Een instructie maken

Nederlands

Nederlands
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie
Een instructie lezen en begrijpen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luister goed!
Opdracht......

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Je weet wat een instructie is.
Je kunt een instructie lezen.
Je kunt een instructie begrijpen en uitvoeren.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
Voor de onderstaande opdracht krijg je 3 minuten
de tijd.

  • Vouw een papieren vliegtuig.
timer
0:03

Slide 5 - Tekstslide

Geen instructie!
Vergelijken
Bekijk de vliegtuigjes die gevouwen zijn door iedereen uit de klas. Niet alle vliegtuigjes zullen gelijk zijn. 

  • Hoe kan het dat niet alle 
       vliegtuigjes gelijk zijn?


Slide 6 - Tekstslide

Bron: www.steamcommunity.com via Google
Uitleg instructie
  • De vliegtuigjes zijn niet allemaal gelijk, omdat er geen uitleg gegeven is over hoe en in welke volgorde je een vliegtuigje moet vouwen. Je noemt deze uitleg een instructie.

  • Bij een instructie leg je iemand uit hoe je iets moet doen. Het is belangrijk dat je de informatie in een logische volgorde opschrijft. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijk!
Een instructie moet in een goede volgorde staan.

Slide 8 - Tekstslide

Je hebt net zelf gemerkt hoe het is om iets zonder en met een instructie te doen.
Tussenopdracht

Kijk naar de instructie hiernaast. Het is een instructie voor een spel met een fles.

Zet de verschillende stappen in een logische volgorde zodat er een duidelijke instructie ontstaat.






Speluitleg
1) Ga in een kring om de fles zitten.
2) Schrijf de opdracht op een papiertje en rol hem op.
3) Voer de opdracht uit die op het papiertje staat.
4) Draai de fles rond tot hij stopt.
5) Bedenk allemaal een opdracht.
6) Degene naar wie de fles wijst, pakt een papiertje uit de fles.
7) Stop de opdrachten in een fles.




Slide 9 - Tekstslide

Bron: www.jeanne-miniatuur-schilderij.nl via Google

Noteer de juiste volgorde in je schrift.

Antwoord:
Juiste volgorde moet zijn:
5 - 2 - 7 - 1 - 4 - 6 - 3

Wat is de juiste volgorde?
A
2, 5, 4, 7, 1, 6, 3
B
5, 7, 2, 4, 1, 6, 3
C
5, 2, 7, 1, 4, 6, 3
D
5, 2, 1, 6, 7, 4, 3

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een instructie
  • Een instructie schrijf je in de gebiedende wijs, dat betekent dat de meeste zinnen beginnen met een werkwoord (doe-woord)

  • Soms is het ook belangrijk dat je bepaalde dingen nodig hebt, de ingrediënten of benodigdheden. Hiervoor maak je een lijstje.

  • Bij een instructie moet je ook aandacht besteden aan hoe je tekst eruit ziet, de lay-out. Schrijf korte en duidelijke zinnen, maak gebruik van plaatjes, gebruik een titel en kopjes. 




Schrijf geen overbodige informatie bij een instructie. 

Slide 11 - Tekstslide

Kijk bij de eerste serie lessen schrijfvaardigheid als je nog wat wilt weten over de opmaak, lay-out, van een tekst.

Maak gebruik van verschillende bronnen bij het schrijven van je instructie. Hierbij kun je denken aan het internet, een boek, een klasgenoot, een familielid, een vriend(in), enz.
Stappenplan instructie 

  1. Leg je informatie in een logische volgorde in stappen uit.
  2. Maak de stappen herkenbaar door gebruik te maken van cijfers, bolletjes of streepjes.
  3. Voeg een ingredientenlijst of benodigdhedenlijst toe als dat nodig is.



  4. Maak gebruik van volgordewoorden zoals: eerst, daarna, vervolgens, ten slotte.
  5. Begin de verschillende stappen met werkwoorden, doe-woorden, zoals: pak, neem, maak, leg, bak, enz.
  6. Maak gebruik van plaatjes en/of foto's.
  7. Bedenk een titel die goed past bij je instructie.
  8. Gebruik korte zinnen.


Slide 12 - Tekstslide

Bron: www.flicker.com ; KatjaLinders
eerst, daarna, vervolgens, ten slotte
Deze woorden noem je ook wel:
A
volgordewoorden
B
werkwoorden
C
bijvoeglijk naamwoorden
D
instucties

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een instructie gebruik je vaak
A
vraagzinnen
B
de gebiedende wijs
C
uitroeptekens
D
bijzinnen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een instructie begint bijna elke zin met een
A
Lidwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Doewoord

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om je instructie te verduidelijken gebruik je:
A
veel spaties tussen de zinnen
B
veel woorden
C
plaatjes , tekeningen
D
grote letters

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Maken opdracht 1  en 3.

Slide 17 - Tekstslide

Bekijk voordat je gaat schrijven nog een keer het 'Stappenplan instructie schrijven' op de vorige slide.

 Vergeet niet: pas je taalgebruik aan aan je doelgroep en zorg voor een aantrekkelijke lay-out.
Samenvatting
  • Bij een instructie leg je iemand uit hoe je iets moet doen in een logische volgorde
  • De meeste zinnen in een instructie beginnen met een doe-woord.
  • Bij een instructie moet je ook aandacht besteden aan hoe je tekst eruit ziet, de lay-out. Maak gebruik van plaatjes, gebruik een titel en kopjes, zorg voor een mooie verdeling over je papier.
  • Schrijf geen overbodige informatie bij een instructie, gebruik korte en duidelijke zinnen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies