H4-verbos reflexivos y la hora

H4-verbos reflexivos y la hora
Viernes el primero de septiembre

Pak je laptop en ga naar LessonUP.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4-verbos reflexivos y la hora
Viernes el primero de septiembre

Pak je laptop en ga naar LessonUP.

Slide 1 - Tekstslide

Programa de hoy
Lesdoel:
- Je laat zien dat je weet hoe het wederkerende werkwoord werkt. 
- Je kunt de tijd geven in het Spaans / zeggen hoe laat je normaal gesproken iets doet. 
- Je weet wat er van je verwacht wordt op het mondeling bij dit onderdeel.

Slide 2 - Tekstslide

La hora
- volgorde 
- menos / y
- media
- son las / es la / a las / a la

Slide 3 - Tekstslide

Decir la hora
Es la una 
Son las dos / tres / cuatro etc 
_______________________________
Son las ocho y dos / diez / veinte
Son las ocho menos cinco / doce
_______________________________
Son las ocho y media
Son las ocho menos quince/cuarto
Son las ocho en punto

Slide 4 - Tekstslide

Decir la hora en español
Lees de voorbeelden en geef antwoord: 
Hoe zeggen we "om" in het Spaans?

Comienzo a trabajar a las ocho de la mañana
Voy al cine a las tres de la tarde 
Tengo una cita con el médico a las diez y media

Slide 5 - Tekstslide

¿Qué hora es?
Son las siete y media
Son las nueve (en punto)
Es la una (en punto)
Son las seis menos cuarto
Son las cuatro y media
Son las siete menos cuarto

Slide 6 - Sleepvraag

Transcribe la hora:
13.45
(start met es la / son las)

Slide 7 - Open vraag

Transcribe la hora:
22.20

Slide 8 - Open vraag

Transcribe la hora
1.10
timer
0:30

Slide 9 - Open vraag

Vertaal:
Ik ontbijt om acht uur

Slide 10 - Open vraag

Ik begrijp het klokkijken in het Spaans
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Welke vragen heb je hierover?

Slide 12 - Open vraag

Ik ga om 9 uur naar bed.
En jij, om hoe laat ga je naar bed?
Ik trek een trui aan. 
Ik douch (me) om 7:30 uur in de ochtend. 
Ik sta om 7 uur op.
Ik ontbijt om 8 uur 's ochtends. 
Ik ga naar school van 9 uur 's ochtends tot 3 uur 's middags. 
1. Me levanto a las 7 de la mañana.
2. Me ducho a las 7:30 de la mañana.
3. Me pongo un jersey.
4. Desayuno a las 8 de la mañana.
5. Voy al colegio de 9 de la mañana a 3 de la tarde.
6. Me acuesto a las 9 de la noche.
7. ¿Y tú, a qué hora te acuestas?

Slide 13 - Sleepvraag

Wat is GEEN verbo reflexivo?
A
aburrirse
B
levantarse
C
bailar
D
bañarse

Slide 14 - Quizvraag

Waar zien we een verbo reflexivo?
(=wederkerend werkwoord)
A
he bailado
B
me aburro
C
voy a bailar
D
nos levantamos

Slide 15 - Quizvraag

¿Qué es un verbo reflexivo?
¿Cómo se conjuga el verbo?
¡Da un ejemplo!


Slide 16 - Tekstslide

1. ¿A qué hora _________(despertarse-ie) José?
2. Antes de comer ______(lavarse, tú) las manos.
3. Normalmente nosotros ___ (desayunar) a las 7 de la mañana.
4. Yo _________________(vestirse - i) para la fiesta.
5. Ese señor de ahí ______(llamarse) señor Lopez.

Slide 17 - Open vraag

Ik begrijp de wederkerende voornaamwoorden
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Welke vragen heb je hierover?

Slide 19 - Open vraag

A hablar - pak je werkblad: ¿Cómo es tu rutina diaria? 
Links (raamzijde) stelt de vragen
Rechts geeft antwoord. 

1e keer: op volgorde (van 1 t/m 10)
2e keer: willekeurige volgorde

Slide 20 - Tekstslide