Stepping Stones Health Practice
1 / 37
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Translate from English to Dutch:
to slip, appointment, x-ray
to slip, appointment, x-ray
Slide 4 - Open vraag
Translate from English to Dutch:
clumsy, habit, remember
clumsy, habit, remember
Slide 5 - Open vraag
Translate from English to Dutch:
dentist, to take a break, to laugh
dentist, to take a break, to laugh
Slide 6 - Open vraag
Translate from English to Dutch:
important, brain, tired
important, brain, tired
Slide 7 - Open vraag
Translate from Dutch to English:
ontbijt, genoeg
ontbijt, genoeg
Slide 8 - Open vraag
Translate from Dutch to English:
bril, onderzoeker (wetenschapper) , soms
bril, onderzoeker (wetenschapper) , soms
Slide 9 - Open vraag
Translate from Dutch to English:
je enkel, veranderen, proeven
je enkel, veranderen, proeven
Slide 10 - Open vraag
Translate from Dutch to English:
wachtkamer, hoesten
wachtkamer, hoesten
Slide 11 - Open vraag
to play, gebruik nu de past continuous:
example: We were playing outside when.....
example: We were playing outside when.....
Slide 12 - Open vraag
Past continuous:
to cook (koken) Maak een zin in de past continuous.
to cook (koken) Maak een zin in de past continuous.
Slide 13 - Open vraag
Past continuous:
to run (rennen) Maak een zin in de past continuous.
to run (rennen) Maak een zin in de past continuous.
Slide 14 - Open vraag
Past continuous:
to drive (rijden) Maak een zin in de past continuous.
to drive (rijden) Maak een zin in de past continuous.
Slide 15 - Open vraag
Answer this question:
What were you doing yesterday?
(dan krijg je de past continuous)
What were you doing yesterday?
(dan krijg je de past continuous)
Slide 16 - Open vraag
Answer this question:
What were they doing this morning?
(dan krijg je de past continuous)
What were they doing this morning?
(dan krijg je de past continuous)
Slide 17 - Open vraag
Answer this question:
What was Ramon eating this morning?
(dan krijg je de past continuous)
What was Ramon eating this morning?
(dan krijg je de past continuous)
Slide 18 - Open vraag
De volgorde bij een zin is:
wie doet wat wanneer waar
wie doet wat wanneer waar
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Put in the right word order:
at home/cook/every Saturday/dinner/they
at home/cook/every Saturday/dinner/they
A
They cook dinner every Saturday at home.
B
They cook dinner at home every Saturday.
Slide 20 - Quizvraag
De volgorde bij een zin is:
wie doet wat waar wanneer
wie doet wat waar wanneer
A
juist
B
onjuist
Slide 21 - Quizvraag
Put the sentence in the right word order:
history has at school on tuesday she
history has at school on tuesday she
A
She has history on Tuesday at school.
B
She has history at school on Tuesday.
Slide 22 - Quizvraag
The past tense (verleden tijd) van "to eat"
Slide 23 - Woordweb
Make a sentence with "tired" and "is/seems/looks"
Slide 24 - Open vraag
Make a sentence with the two words "brains" and "muscles".
Slide 25 - Open vraag
healthy
A
gezond
B
beter worden
Slide 26 - Quizvraag
vegetables
A
fruit
B
groente
Slide 27 - Quizvraag
Make a sentence with "angry" and "is/seems/looks"
Slide 28 - Open vraag
Make a sentence with "feel dizzy" and "is/seems/looks"
Slide 29 - Open vraag
Make a sentence with "cool" and "is/seems/looks"
Slide 30 - Open vraag
Make a sentence with "relaxed" and "is/seems/looks"
Slide 31 - Open vraag
Make a sentence with "healthy" and "is/seems/looks"
Slide 32 - Open vraag
Make a sentence with "healthy" and "is/seems/looks"
Slide 33 - Open vraag
The past tense (verleden tijd) van "to do"
Slide 34 - Woordweb
The past tense (verleden tijd) van "to wear"
Slide 35 - Woordweb
The past tense (verleden tijd) van "to lose"
Slide 36 - Woordweb
The past tense (verleden tijd) van "to write"
