45.3 Les pronoms possessifs (1)

Les pronoms possessifs
 (mon, ma, mes etc.)
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les pronoms possessifs
 (mon, ma, mes etc.)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Le pronom possessif
casquette
patins à roulette
maillot
mon
ma
mes

Slide 3 - Sleepvraag

Le pronom possessif

Het bezittelijk voornaamwoord

C'est mon lit.            = Het is mijn bed.

Voilà ma chambre. = Hier is mijn                                          slaapkamer.

Slide 4 - Tekstslide

Le pronom possessif
vrouwelijk
meervoud
mannelijk
mon
ma
mes

Slide 5 - Sleepvraag

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

De vorm van het bezittelijk naamwoord hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. Je moet je afvragen of het een vrouwelijk woord is of een mannelijk woord.

Le bonnet           C'est mon bonnet.


La casquette          C'est ta casquette.


Les baskets          Ce sont ses baskets.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

la trousse de toilette (mijn)
A
mon
B
ma
C
ses
D
ta

Slide 11 - Quizvraag

le frère (haar)
A
son
B
ton
C
sa
D
ta

Slide 12 - Quizvraag

le bonnet (haar)
A
son
B
ton
C
sa
D
ta

Slide 13 - Quizvraag

les chaussettes (jouw)
A
ton
B
ta
C
tes
D
ses

Slide 14 - Quizvraag

(Jouw) amie Julie est très sympa
A
ton
B
ta
C
son
D
sa

Slide 15 - Quizvraag

les parents (zijn)
A
son
B
mes
C
tes
D
ses

Slide 16 - Quizvraag


l'écharpe (mijn)
A
mon
B
ma
C
ton
D
ta

Slide 17 - Quizvraag

Supplément pages 47 + 48
Faire grammaire II - exercices A 

Slide 18 - Tekstslide