§4.5 Waterproblemen in laaggelegen gebieden en steden

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke rivier hebben de veranderingen in het neerslagregiem het meeste invloed?
A
Maas
B
Rijn
C
IJssel
D
Lek

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De bodem daalt door de toepassing van begreppeling, dijkaanleg, windbemaling en mechanische bemaling. 

Waarom eigenlijk?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Nederland daalt de bodem door de toepassing van begreppeling, dijkaanleg, windbemaling en mechanische bemaling. Waarom eigenlijk?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan veen
Na laatste ijstijd, steeg zeespiegel
Achter de duinen bleef zeeklei liggen..  (werd moeras)

moeras -> veen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan veen
  • Na laatste ijstijd, steeg zeespiegel
  • Achter de duinen bleef zeeklei liggen..  (werd moeras)
  • moeras -> veen =afgestorven planten bewaard gebleven in een natte, zuurstofarme omgeving

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies






Inklinking veen 


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naast zeespiegelstijging hebben we in Nederland ook te maken met bodemdaling.
Noem 2 problemen die een gevolg zijn van bodemdaling.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de afbeelding. Waar kom je droogmakerijen tegen?
A
Laag-Nederland
B
Zuid-Limburg
C
Hoog-Nederland

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verzilting
Bij lage waterstanden in de rivieren, komt zeewater verder landinwaarts. Het gevolg daarvan is verzilting.

Verzilting heeft met name gevolgen voor:
- Landbouw
- Natuur
- Waterkwaliteit


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoet of Zout?
Bij lage waterstanden in de rivieren, komt zeewater verder landinwaarts. Het gevolg daarvan is verzilting.

Verzilting heeft met name gevolgen voor:
- Landbouw
- Natuur
- Waterkwaliteit


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door de klimaatveranderingen worden de winters in Nederland warmer en natter en door de de zomers extreem droog en warm met soms kans op een enorme hoosbui.
Leg uit waardoor we in Nederland steeds meer te maken krijgen met hoosbuien?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In de middeleeuwen lagen de veengebieden in het westen van het land ruim boven NAP. Door welke twee oorzaken liggen deze gebieden nu rond of beneden NAP?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

§4.6 - Ruimtelijke adaptie
Watertoets: bij nieuwe bouwlocaties wordt de watertoets uitgevoerd.
De overheid kijkt of rekening is gehouden met:
  • de veiligheid
  • de mogelijke wateroverlast
  • de waterkwaliteit
  • de verdroging
  • of de waterproblemen niet worden afgewenteld op een ander gebied

Middels de drietrapsstrategie: vasthouden, bergen, afvoeren

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het water moet langer vasgehouden worden om te voorkomen dat het snel naar een lager gelegen gebied stroomt. Dit wordt gedaan door het aanleggen van waterrijke natuurgebieden en meer groenvoorzieningen
Het overtollige water wordt tijdelijk opgeslagen in een retentiegebied. Dit is een gebied wat mag overstromen en weer droog valt als het waterpeil is gezakt
Als vasthouden en bergen niet meer mogelijk is, moet het water gecontroleerd mogelijk worden afgevoerd. Via kanalen en rivieren naar de zee. 
Bij een watertoets wordt gekeken over er bij nieuwbouwlocaties rekening is gehouden met de veiligheid, de wateroverlast, de waterkwaliteit, de verdroging en of de waterproblemen niet worden afgewenteld op een ander gebied.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke stap van de drietrapsstrategie past de afbeelding?
A
Bergen
B
Vasthouden
C
Afvoeren

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In Leidsche Rijn is een aantal wadi’s aangelegd. Dat zijn waterlopen die normaal gesproken droog liggen. 
Een wadi is een met grassen begroeide en met grind gevulde greppel. Deze staat bij mooi weer droog maar vult zich tijdens een regenbui met regenwater.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wadi's in de Leidsche Rijn zijn aangelegd in het kader van de Watertoets. Voor welke onderdelen van de watertoets zijn bedoeld?
A
Wateroverlast
B
Waterkwaliteit
C
Verdroging
D
Waterproblemen in andere gebieden voorkomen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke stap van de drietrapsstrategie past de afbeelding?
A
Bergen
B
Vasthouden
C
Afvoeren

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meerlaagsveiligheid

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meerlaagsveiligheid

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meerlaagsveiligheid

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laag drie van de meerlaagsveiligheid gaat over crisisbeheersing.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag met paragraaf 4.5
- lees de paragraaf nog een keer goed door. 
- maak de opdrachten van §4.5 (zie studieplanner)

Extra:
- maak de hoofdvraag
- maak een samenvatting / mindmap 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies