4H 7.2 Nationalisme

7.1 +7.2: De economische sprong van Europa
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

7.1 +7.2: De economische sprong van Europa

Slide 1 - Tekstslide

planning dinsdag 6 februari
blok 2:

- huiswerk bespreken:
*vraag tijdscharnier opdracht 1+ 2 +
*7.1/9.1: opdracht 4 t/m 9

- 7.1: de industriële revolutie

- 7.2: nationalisme
*opdrachten 7.2/9.2: 4,5 (6), 7

blok 7:

- LET bespreken

- 7.3: modern imperialisme

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

behandeld vorige les:
- industriële samenleving
- huisnijverheid
- textielindustrie
- oorzaken
- gevolgen

Slide 4 - Tekstslide

leerdoelen:

1. Ik weet het verschil tussen handelskapitalisme en modern kapitalisme;

2. Ik weet het verschil tussen mercantilisme en economisch liberalisme;

3. Ik weet wat nationalisme inhoudt;

4. Ik weet het verband tussen nationalisme en de vorming van nieuwe staten

Slide 5 - Tekstslide

De sociale kwestie

  • Het probleem van de slechte leef- en werkomstandigheden van de arbeiders.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link


Modern kapitalisme


Produceren om winst te halen
betekent
kosten lager en prijzen hoger
Niet alleen de manier van produceren verandert enorm: ook de komst van stoomtreinen brengt grote veranderingen in het vervoer van mensen en goederen.

Slide 8 - Tekstslide

HANDELSKAPITALISME

- winst werd gemaakt door handel te drijven. 




MODERN KAPITALISME

- winst werd gemaakt door het produceren van goederen in fabrieken. 

Kapitalisme werd dus modern door industrialisering. 

Slide 9 - Tekstslide

Adam Smith
Wat is de beste manier om een land welvarend te maken?

  • Vrije economie 
  • Wet van vraag en aanbod zorgt als onzichtbare hand voor zo groot mogelijke voorspoed
  • Boek: The Wealth of Nations

Slide 10 - Tekstslide

MERCANTILISME

- Staatsbemoeienis in de economie

- Belasting en invoertarieven 
ECONOMISCH LIBERALISME 

- Zo weinig mogelijk staatsbemoeienis

- Vrijhandel en concurrentie


Slide 11 - Tekstslide

§7.2 Nationalisme

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Nationalisme
  • Liefde voor eigen land en eigen volk 
  • Belangrijk doel: eigen staat
  • Voortgekomen uit Verlichting en Franse Revolutie
  • Van onderdaan naar burger

Slide 14 - Tekstslide

Sporen ervan in de Romantiek (kunst)
  • Reactie op de Verlichting 
  • Accent op gevoelens, tradities en (helden-)verhalen
  • tegenwicht rationeel denken
  • Nadruk op onbedorven plattelandsleven 
  • Aandacht voor het volk 

Slide 15 - Tekstslide

de ongerepte natuur
het eenvoudige volksbestaan

Slide 16 - Tekstslide

Houding regeringen:
Natievorming bevorderd door:

1. Onderwijs (taal en geschiedenis)
2. Monumenten vb: 
casus 7.2/9.2:
Hermanns Denkmal (1819-1875):
'Deutsche Einigkeit, meine Stärke - meine Stärke, Deutschlands Macht'
3. Wereldtentoonstellingen

Slide 17 - Tekstslide

Parijs 1889
Londen 1851

Slide 18 - Tekstslide

Politiek nationalisme --> Streven naar eenheid 
Politieke grenzen vielen niet altijd samen met de taal- en cultuurgrenzen:
1. Duitse taalgebied  
  • 1817: Nationale studentenbond > doel: één staat met een grondwet 
  • 1848: Revolutiejaar > 'Professorenparlement'
  • 1849: Friedrich Wilhelm IV weigert de keizerstitel uit handen van het volk te aanvaarden

  • 1871: Duitse keizerrijk olv Wilhelm I en Bismarck
2. Italië: in 1870 verenigd (Garibaldi / V. Emmanuël II)





Slide 19 - Tekstslide

Wilhelm I: Koning van Pruisen 
(1861-71) en keizer van Duitsland ('71-88)
Rijkskanselier Bismarck (1862-1890)

Slide 20 - Tekstslide

Politiek nationalisme: uiteenvallen Turkse Rijk

Slide 21 - Tekstslide

Politiek
nationalisme:
Habsburgse
Rijk onder
druk

Slide 22 - Tekstslide

Politiek nationalisme: 
Belgische onafhankelijkheidsoorlog

  • Congres van Wenen (1815):
België en Nederland samen
  • Verzet door o.a:
taal en godsdienst
  • 1830: Opstand 
  • 1839: erkenning door Nederland>
Einde Verenigd Koninkrijk
  Van Speijk: 'Dan liever de lucht in'  (febr.1831)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

leerdoelen:

1. Ik weet het verschil tussen handelskapitalisme en modern kapitalisme;

2. Ik weet het verschil tussen mercantilisme en economisch liberalisme;

3. Ik weet wat nationalisme inhoudt;

4. Ik weet het verband tussen nationalisme en de vorming van nieuwe staten

Slide 25 - Tekstslide