Kennismaking - thema 1 familie

Wie ben jij?
1 / 30
volgende
Slide 1: Woordweb
NT /alfaHoger onderwijs

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wie ben jij?

Slide 1 - Woordweb

Vraag?

Wie ben jij?
Waar woon jij?
Hoe oud ben jij ?
Uit welk land kom je?
Hoeveel kinderen heb je?
Ben je getrouwd?
Welke talen spreek je?
Antwoord.

Ik ben ...
Ik woon in ...
Ik ben .... jaar oud.
Ik kom uit.
Ik heb ...
Ik ben ...
Ik spreek ...

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

1. Ik ben geboren in België.
België is mijn .... ?
A
moedertaal
B
geboorteland
C
geboortedatum
D
nationaliteit

Slide 4 - Quizvraag

2. Hoe zeg je 'alsjeblieft' in je moedertaal?

Slide 5 - Open vraag

3. Waar is de les op vrijdag?
A
Thuis
B
Om 13u
C
met Marie
D
In de klas

Slide 6 - Quizvraag

4. Ik ben mijn pen vergeten.
Wat vraag ik in de klas?
A
PEN!
B
Pen, alstublieft.
C
Mag ik een pen alstublieft?
D
Geef mij een pen.

Slide 7 - Quizvraag

5. Wat mag ik niet vergeten volgende les?
A
Ik moet 12 euro meenemen voor de cursus.
B
het is de verjaardag van Marie
C
Ik neem een foto mee van mijn huis.
D
het is vakantie

Slide 8 - Quizvraag

6. Hoeveel cursisten waren er dinsdag in de klas?
A
ik weet het niet, ik was niet in de klas
B
er waren 3 cursisten
C
er waren 6 cursisten
D
er waren 7 cursisten

Slide 9 - Quizvraag

7. Waarom kom jij naar de les?
Pourquoi viens-tu en classe ?
A
Omdat ik moet komen. Parce que je dois venir
B
Omdat ik wil komen.
C
Omdat ik hou van Nederlands.
D
Omdat ik beter Nederlands wil spreken.

Slide 10 - Quizvraag

8. Wat wil jij doen na de cursus Nederlands?
A
Ik wil niet studeren.
B
Ik wil nog meer Nederlands studeren.
C
Ik wil een andere cursus met de computer of rijbewijs
D
Ik wil een opleiding volgen voor werk.

Slide 11 - Quizvraag

9. Heb jij een computer?
A
ja, ik heb mijn eigen laptop
B
ja, dat is voor mijn kinderen
C
nee, ik heb geen computer
D
ja, mijn man/vrouw heeft er een.

Slide 12 - Quizvraag

10. Waarvoor gebruik jij je gsm het meest?
A
om te bellen en te sms'en
B
om Nederlands te leren
C
om video's te kijken
D
om foto's te nemen

Slide 13 - Quizvraag

11. Hoe vaak gebruik jij Whatsapp per dag?
A
meer dan 3 uur per dag
B
heel de dag
C
een uurtje per dag
D
nooit

Slide 14 - Quizvraag

12. Wie is de lerares? Wat weet je over jouw lerares? Wat wil je de lerares vragen?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Video

Ken je deze families?

Slide 17 - Tekstslide

De koning heeft 5 kinderen.
A
juist
B
fout

Slide 18 - Quizvraag

Elizabeth heeft 2 zussen.
A
juist
B
fout

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel kleinkinderen heeft Louis Petit?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 20 - Quizvraag

Louis en Irma hebben twee dochters.
A
juist
B
fout

Slide 21 - Quizvraag

Wouter heeft een neef en een nicht.
A
juist
B
fout

Slide 22 - Quizvraag

Ken je deze families ?

Slide 23 - Tekstslide

Kim Kardashin is alleenstaand.
A
juist
B
fout

Slide 24 - Quizvraag

Homer Simpson heeft 2 schoonzussen.
A
juist
B
fout

Slide 25 - Quizvraag

Bart Simpson heeft 1 nonkel.
A
juist
B
fout

Slide 26 - Quizvraag

Ken je deze families van televisie?

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Slide 29 - Link

Slide 30 - Link