In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Voorbereiding PTA
Enkelvoudige interest
Samengestelde interest
Berekenen kredietkosten
Omwisselen valuta
Procentuele stijging/daling
Rentepercentage berekenen
Slide 1 - Tekstslide
Anita heeft 5.000 euro op een spaarrekening staan. Ze krijgt 3% rente over haar spaargeld. Hoeveel rente heeft ze na 3 jaar gekregen als we uitgaan van enkelvoudige rente?
Slide 2 - Open vraag
Je stort 6.000 euro op een spaarrekening. Hoeveel spaargeld heb je na 3 jaar als de rente 3% is. Je laat de rente aan het eind van elk jaar staan. (samengestelde rente)
Slide 3 - Open vraag
Je sluit een lening af van 10.000 euro. Je betaalt de lening terug in 6 jaar. Het termijn bedrag is 160 euro. Bereken de kredietkosten
Slide 4 - Open vraag
Ik koop 100 pond, hoeveel euro kost dat?
AANKOOPKOERS (laagste)
bedrag in vreemde valuta : koers per euro = waarde in euro's
Slide 5 - Tekstslide
Je koopt 150 Poolse zloty's. Hoeveel euro betaal je daarvoor?
Slide 6 - Open vraag
Ik heb € 100, hoeveel pond kan ik kopen?
AANKOOPKOERS (laagste)
bedrag in euro's x lage wisselkoers = bedrag in vreemd geld dat je ontvangt
Slide 7 - Tekstslide
De wisselkoers van € 1 is: bij aankoop: $ 1,28 bij verkoop: $ 1,40.
Hoeveel dollar krijg je voor € 300?
A
$ 384
B
$ 231
C
$ 390
D
$ 234
Slide 8 - Quizvraag
Ik heb ponden over, hoeveel euro krijg ik daarvoor?
VERKOOPKOERS (hoogste)
bedrag in vreemd geld : koers per euro = bedrag in euro's
Slide 9 - Tekstslide
Je komt terug uit Engeland, en hebt nog 150 Pond over. Hoeveel euro krijg je hiervoor?
A
€ 118,50
B
€ 121,50
C
€ 185,19
D
€ 189,87
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Je wisselt bij de bank 500 Turkse lira's in. Hoeveel euro krijg je daarvoor? De provisiekosten zijn € 4.
Slide 13 - Open vraag
Planning
Slide 14 - Tekstslide
Het aantal betalingen met contant geld daalde van 10 miljoen in 2015 naar 8,2 miljoen transacties in 2018. Met hoeveel procent is het contant geld transacties afgenomen?
Slide 15 - Open vraag
Linde besluit € 3.000 op een deposito met een looptijd van 5 jaar te zetten. Na twee jaar heeft ze 33 euro aan rente ontvangen. Bereken het rentepercentage op jaarbasis van deze deposito. Afronden op 1 decimaal.