Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2
In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
OEFENEN HOOFDSTUK 5
Slide 1 - Tekstslide
In 1500 begon de tijd van .....
A
steden en staten
B
regenten en vorsten
C
ontdekkers en hervormers
D
monniken en ridders
Slide 2 - Quizvraag
Karel V
Maarten Luther
Welke tekst hoort bij welk persoon?
Ketters vervolgen
95 stellingen
Karel V
Reformatie
Denken vanuit de bijbel
Keizer, landheer en koning
Paus bepaalt
Katholiek
Protestant
Slide 3 - Sleepvraag
De Nederlanden
De Spaanse koning
Protestant
Katholiek
Gewesten
Eén centraal rijk
Willem van Oranje
Filips II
Karel V
Slide 4 - Sleepvraag
500-1000
1000-1500
500-1500
Middeleeuwen
Tijd van steden en staten
Tijd van monniken en ridders
Slide 5 - Sleepvraag
Zet de gebeurtenissen op de juiste plek in de tijdlijn.
1500 1555 1568 1572 1581 1584 1588 1609 1648
1. Plakkaat van Verlatinghe
2. Vrede van Münster
3. Slag bij Heiligerlee
4. Uitroepen Republiek
5. Moord op Willem van Oranje
6. Begin Twaalfjarig bestand
7. Verovering Den Briel
8. Karel V doet troonsafstand
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Slide 6 - Sleepvraag
➤Onderstaande gebeurtenissen gaan allen over de Nederlandse opstand. Zet de gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde, van vroeger naar later.
Filips II neemt de troon over van zijn vader Karel V.
Het begin van de Beeldenstorm.
De Republiek der zeven verenigde Nederlanden wordt opgericht.
De vrede van Münster wordt uitgeroepen.
De Hertog van Alva komt
naar de Nederlanden
Slide 7 - Sleepvraag
Uit welke drie landen bestond rond 1500 de Nederlanden?
Slide 8 - Open vraag
Hij probeerde alle beslissingen zelf te nemen en hij wilde dat iedereen in zijn rijk het ____________________ geloof had.
A
Katholieke
B
Protestante
C
islam
Slide 9 - Quizvraag
Wat beloofde de paus aan de mensen als ze geld aan de kerk zouden geven?
Slide 10 - Open vraag
Mensen konden een aflaat kopen van de kerk. Wat is een aflaat? Met een aflaat .....
A
hoefde je niet elke zondag naar de kerkdienst
B
kon je priester worden
C
mocht je helemaal voor in de kerk zitten
D
werden je zonden vergeven
Slide 11 - Quizvraag
Karel V verklaarde Luther vogelvrij. Oftewel, iedereen mocht hem doden. Waarom deed hij dat?
A
Luther had kritiek op de kerk.
B
Luther had kritiek op Karel V
C
Luther had Karel V bedreigd.
D
Luther had de paus bedreigd
Slide 12 - Quizvraag
Hoe noem je de gebeurtenis op 10 augustus 1566, waarbij protestanten katholieke kerken plunderen en vernielen?
A
Hervorming
B
Opstand
C
Beeldenstorm
D
Reformatie
Slide 13 - Quizvraag
Wat is reformatie?
A
Hervormen van de kerk
B
Een kerk bouwen
C
Het slopen van een kerk
D
Iets
Slide 14 - Quizvraag
Reformatie betekent:
Slide 15 - Open vraag
Een kenmerk van het calvinisme is dat iedereen gelijk is. Noem een ander kenmerk.
Slide 16 - Open vraag
Afbeelding 1
Slide 17 - Tekstslide
Bekijk afbeelding 1. Welke beschrijving past het beste bij deze afbeelding?
A
Dit is een kerk zoals Calvijn die graag zag.
B
Dit is een katholieke kerk.
C
Dit is een kerk van protestanten.
Slide 18 - Quizvraag
De koning van Nederland in 1555 was...
A
Willem-Alexander
B
Willem van Oranje
C
Filips II
D
Filips V
Slide 19 - Quizvraag
De stadhouder van Nederland in 1555 was...
A
Willem van Oranje
B
Baltazar Gerards
C
Filips II
D
Filips van Oranje
Slide 20 - Quizvraag
Waarom had de koning van Spanje stadhouders die voor hem werkten?
Slide 21 - Open vraag
Zet in de juiste volgorde: wie had het meeste te zeggen? 1 is veel...
Koning
Stadhouder
Landvoogd(es)
Slide 22 - Sleepvraag
Filips II
Willem van Oranje
Katholiek
Protestant
Stadhouder
Meer belasting innen
Centraal bestuur in de Nederlanden
Ieder gewest eigen bestuur
Slide 23 - Sleepvraag
De protestanten moeten worden vermoord volgens!
A
Willem van Oranje
B
Filips II
C
Maarten Luther
D
Van OLdenbarneveldt
Slide 24 - Quizvraag
Je mag geloven wat je wil, oftewel godsdienstvrijheid.
