenning met used to?
Om een ontkenning te maken zet je 'didn't' voor 'use to'.
'Didn't' vertaald letterlijk naar 'deed niet'. 
LET OP! De d van used to, verdwijnt omdat er did in de zin staat!

They didn't use to do that.
She didn't use to call me.

Slide 8 - Tekstslide

Vul de ontkennende vorm van used to in.

(-) ____ (she - to eat) meat.

Slide 9 - Open vraag

Vul de ontkennende vorm van used to in.

(-) ____ (we - come) here.

Slide 10 - Open vraag

Vraagzinnen met use to.
Hoe maak je vraagzinnen met use to?
Om een vraagzin te maken zet je het woordje 'did' vooraan in de zin. de rest blijft gewoon hetzelfde.
LET OP! De d van used to, verdwijnt omdat er did in de zin staat!

He used to walk to school .   - Did he use to walk to school?
She used to work there.         - Did she use to work there?

Slide 11 - Tekstslide

To do:
Student's book 2D ex. 3, 5, 6
GB 2.2 p. 111

Slide 12 - Tekstslide