In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Internationalisering
Les 4
Aan het eind van deze lesweet je meer over:
Cultuurverschillen
Culturele Diversiteit
Cultuurshock
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Terugblik
Vorige week heb je geleerd:
Wat vooroordelen zijn en wat discriminatie is.
Je kent voorbeelden van vooroordelen en discriminatie.
.
Slide 2 - Tekstslide
Een vooroordeel is de mening die je over iemand hebt zonder dat je hem daadwerkelijk kent. Vaak is je mening gebaseerd op kenmerken als het uiterlijk, de naam of het gedrag dat je van iemand ziet.
Vooroordelen en stereotypen kunnen leiden tot discriminatie.
Discriminatie is het anders behandelen van mensen op basis van een of enkele
kenmerken.
Wanneer het gaat om discriminatie op basis van iemands afkomst, noem je dit racisme.
Cultuur en cultuurverschillen bespreken in de klas kan best lastig zijn. Waarmee zou de discussie moeten beginnen?
A
Benoemen van de grootste verschillen tussen verschillende culturen
B
Kijken naar je eigen cultuur
C
Misverstanden
in kaart brengen
D
Je moet cultuur en cultuurverschillen helemaal niet bespreken in de klas.
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Andere culturen
Iedere cultuur heeft eigen gewoontes, waarden en normen.
Opdracht: Geef drie voorbeelden van zowel een gewoonte, een norm en een waarde binnen drie verschillende culturen.
Je mag zelf drie culturen kiezen.
TIP: Vraag aan studiegenoten die een andere culturele achtergrond hebben
Slide 4 - Tekstslide
Vb > Nederland
Gewoonte: een dier in huis hebben
Norm: je geeft je huisdier te eten en drinken (en slaat ze niet).
Waarde: respect voor dieren
!! De normen en waarden hoeven niet persé met de gewoonte te maken te hebben
voorbeelden van een gewoonte, een norm en een waarde binnen 3 verschillende culturen
Slide 5 - Woordweb
Normen zijn richtlijnen hoe je sociaal gewenst met elkaar omgaat. Als je met iemand hebt afgesproken, is het normaal dat je op tijd komt. Of als de kassière je teveel geld teruggeeft, dan is het normaal dat je dat zegt
Waarden zijn de zaken die waardevol gevonden worden door iemand of een groep mensen. Het is vaak een enkel woord, zoals eerlijkheid, respect, gelijkheid.
In het voorbeeld van op tijd komen als je hebt afgesproken met iemand, dan is de achterliggende waarde stiptheid of respect voor de ander. De waarde die geldt bij het voorbeeld van de kassière die teveel teruggeeft, is eerlijkheid.
Gewoontes in andere culturen
In de opdracht ga je aan de slag met het vergelijken van Nederlandse gewoontes en gewoontes van andere culturen.
Vb:
NL: Met mes en vork eten in een restaurant.
Andere cultuur/landen: Alleen eten met de rechterhand
Slide 6 - Tekstslide
Alleen eten met de rechterhand, de linkerhand is voor toiletbezoek. Een mes gebruik je alleen om te doden of te verwonden.
hoort bij:
Marokko, Aziatische en Arabische landen
Culturele diversiteit
- welke zijn de 5 meest voorkomende andere nationaliteiten in NL?
- welke 2 andere nationaliteiten zijn er de laatste jaren bij gekomen?
Slide 7 - Tekstslide
De vijf meest voorkomende andere nationaliteiten in Nederland zijn:
Turks, Marokkaans, Indonesisch, Duits en Surinaams.
De laatste jaren zijn er vooral veel Polen en Syriërs in Nederland komen wonen.
Culturele diversiteit
Nederland
multiculturele samenleving
ruim 1 miljoen inwoners > niet Nederlandse nationaliteit
Slide 8 - Tekstslide
Nederland heeft een multiculturele samenleving. Er is veel culturele diversiteit in Nederland. Er wonen mensen uit verschillende landen samen. Zij studeren of werken hier of zijn gevlucht voor oorlog en misstanden in hun eigen land. Ruim een miljoen inwoners hebben niet de Nederlandse nationaliteit.
Theorie l Culturele diversiteit
Nederland is een multiculturele samenleving
Verschillende culturen = culturele diversiteit
Kenmerken van deze culturen worden overgenomen in de Nederlandse cultuur waardoor deze verandert.
Dominante cultuur: Nederlandse cultuur
Subculturen: Kleinere culturele groepen
Tegencultuur: een subcultuur die zich niet aan de regels van de dominante cultuur houdt. Voorbeeld: Voetbalholigans.
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Culturele diversiteit
- dominante cultuur
- subcultuur
- tegencultuur
Slide 10 - Tekstslide
Al deze mensen van andere nationaliteiten nemen hun eigen cultuur mee. Kenmerken van deze culturen worden overgenomen in de Nederlandse cultuur waardoor deze verandert.
De cultuur in een land die de meeste mensen hebben, noem je de dominante cultuur. In Nederland is dat bijvoorbeeld de Nederlandse cultuur en in Japan is dat de Japanse cultuur.
De andere kleinere culturele groepen noem je subculturen. Dit zijn in Nederland onder andere de Turkse en Poolse cultuur. Maar ook de jongerencultuur is een subcultuur.
Een subcultuur kan dus naast de dominante cultuur in een land bestaan.
Als een subcultuur zich niet aan de regels houdt van de dominante cultuur, noem je dit tegencultuur. Een voorbeeld hiervan zijn milieuactivisten en voetbalhooligans.
Cultuurshock
Bij verhuizing van ene naar andere land waarbij cultuurverschillen erg groot zijn.
Vijf fases:
voorvertrekfase
vakantiegevoelfase
boosheidsfase
aanpassingsfase
thuiskeershock
Slide 11 - Tekstslide
Cultuurshock
Als je verhuist van het ene land naar het andere en de cultuurverschillen zijn erg groot dan kun je last krijgen van een cultuurshock. De verschillen zijn dan zo groot dat het moeilijk is om je direct aan te passen.
Wanneer je bijvoorbeeld van Dubai zou verhuizen naar Nederland, zijn de verschillen erg groot. In Dubai gaan zowel de mannen als de vrouwen bedekt over straat. Blote knieën en schouders zijn ongepast in Dubai. Je kunt je voorstellen dat het best schokkend kan zijn als iemand uit Dubai komt en in Nederland op de bus wacht en een reclameposter in het bushokje ziet met daarop een vrouw in lingerie. Of wanneer er in de zomer een man op straat loopt met ontbloot bovenlijf.
De cultuurshock bestaat volgens het model van Adler uit vijf fases:
voorvertrekfase:
Je voelt spanning en onzekerheid. Er moeten veel zaken geregeld worden.
vakantiegevoelfase:
Je voelt je opgewonden, positief en vol energie. Je ziet alles door een roze bril. Alles is nieuw en mooi
boosheidsfase:
Je voelt teleurstelling. Je verlangt naar familie, vrienden, je eigen taal/eten/cultuur. De daadwerkelijke cultuurshock.
aanpassingsfase:
Je begint te wennen aan de basiswaarden van de andere cultuur. En denkt ook steeds meer vanuit deze cultuur.
thuiskeerschock:
Je voelt je comfortabel in je nieuwe cultuur en moet je zelfs opnieuw aanpassen aan je eigen cultuur. De omgekeerde cultuurshock.