Rekenen bij Scheikunde 1

Wat is een grootheid?
Een grootheid is een in getalswaarde uit te drukken (natuurkundige) eigenschap van een verschijnsel, voorwerp of materie.

Kortgezegd: Een grootheid is iets dat we kunnen meten 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wat is een grootheid?
Een grootheid is een in getalswaarde uit te drukken (natuurkundige) eigenschap van een verschijnsel, voorwerp of materie.

Kortgezegd: Een grootheid is iets dat we kunnen meten 

Slide 1 - Tekstslide

Enkele grootheden
Massa (hoe zwaar is iets?)

Volume (hoeveel ruimte neemt het in?)

Tijd (hoe lang duurt iets?)

Afstand (hoe ver?)


Slide 2 - Tekstslide

Grootheid
massa

volume

tijd

snelheid
Eenheid
kg, g, ton, pond, ons, enz.

m3, dm3, L, mL enz.

seconde, minuut, uur, jaar enz.

kilometer per uur (km/u), meter per seconde (m/s)

Slide 3 - Tekstslide

Waarom een eenheid?
Een eenheid is een bekende maat voor de grootheid.
Probeer je even voor te stellen:
Hoe lang is een meter?
Hoe lang duurt een seconde?
Hoe zwaar is een kilogram?

Waarschijnlijk kun je je er wel iets bij voorstellen


Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 2:
Mn. Gerritsjans zegt dat hij net een glas met 200 .... water heeft gedronken. Welke eenheid zou hierbij horen?

Slide 5 - Open vraag

Massa eenheden vergeleken 2e klas manier
1 ton = 1000 kg
1 kg = 1000 g
1 g = 1000 mg
1 mg = 0,001 g
1 g = 0,001 kg
1 kg = 0,001 ton
Massa eenheden vergeleken
3e klas manier
1 ton = 1x103 kg
1 kg = 1x103 g
1 g = 1x103 mg
1 mg = 1x10-3 g
1 g = 1x10-3 kg
1 kg = 1x10-3 ton

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden
2,50 ton = 2,50x103 kg (2e klas: 2500 kg)
0,45 kg = 0,45x106 mg (2e klas: 450000 mg)
120 g  = 120x10-6 ton (2e klas: 0,000120 ton)
200 mg = 200x10-3 g (2e klas: 0,200 g)

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 3a 4,20 ton = .......... mg

Slide 8 - Open vraag


A

Slide 9 - Quizvraag

Opdracht 3b 0,25 g = ..... ton

Slide 10 - Open vraag

Opdracht 3c 25,5 kg = ..... mg

Slide 11 - Open vraag

Opdracht 3D 1,75 kg = ...... g

Slide 12 - Open vraag

Opdracht 3e 50 mg = ....... kg

Slide 13 - Open vraag