15-03

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Vandaag

- Huishoudelijke mededeling

- Mogelijke verwarring na practicum

- Bespreken huiswerk 4.3

- Extra oefenen met schakelingen

- 4.4 Vermogen en energie

Huishoudelijke mededeling

- Vrijdag 22-03: SO over paragraaf 4.1 t/m 4.3

- Tip: leer de symbolen op blz. 137

Mogelijke verwarring

- Lucht en water: geleiders of isolatoren?

- Stroom stroomt van plus naar min

Bespreken huiswerk

Blz 141

Serie of parallel

Serieschakeling (bv. goedkope kerstverlichting):

- Stroomsterkte overal in de stroomkring gelijk

- Spanning wordt "verdeeld" over alle lampjes/apparaten

Parallelschakeling (bv. in huizen of klaslokaal): 

- Stroomsterkte verschilt per plek in de stroomkring

- Spanning over elk apparaat hetzelfde 

Extra oefenen

- Zie meneer Van Beurden en whiteboard

- Omrekenen

- Beredeneren stroomsterktes (!)

- Schakelaars in een schakeling

Vandaag

- SO (30 min)

- 4.4 Vermogen en Energie

4.4 Vermogen en Energie

- Je kunt uitleggen wat vermogen is

- Je kunt het vermogen van een apparaat uitrekenen

- Je kunt uitleggen waarom een apparaat met een groter vermogen meer elektrische energie verbruikt

Vermogen

= hoeveel elektrische energie een apparaat per seconde verbruikt/levert

- Hangt af van:

1) De spanning

2) De stroomsterkte

Vergelijking in je boek

LET OP: maak van het volgende een aantekening

- Het staat niet in het boek

Vermogen berekenen

In je boek:      vermogen = spanning x stroomsterkte

Ik wil zien:      P = U*I

P = het vermogen in watt (W)

U = de spanning in volt (V)

I = de stroomsterkte in ampère (A)

Vermogen en energieverbruik in apparaten

- Hoe meer vermogen, hoe sneller de batterij leeg is

- Vermogen is een optelsom van alle onderdelen

- Energieverbruik minder door slimme keuzes in hardware en software

4.4 Vermogen en energie

Maken opgaven 1 t/m 9 (blz. 147-149)

Y28P2YGR0