In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
4.4
De wintersportbeurs
Slide 1 - Tekstslide
To do
- Leerdoelen Paragraaf 4.4
- Uitleg paragraaf 4.4
- Zelfstandig aan de slag
- opdrachten paragraaf 4.4
- rekentrainer paragraaf 4.4
- Huiswerk paragraaf 4.4
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Lijndiagram
Een afbeelding waarin een of meer lijnen de ontwikkeling van een verschijnsel weergeven.
Het diagram in de vorige afbeelding is een lijndiagram.
De lijn in het diagram verbindt een aantal punten. Die punten zijn de gegevens die je kunt aflezen. Een lijndiagram heeft net als alle andere diagrammen eentitel en vaak ook een legenda. Die geeft aan waar het lijndiagram over gaat.
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat de invloed is van vraag naar en aanbod van een product op de prijs
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Aanbod
AANBOD: De hoeveelheid die een producent van een product wil verkopen.
Belangrijk voor de grootte van het aanbod: prijs van het product, kennis, ervaring, gereedschap, aantal werknemers in het bedrijf.
Slide 7 - Tekstslide
Aanbod in de grafiek
Belangrijk voor het aanbod is de prijs:
Hoge prijs --> aanbod hoog
Lage prijs --> aanbod laag
Slide 8 - Tekstslide
Vraag
Vraag:de hoeveelheid die consumenten van een bepaald product willen kopen
Vraag wordt beïnvloed door: Smaak, inkomen van de consument, etc.)
Bedenk zelf een voorbeeld waardoor de vraag beïnvloed wordt.
Slide 9 - Tekstslide
Vraag in de grafiek
Belangrijk voor de vraag is de prijs:
Hoge prijs --> lage vraag
Lage prijs --> hoge vraag
Slide 10 - Tekstslide
Markt
Alle vraag en aanbod bij elkaar noemen we de markt.
Bijvoorbeeld: Alle vraag en aanbod van bloemen bij elkaar noemen we de markt voor bloemen. Andere voorbeelden de huizenmarkt, de energiemarkt en de markt voor telefoonproviders.
Slide 11 - Tekstslide
Vraag
De hoeveelheid van een product die de consumentensamen willen kopen.
- smaak
- inkomen
- reclame
- mode
Aanbod
De hoeveelheid die de ondernemers samen willen verkopen.
- omvang bedrijf (hoe groot?)
- kennis
- ervaring
Slide 12 - Tekstslide
Wat nou als...
Wat gebeurt er met de prijs van een product als heel veel mensen het willen hebben, maar er maar weinig van het product beschikbaar is?
Wat gebeurt er met de prijs van een product als heel weinig mensen het willen hebben, maar er veel producten van zijn?
Slide 13 - Tekstslide
Vraag groter dan aanbod
Vraag en aanbod zijn niet altijd hetzelfde
Als de vraag op een dag groter is dan het aanbod, dan gaat de prijs omhoog. Aanbieders verkopen hun producten dan toch wel.
Slide 14 - Tekstslide
Vraag en aanbod zijn niet altijd hetzelfde. Aanbod kan ook groter zijn dan de vraag.
Dan krijgen verkopers niet alle producten verkocht.
Wat zullen verkopers dan met de prijs doen?
Aanbod groter dan vraag
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeelden van prijsstijging
Slide 16 - Tekstslide
Vraag naar producten ⬇️ = prijs ⬇️
Vraag naar producten ⬆️ = prijs ⬆️
Aanbod van producten ⬇️ = prijs ⬆️
Aanbod van producten ⬆️ = prijs ⬇️
Wat zijn de gevolgen voor de prijs?
Slide 17 - Tekstslide
conclusie
naarmate de prijs hoger wordt zijn er minder vragers.
Doordat geen geld voor het product en/of geen geld voor over, het wordt te duur of misschien ook geen interesse.
Slide 18 - Tekstslide
Vraag en aanbod
Vraag = als wij (consumenten) iets kopen, hoeveelheid goederen.
Aanbod = alles wat producenten en verkopers te koop aanbieden, hoeveelheid goederen.