Hoofdstuk 5.3 - Brandstof en Milieu

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom bij Nask

Klas 4

Hoofdstuk 5 - Energie

Planning Hoofdstuk 5

5.1

5.2

5.3

5.4

Oefentoets

Herhaling

Proefwerk Hst. 5

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je deze vragen beantwoorden:

• Hoe maakt verbranding de aarde warmer?
  

• Wat zijn de gevolgen van het broeikaseffect?

• Wat kunnen we doen om het broeikaseffect te verminderen?

Warmte en milieu

Wat heb je nodig voor een verbranding?

• Brandstof (hout, fossiele brandstoffen)
• Zuurstof
• Ontbrandingstemperatuur

Welke soorten verbrandingen zijn er?

Onvolledige verbranding

• Te weinig zuurstof
  
• Ontstaat roet + koolstofmonoxide

Volledige verbranding

• Genoeg zuurstof
  
• Ontstaat waterdamp + koolstofdioxide
  

Fossiele brandstoffen

Deze stoffen zijn ontstaan uit dode planten en dieren.

Je haalt ze diep uit de grond.

Ze verbranden makkelijk.

• Steenkool

• Aardolie

• Aardgas

Het broeikaseffect

Het broeikaseffect

Warmtestraling vanaf de aarde wordt tegengehouden door broeikasgassen.

 

Het broeikaseffect

Broeikaseffect:

Het tegenhouden van warmtestraling door broeikasgassen.

Versterkt broeikaseffect:

Fossiele brandstoffen verbranden -> Toename koolstofdioxide in de dampkring

Er blijft meer warmte hangen op aarde. 

Gevolgen van de klimaatverandering

IJsmassa's (gletsjers, poolijs) smelten sneller.

• Waterpeil in rivieren en zeeën zal stijgen.
• Meer overstromingen en extreme stormen

Droogte

• Meer woestijnen
• Meer bosbranden

Uitsterven van diersoorten

Aan de slag

Maak de opgaves van paragraaf 5.3

1 t/m 18