A
Willem van Oranje
B
Filips II
Slide 25 - Quizvraag
Wie is Protestants
A
Willem van Oranje
B
Filips II
C
Luther
Slide 26 - Quizvraag
Wie is Rooms-Katholiek
A
Willem van Oranje
B
Filips II
C
Luther
D
Calvijn
Slide 27 - Quizvraag
Welk protestantse geloof werd het belangrijkste in de Nederlanden?
Slide 28 - Open vraag
Wat gebeurde er tijdens de beeldenstorm?
Slide 29 - Open vraag
Noem twee oorzaken van de start van de 80-jarige oorlog.
Slide 30 - Open vraag
In 1566 begint de 80-jarige oorlog met de ...........
A
Vrede van Munster
B
De Beeldenstorm
C
de bijeenkomst van de Staten-Generaal
D
de komst van de Stadhouder.
Slide 31 - Quizvraag
Wat was de beeldenstorm?
A
Een grote storm in een
katholieke kerk waarbij
alle beelden vernietigd werden.
B
Vernielingen in katholieke kerken door opstandige katholieken.
C
Vernielingen van alle beelden
aan het Spaanse hof
door opstandelingen.
D
Vernielingen in katholieke kerken door Nederlandse protestanten.
Slide 32 - Quizvraag
De 80-jarige oorlog duurde van......tot......
A
1568-1648
B
1566-1648
C
1572-1652
D
1550-1630
Slide 33 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde?
A
B-A-C-D-E
B
B-C-A-E-D
C
B-C-A-E-D
D
C-D-B-A-E.
Slide 34 - Quizvraag
Hoe werden de mensen genoemd die in opstand kwamen tegen de Spanjaarden?
Slide 35 - Open vraag
Wat is een republiek?
Slide 36 - Open vraag
Filips wordt koning.
Beeldenstorm
Start 80-jarige oorlog
Watergeuzen winnen in Den Briel
Moord op Willem van Oranje
Republiek der Zeven verenigde Nederlanden
Vrede van Munster
Slide 37 - Sleepvraag
de groei van de bevolking doordat er meer kinderen geboren worden dan
er mensen sterven
de manier waarop de bevolking over een gebied verspreid is
het gemiddeld aantal inwoners per vierkante kilometer in een gebied of
land
bevolkingsdichtheid
bevolkingsspreiding
natuurlijke bevolkingsgroei
Slide 38 - Sleepvraag
Je kunt meedoen aan tradities zoals het zoeken van paaseieren of het geven van valentijnscadeautjes. Bij welk cultuurelement past dit?
A
godsdienst
B
gewoonten
C
taal
Slide 39 - Quizvraag
Je bent een ... als jijzelf en allebei je ouders in Nederland zijn geboren.
Slide 40 - Open vraag
Koning Willem Alexander zijn vader is geboren in Duitsland. Hij is iemand met een...
A
Nederlandse achtergrond
B
Migratie achtergrond
Slide 41 - Quizvraag
Iemand die in Nederland vaak zwart werkt en geen belasting betaald.
A
Vluchteling
B
Asielzoeker
C
Illegaal
Slide 42 - Quizvraag
Iemand die niet meer in zijn eigen land kan wonen, vanwege oorlog.
A
Vluchteling
B
Asielzoeker
C
Illegaal
Slide 43 - Quizvraag
Iemand die aan Nederland vraagt of hij langer in Nederland mag blijven.
A
Vluchteling
B
Asielzoeker
C
Illegaal
Slide 44 - Quizvraag
Mensen in arme landen hebben vaker grote gezinnen. Een reden is dat ze daardoor meer aanzien krijgen. Noem twee andere redenen.
Slide 45 - Open vraag
Als Stef naar Ierland verhuist voor zijn vriendin, dan is hij voor Nederland een...
A
Immigrant
B
Emigrant
Slide 46 - Quizvraag
Als Liam vanuit Portugal naar Nederland komt om hier te wonen, dan is hij voor ons een...
A
Immigrant
B
Emigrant
Slide 47 - Quizvraag
mensen willen bij hun familie of gezin gaan wonen.
mensen verlaten hun land om een natuurramp, bijvoorbeeld een overstroming.
mensen zijn op de vlucht voor oorlog of ze worden vervolgd. Daarom willen ze naar een veiliger gebied.
mensen hebben geen werk of leven in armoede. Ze verhuizen voor werk en een beter inkomen.
Slide 48 - Sleepvraag
Leg uit wat Amerikanisering betekent?
Slide 49 - Open vraag
Waarom vroeg de Spaanse koning zulke hoge belastingen?
A
Om grote paleizen te kopen
B
Om de oorlog te kunnen betalen
C
Om nog meer land te kunnen veroveren
D
Om de bevolking te verhongeren
Slide 50 - Quizvraag
In welke stad wonnen de watergeuzen voor het eerst van de Spanjaarden?